Direct naar artikelinhoud

'Fictie laat minderheden te veel links liggen'

Televisiefictie speelt sinds de jaren vijftig een belangrijke rol in de vorming van een nationale Vlaamse identiteit. Maar in de huidige fictiereeksen is er te weinig ruimte voor het 'andere', zoals allochtonen. 'De tv-wereld blijft relatief besloten. Terwijl een open en divers beeld van Vlaanderen net nu des te belangrijker is', stelt Alexander Dhoest, die afgelopen woensdag promoveerde tot doctor in de sociale wetenschappen op een proefschrift over de Vlaamse televisiefictie en de constructie van een nationale identiteit.

Leuven / Eigen berichtgeving

Kristof Demasure

Alexander Dhoest onderzocht negentig Vlaamse tv-fictiereeksen. Van de alleerste reeksen als Schipper naast Mathilde in 1955, over soaps als Familie, sitcoms als FC De Kampioenen tot de advocatenreeks Recht op Recht in 1998. "Tot de komst van VTM stond het volkse, vrome armoedige Vlaamse plattelandsverleden in bijna twee derde van de fictiereeksen centraal. Met vooral sterk getypeerde personages zoals de moederfiguur en de maagdelijke dochter. Dat cultuurbeeld was gebaseerd op wat in de literatuur als 'typisch Vlaams' beschouwd werd. Veel ander materiaal was er niet voorhanden, aangezien er weinig scenaristen waren die andere verhalen konden aanbrengen", weet Dhoest.

Tot eind jaren tachtig werden nauwelijks reeksen gemaakt over het Vlaanderen zoals het op dat moment was. Pas met de komst van VTM kwam het hedendaagse en alledaagse aan bod. "Vroeger overheerste in de tv-fictie datzelfde homogene, oubollige beeld. Terwijl Vlaanderen nooit zo homogeen geweest is als het in de monopoliejaren van de openbare omroep voorgesteld werd. Nu is de fictie dan wel hedendaags geworden, maar binnen de extreem-rechtse context is het nu nodig een veel opener Vlaanderen te tonen en de diversiteit beklemtonen. Wat nu niet genoeg gebeurt", stelt Dhoest.

"De Vlamingen evolueerden immers van 'underdogs' tot de dominante gemeenschap in België. Terwijl het Vlaams nationalisme evolueerde van een emancipatorisch en progressief tot een defensief en regressief project. De vroeger 'noodzakelijke' tv-fictie van nationale homogeniteit werd daardoor bedenkelijk, terwijl er nu meer dan ooit nood is aan beelden die de grenzen tussen het 'eigene' en het 'andere' in vraag stellen."

Dhoest pleit evenwel niet voor een artificiële aanwezigheid van minderheden in tv-fictie om politiek correcte programma's te maken. "Zoals je in Thuis of Flikken Turkse en Marokkaanse personages hebt die een volledige bevolkingsgroep moeten vertegenwoordigen. Wanneer je in een reeks bijvoorbeeld zowel een 'goede' en een 'slechte' Marokkaan zou hebben, krijg je een veel grotere diversiteit. En zo kan dat voor voor alle minderheidsgroepen. Zowel de openbare als de commerciële televisieomroepen zouden daar veel bewuster mee bezig moeten zijn."