Direct naar artikelinhoud

Hamas verleidt de Palestijnse publieke opinie

De beweging voor het Islamitisch Verzet, Hamas, is alweer, in minder dan vierentwintig uur tijd, uitgegroeid tot de absolute nachtmerrie van Israël én de Palestijnse Autoriteit. Jaren al is ze het bevoorrechte doelwit van het Israëlische leger en sinds kort ook van de Amerikanen, die Hamas op de lijst van terroristische organisaties plaatsten. Voor Yasser Arafat rijst er een ernstig en schrikwekkend gezagsprobleem.

Jeruzalem

Le Monde

Gilles Paris

Hamas zag het levenslicht in de jaren tachtig, onder het welwillende toezicht van de Israëlische regering. Zijn politiek was er toen immers vooral op gericht om de PLO aan het wankelen te brengen. En Hamas was de hele duur van de eerste intifada, toen de beweging werd opgericht, de enige rivaliserende massabeweging die de vergelijking met Arafats eigenste Fatah kon doorstaan. Kon Fatah vooral de nationalisten verlokken, dan werkte Hamas als een magneet op moslims. Maar Hamas was vanaf het begin vooral een hoogst flexibele partij, die in pakweg de gebieden van de Westelijke Jordaanoever onder de invloed van de Jordaanse moslimbroeders stond, terwijl in Gaza vooral de erfenis van de Egyptische moslimbroeders doorwerkte.

Hamas is niet zozeer een ideologische als wel een pragmatische beweging. Getuige daarvan is de dubbelzinnigheid waarin alle uitspraken gehuld zijn van haar leiders over een zogeheten 'rechtvaardig' vredesakkoord met Israël, door de Israëli's vooral geïnterpreteerd als een duidelijke wil hun land te vernietigen. Ook symptomatisch voor dat pragmatisme is het netwerk van liefdadigheidsinstellingen, dat Hamas beheert via zowel Saoedische, Britse als Amerikaanse stichtingen, maar die Hamas op de eerste plaats verankeren in de Palestijnse samenleving.

Sinds de akkoorden van Oslo heeft Hamas zich twee schijnbaar tegenstrijdige doelen gesteld. Aan de ene kant heeft het zijn uiterste best gedaan om het imago van het vleesgeworden verzet te verwerven, een rol die de in het vredesproces ondergedompelde Arafat en Fatah niet meer konden vervullen. Aan de andere kant heeft de beweging vermeden om al te openlijk de Palestijnse Autoriteit uit te dagen, het nationale icoon bij uitstek. Hamas besefte maar al te goed dat het door de Arabische publieke opinie als de schuldige van een eventuele burgeroorlog zou worden aangewezen. Hamas koos, in januari 1996, ook officieel voor een voorzichtige koers en ging een confrontatie met de Palestijnse overheid steevast uit de weg.

Arafat daarentegen koos tijdens de eerste Palestijnse verkiezingen, in 1994, voor een boycot van Hamas, en ontpopte zich tot een activist die al even militant is als Hamas. Terwijl Hamas voor een politiek van geweld opteerde en een reeks zelfmoordaanslagen lanceerde, die de Palestijnse Autoriteit naar adem deed happen, gaf Arafat de Palestijnse veiligheidsdiensten opdracht de concurrerende beweging hoogst gewelddadig te onderdrukken. Op de drempel van de Palestijnse moskee in Gaza, een bastion van Hamas, werd een betoging bloedig uiteengeslagen.

De voortdurende mislukkingen van het vredesproces, de door Israël geëiste constante heronderhandelingen van het verdrag uit 1995, hebben Arafat zijn dynamiek ontnomen. De ondoeltreffendheid van de instellingen die hij uit de grond gestampt heeft en de corruptie die, zo zou blijken, tot in het hart van de Palestijnse Nationale Raad was doorgedrongen, ondermijnden zijn geloofwaardigheid. Hamas daarentegen profiteert van de goede werking van zijn liefdadigheidsnetwerk. De tweede intifada holde de positie van de baas van de Palestijnse Autoriteit verder uit, vooral na de vervanging van Ehud Barak door Ariel Sharon. De weigering van de Likoed-voorman om politieke onderhandelingen over Palestijnse onafhankelijkheid aan te knopen, speelden in het voordeel van Hamas.

Na verloop van amper enkele maanden zorgde de intenser wordende militaire Israëlische campagne tegen Hamas-voormannen ervoor dat de Palestijnen de beweging als hun voornaamste belangenbehartiger gingen zien, ondanks de pogingen van Fatah om opnieuw krediet op te bouwen. Ook de harde levensomstandigheden, opgelegd door de Israëli's aan de Palestijnse bevolking, heeft de populariteit van Hamas' vangnet van liefdadigheidsbewegingen versterkt.

Dat betekent niet dat Hamas is afgestapt van zijn haast spreekwoordelijke politieke ambivalentie. Ook Hamas nam, met Fatah, deel aan het commissiewerk in de belangrijkste Palestijnse gemeenten in het Autonome Gebied. Maar niet zonder afstand te houden van de politiek van Arafat en de zijnen, door zich te verzetten tegen politieke contacten met de Israëli's of door het staakt-het-vuren te negeren dat Arafat in september 2001 afkondigde.

In één jaar tijd heeft Hamas de goede resultaten opeengestapeld. Drie weken geleden, tijdens een verkiezing onder de studenten van Nabloes, bleek de beweging zelfs Fatah de loef af te steken. De politie van de Palestijnse Autoriteit heeft steeds meer moeilijkheden om op te treden tegen de bovenlaag van de beweging. Na de Israëlische aanslag om Mahmoud Abou Hanoud, een van de meest gezochte bazen van de militaire vleugel, moest Hamas kiezen. Of het zou zijn dood wreken, met het risico dat er een nieuw conflict met Arafat uitbrak, of het zou de Amerikaanse gezant Anthony Zinni een kans geven. Het antwoord liet niet lang op zich wachten.

Na de aanslag op Abou Hanoud moest Hamas kiezen tussen wraak en vredesgesprekken. Het antwoord liet niet lang op zich wachten