Direct naar artikelinhoud

'Schoenen voor de deur. Meer heb ik niet gezien'

Vijf maanden geleden pas namen de nieuwe huurders volgens Mohamed Hamad Amar hun intrek op de eerste verdieping van het huis in de Driesstraat 60 in Vorst. 'Ik had geen enkel contact met die gasten.'

Hij staat er wat beduusd bij, platgewalst door de gebeurtenissen van de afgelopen 24 uur. Mohamed Hamad Amar, een in 2001 vanuit Spanje naar Nederland geëmigreerde arbeider met Marokkaanse roots, kreeg dinsdagavond rond zevenen pas telefoon. Of hij het nieuws nog niet had gezien. Of hij niet eens moest gaan kijken.

"Daarbinnen ligt mijn puffer", zucht hij nu. "Ik heb astma, maar volgens de politie is er binnenin veel schade en zit alles onder de zwarte rook, ook mijn puffer."

Chinese eigenaar

Veel contact met zijn buren had Mohamed niet. Tot eind oktober vorig jaar werd de tweede verdieping bewoond door een lawaaierige Chinees met twee grote honden. Die blaften de hele tijd alles bij elkaar. Mohamed was een paar keer gaan klagen en ervaarde het als een bevrijding toen de Chinees vijf maanden geleden de biezen pakte en nieuwe huurders hun intrek namen. De Chinees was eigenaar van zijn verdieping, alles wijst erop dat hij die heeft verhuurd zonder ergens een administratief spoor na te laten.

"Ik had geen enkel contact met die gasten. Twee paar schoenen voor de deur, soms één. Meer heb ik van mijn onderburen niet gezien. Mijn vrouw heeft een van hen eens in de gang gekruist. Hij was erg groot, een meter tachtig. Lang haar. Dat is ongeveer alles wat ik u kan vertellen."

Aan de voordeur is weinig schade te zien. De speurders hebben dinsdag gewoon aangebeld bij het echtpaar Salhi-Tabi, dat al jaren op het gelijkvloers woont met drie kinderen. Ze zijn rustig de trap op gegaan en hebben beleefd aangeklopt op het onbewoond gewaande eerste verdiep. Ze werden onmiddellijk door de Algerijn Mohamed Belcaid (35) onder vuur genomen met een kalasjnikov. Achteraf bekeken, lijkt het er sterk op dat hij de vlucht moest dekken voor twee medestanders die met een eenvoudige sprong door het achterraam vrije doorgang hadden langs een rij garageboxen.

Mohamed Hamad Amar heeft de nacht doorgebracht in een hotelletje en het ziet ernaar uit dat er de komende dagen geen andere optie zal zijn. Het gemeentebestuur van Vorst heeft hem al voorgesteld zijn intrek te nemen bij familie, maar die heeft hij in het Brusselse niet. "Al wat ik nu wil is even naar binnen kunnen gaan", zegt hij nog eens. "De agenten beloofden me daarstraks dat dat zou mogen van de onderzoeksrechter, maar uiteindelijk werd het toch weer nee."

Hoe het kan dat je boven een slapende cel woont van IS, met aanwezigheid van een IS-vlag, minstens één kalasjnikov en elf laders, en daar niets van merken, is een vraag die hem nog niet echt lijkt bezig te houden. "Ik denk, met wat ik nu weet, dat die mannen zich opzettelijk gedeisd hebben gehouden en weinig buiten zijn gekomen. Echt, het enige teken van leven dat ik in die vijf maanden heb gezien, was een paar extra schoenen voor de deur."

Tot iemand hem erop attendeert dat vijf maanden ongeveer samenvalt met 13 november, heeft Mohamed ook daar niet echt bij stilgestaan.

Hij heeft over de aanslagen in Parijs gehoord zoals iedereen, zegt hij. "Het laatste wat je dan denkt is dat de daders, of hun medeplichtigen, een meter onder je wonen."

Of dat echt zo is, moet nog blijken. De politie trok dinsdag naar de Driesstraat op basis van een tip van de Franse inlichtingendiensten, als zou dit het adres kunnen geweest zijn waar een van de daders zich is gaan bevoorraden met valse documenten. De politie dacht eventueel sporen aan te treffen van een vorige bewoner, meer niet.

Het was blijkbaar in alle opzichten een slapende cel die niet snurkte.

Volgens de Vorstse burgemeester Marc-Jean Ghyssels (PS) zijn er nooit klachten geweest over de bewoners op het nummer 60 en ook nooit de indicaties in de richting van een slapende IS-cel. "Ik neem aan dat de lokale politie in geval van domicilie-aanvraag eens is gaan kijken", zegt hij. "Maar als blijkt dat die ene man geen papieren had, is er waarschijnlijk nooit een aanvraag geweest en dus ook geen huisbezoek. In een grootstad als Brussel is dat op zich niet zo uitzonderlijk. Helaas."

Verkeerd adres

Aan de achterzijde van het huis getuigen de verbrijzelde ramen van de vluchtroute van de twee die konden ontsnappen. Volgens wat de politie er kan van maken, zijn ze op adrenaline richting Neerstalsesteenweg gerend en via de achterdeur van een winkel de straat op. En van daar af lijken alle sporen dood te lopen. In de Waterstraat, een zijstraat van de Driesstraat, is op het nummer 7 een voordeur ingebeukt met een stormram.

"Ze dachten even - verkeerdelijk - dat de twee vluchters zich hier hadden schuilgehouden", zegt de reparateur die net een nieuwe deur moet komen steken. "Het is duidelijk dat ze hier niet eerst hebben aangebeld."

Tot het einde van de dag blijven binnen- en vooral buitenlandse cameraploegen rond het huis in de Driesstraat cirkelen. Mohamed stapt in zijn bestelwagentje, waarmee hij voor een Nederlands bedrijf bloemen verdeelt. "Ik weet niet wat ik ga doen", zegt hij. "Volgens het laatste wat de politie me zei, is alles in mijn huis kapot. Ik heb dringend een puffer nodig."