Direct naar artikelinhoud

Wereldvreemde rechters. Overal wereldvreemde rechters!

Jogchum Vrielink is grondrechtenspecialist en rechtsantropoloog, verbonden aan de Université Saint-Louis en de KU Leuven, en essayist voor De Morgen.

In Nederland werd Wilders gisteren veroordeeld, zoals Jogchum Vrielink eerder in deze krant voorspelde (DM 26/11). Hij bespreekt de uitspraak en ziet parallellen tussen de reactie van de PVV-leider op zijn veroordeling en die van de N-VA op de visumdiscussie.

Bon. Ik wil niet zeggen dat ik het u gezegd heb. Of nee, eigenlijk wil ik dat wél: voorwaar, ik heb het u gezegd. Het vonnis in de jongste Wilders-zaak leest als een uitvoerige (ja, nóg uitvoeriger) versie van mijn essay voor het 'Kernkabinet' over de zaak.

Nee, zo oordelen de rechters, Wilders stelde juridisch gezien niet 'alleen maar een vraag' toen hij het publiek vroeg of ze 'meer of minder' Marokkanen in Den Haag en Nederland wilden: hij orkestreerde het 'minder, minder' van zijn aanhangers zorgvuldig.

Ja, het begrip 'Marokkanen' valt onder het begrip 'ras' uit de Nederlandse strafwet. De toelichting bij die wet verwijst op dit punt naar het VN-rassendiscriminatieverdrag, waarin het begrip "ras, huidskleur, afkomst of nationale of etnische afstamming" betekent. Ook in de rechtspraak interpreteert men het al decennia zo.

Voorspelbaar

Inhoudelijk oordeelt de rechtbank dat Wilders een hele bevolkingsgroep apart zette, zonder onderscheid: "Deze groep mag minder aanspraak maken op verblijf in Nederland." Dat achtten de rechters beledigend voor personen van Marokkaanse origine (groepsbelediging).

En de opruiende, opzwepende manier waarop Wilders zijn vragen stelde, volstond dan weer om tot aanzetten tot discriminatie te concluderen.

De veroordeling was ongeveer even onvoorspelbaar als dat Kerst dit jaar op 25 december valt. Dat was slechts anders voor wie de regelgeving en rechtspraak niet kent óf wie zijn politieke wensen voor werkelijkheid hield.

En let wel: ik deel die wensen. Onwenselijk geachte meningen bestrijden door ze te vervolgen en verbieden is - in de woorden van Ger Groot - ongeveer even nuttig als "een verbod op regen bij tegenwind". En ook principieel is het problematisch.

Maar de bestaande Nederlandse wetgeving beperkt de expressievrijheid nu eenmaal verregaand. De rechters pasten de wet toe zoals de politiek die heeft bedoeld en dat is wat rechters ook moeten doen. Zoals de voorzitter in de zaak voorhield: "Ook de heer Wilders staat niet boven de wet."

Overigens leerde een rondvraag, kort na de veroordeling, dat het Nederlandse parlement nog altijd weinig voelt voor een wetswijziging.

Wilders' gefulmineer over 'knettergekke rechters' en 'politieke rechters' is dan ook volstrekt naast de kwestie. De rechters konden nauwelijks anders dan tot een veroordeling komen. Een eventuele vrijspraak zou veel 'politieker' geweest zijn.

Systeemondermijnend

Bewindslieden horen zorgvuldig om te gaan met de trias politica, waar zij zelf onderdeel van zijn. Wilders doet het omgekeerde, net als hier de N-VA (ook al verschilt de juridische inzet grondig).

Rechters omschrijven als 'knettergek' of 'wereldvreemd', op grond van een enkele uitspraak die je niet zint, en hen van (partij)politieke motieven beschuldigen, is meer dan misplaatst.

Niet alleen omdat rechters nauwelijks terug kunnen spreken (zij moeten vanuit hun rol immers terughoudend zijn), maar ook omdat je op die manier het hele systeem ondermijnt.