Direct naar artikelinhoud

Satellieten moeten zinkend werelderfgoed redden

Wetenschappers hebben een plan bedacht om zinkende steden en wegzakkende tempels te redden. Ze gaan satellieten in de ruimte gebruiken om Unesco-erfgoed te beschermen tegen schadelijke natuurfenomenen.

Het lijstje van schadelijke natuurfenomenen is opmerkelijk lang: van aardverschuivingen en ondergrondse ophopingen tot erosie en wateroverlast. Het zijn niet alleen spectaculaire natuurrampen als aardbevingen en vulkaanuitbarstingen die onze monumenten bedreigen.

Vaak wordt de schade ook erg langzaam aangericht. Zo langzaam dat die decennialang met het blote oog niet valt op te merken. Maar millimeterverzakkingen worden mettertijd centimeters of zelfs meters. Zo had men lang niet door dat de gebouwen en kathedraal in Mexico City millimeter per millimeter dieper wegzakten omdat er grondwater uit de bodem werd getapt. Tot bleek dat de gelijkvloerse verdieping van het Paleis voor Schone Kunsten de kelderverdieping was geworden.

Daarom doen Europese wetenschappers nu een beroep op satellieten in de ruimte om mogelijke geologische en andere gevaren snel op het spoor te komen. Zodat de Verenigde Naties en andere bevoegde autoriteiten kunnen ingrijpen voor erfgoed onherroepelijk wordt aangetast, beschadigd of zelfs vernield. Onder het motto: voorkomen is beter dan genezen.

"Via de data van die satellieten kunnen we makkelijk twee decennia teruggaan en eventuele millimeterverschuivingen over de jaren perfect in kaart brengen", zegt Francesca Cigna van de Nerc British Geological Survey die het zogenaamde Prothego-onderzoek leiden. "Zelfs de subtielste verandering, verzakking of beweging kan zo opgespoord worden."

Ook menselijke activiteiten

Dat Venetië zinkt is inmiddels algemeen bekend. Maar in totaal bestuderen de veertigtal onderzoekers van Prothego meer dan 400 Europese monumenten en sites op de Unesco-werelderfgoedlijst. Zoals gebouwen in het historisch centrum van Rome, het Alhambra-paleis en -fort in Granada en de archeologische site Choirokoitia in Cyprus en de molens van de Britse Derwent Valley. Per gebied kijken ze of er daadwerkelijk sprake is van gevaren.

Tot nu toe focuste men zich vooral op Unesco-erfgoed dat onmiddellijk, in de zeer nabije toekomst onder druk stond. Door pakweg gewapende conflicten in het gebied, of door massatoerisme. Palmyra stond daarom lang bovenaan de prioriteitenlijst. En terecht, zegt Cigna. "Maar ook de bedreigingen op lange termijn mogen we niet uit het oog verliezen, want millimeterverschuivingen kunnen doorheen de jaren centimeters en zelfs meters worden."

De bedoeling was eerst om vooral naar natuurkundige fenomenen te kijken. Maar dat is intussen uitgebreid. "Want ook menselijke activiteiten vormen een risico voor monumenten", zegt Cigna aan de telefoon. In Londen heeft het graven van tunnels voor ondergrondse metrolijnen en nutsvoorzieningen bijvoorbeeld heel wat gebouwen doen verschuiven. En ook het ophalen van grondwater kan op veel plaatsen obstructies veroorzaken.

Prioriteiten stellen bij subsidies

Sommige natuurfenomenen zoals aardbevingen zijn ook niet altijd nauwkeurig te voorspellen, beseft Cigna. De mogelijke schade evenmin. Hetzelfde geldt voor overstromingen. "Maar door de gebieden van het erfgoed te analyseren, kun je wel al bepaalde risico's in kaart brengen."

Het project, dat zopas is opgestart, zal twee jaar in beslag nemen. Op basis van alle verzamelde data zullen de wetenschappers dan een toolkit samenstellen voor de Verenigde Naties en lokale autoriteiten. Zodat ze de gegevens in de toekomst verder kunnen opvolgen. "Noem het een gids om het erfgoed in de beste omstandigheden te kunnen behouden. Zo kunnen ze straks beter prioriteiten stellen als de subsidies of fondsen verdeeld en besteed moeten worden."