Direct naar artikelinhoud

'Voor ons was hij gewoon Frank'

Vrijdag neemt Gent met een groot feest in de Vooruit afscheid van burgemeester Frank Beke (60). 'De doorsnee-Gentenaar zegt: 'Het is een brave mens.' Niet: 'Het is ne politieker.' Dat zegt alles over Beke.' Portret van een 'modelburgemeester', door de ogen van zijn stadsgenoten.

Door Gorik Van Holen foto filip claus

'Komaan Frank. Ge gaat ons nu toch niet in de steek laten, één jaar voor de verkiezingen?" Zomer 1999. Binnen de muren van het Gentse stadhuis heerst onrust, maar burgemeester Beke is niet te vermurwen: hij zet er een punt achter. Zo niet meteen, dan toch volgend jaar. Dan moet de partij maar een andere kandidaat-burgemeester zoeken. De verkiezingen van 13 juni hebben zijn vertrouwen ondermijnd, na wat sowieso al vier barre jaren zijn geweest. De socialisten delen in heel Vlaanderen in de dioxineklappen, terwijl Verhofstadt het land verovert. Als kandidaat-opvolger voor het Vlaams Parlement haalt Beke, sinds 1995 burgemeester, amper 770 voorkeurstemmen. Zijn eerste schepen Sas van Rouveroij krijgt er als lijstduwer van de VLD drie keer meer. 'Van Rouveroij is de echte burgemeester', kopten de kranten. De Gentse edities, want daarbuiten heeft in die tijd niemand van Frank Beke gehoord. "Ik stapte op als kabinetschef", herinnert Frank Van Massenhove zich. "Omdat ik ervan overtuigd was dat hij er de brui aan gaf. Beke is een koppige man die niet terugkomt op zijn beslissingen."

Frank Beke staat bekend als een twijfelaar, gaat daar zelfs prat op. Maar hij verafschuwt de vertwijfeling en hakt dus knopen door. Niet zo in 1999. Nadat zijn entourage hem al snel overgehaald heeft om minstens zijn ambtstermijn uit te doen, blijft hij twee volle maanden tobben. "Dat was geen twijfel meer. Dat was zijn gebrek aan zelfvertrouwen", zegt compagnon de route Luc Van den Bossche. "Hij zag in die verkiezingen het bewijs dat hij het niet goed had gedaan als burgemeester. Onzin natuurlijk, want het ging over een ander bestuursniveau, waarvoor Beke nooit écht kandidaat is geweest. Hij had daarvoor geen enkele ambitie en dat wisten de Gentenaars."

Doet Frank Beke het of doet ie het niet? Zes jaar later, in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 2006, is het een vraag die heel Vlaanderen beroert. Beke is na zijn eclatante verkiezingsoverwinning in 2000, met ruim 20.000 voorkeurstemmen, uitgegroeid tot een icoon: hij is de modelburgemeester, de minzame vaderfiguur die van zijn stad een plaatje heeft gemaakt en die dankzij een gedegen en franjeloos beleid het VB op de knieën heeft gekregen. Legendarisch is de bede van Leuvenaar Louis Tobback, die op zijn blote knieën op bedevaart naar Gent wil, als Beke zichzelf maar opvolgt. Maar deze keer laat de burgemeester zich niet ompraten. Zijn gezondheid gaat voor, en hij is bang voor het ritje te veel. Heel even laat hij uitschijnen dat hij er toch nog één keer voor gaat, maar lang duurt dat niet. Van den Bossche: "We wilden dat hij op 8 oktober de lijst zou trekken, om de stemmen binnen te halen. Daarna kon hij de fakkel doorgeven. De mensen zouden dat wel begrijpen. Maar hij wilde niet. Dat was niet eerlijk, vond hij. Beke ten voeten uit."

Rechtlijnig en principieel, zoals hij volgens vriend en vijand altijd is geweest. Hoewel de figuur Frank Beke inmiddels mythische proporties heeft aangenomen, de mens is geen haar veranderd. Hij is gegroeid in zijn rol, dat wel, maar tegelijk is hij de rustige teamspeler gebleven die zijn schepenen de ruimte geeft om hun ding te doen. "Hij had altijd een stevige dossierkennis, maar hij heeft zich nooit geprofileerd", zegt generatiegenoot en gewezen gouverneur Herman Balthazar. En hoewel de meeste schepenen die onder Beke hebben gediend dat als een sterk punt zien, beschouwen anderen het als een zwakte. "Beke is geen sterke leidersfiguur", wordt hier en daar gefluisterd. "Nooit had hij een uitgesproken mening."

"Hij is geen dictator", nuanceert gewezen VLD-schepen Fientje Moerman. "Voor hem was de ploeg belangrijk." Van Rouveroij valt haar bij: "Hij is geen politieke aristocraat geworden omdat hij toevallig burgemeester was. Dat maakt hem zo groot: hij heeft zijn positie nooit gebruikt vanuit een machtsdenken. Hij heeft ze ten dienste gesteld van Gent, zijn schepenen en zijn idealen. Hij was de dirigent die de solisten liet schitteren."

Een woest politiek beest heeft er in hem nooit geschuild, maar één keer laat Beke zijn tanden zien. Het is oktober 1994. In een suite van het Novotel, in de schaduw van het stadhuis, wacht hij met van Rouveroij op de definitieve verkiezingsresultaten. Paars gaat na de periode-Temmerman voor een tweede termijn, een van hun tweeën zal die avond buitenkomen als burgemeester. Luc Van den Bossche en Guy Verhofstadt kijken als nationale zwaargewichten over de schouder mee. De socialisten doen het sinds de eerste zwarte zondag in 1991 niet bijster goed, terwijl de piepjonge VLD op wolken leeft. Maar wanneer Beke naar het Novotel trekt, ziet het er volgens de eerste prognoses goed uit. "Het is toch niet mogelijk dat ik burgemeester word?", laat hij zich ontvallen. "Die bescheidenheid!" Freya Van den Bossche heeft Beke gekend als medewerkster op zijn kabinet en als schepen. "Hij is de meest bescheiden mens die ik ken. Hij kon zich gewoon niet inbeelden dat iemand op hem zou stemmen."

Maar die dag was bescheidenheid gepast. Naarmate de avond vordert lopen de resultaten van de telbureaus binnen. En met elk nieuw cijfer smelt de voorsprong van de socialisten verder weg. Van Rouveroij krijgt hoop, voor Beke is de spanning niet te harden. Met nog tien bureaus te gaan is de kloof kleiner dan 200 stemmen. En dan valt het verdict: de SP wint, met 136 stemmen. De partij verliest drie zetels, de VLD wint er één en komt op gelijke hoogte. Van Rouveroij heeft duizend voorkeurstemmen meer dan Beke, maar de afspraak is dat de grootste partij de burgemeester levert. Van Rouveroij trekt zich even terug met Verhofstadt. Het is het proberen waard, vinden ze, en ze stellen de vraag. Eén keer: "In zetels zijn we even groot. Wat doen we nu?" Beke verpinkt niet en eist de sjerp op. Van Rouveroij houdt woord en antwoordt gemeend: "Gefeliciteerd".

Dat Frank Beke die dag de socialistische lijst trok was voor insiders de logica zelve, maar voor de buitenwacht was hij in het beste geval de wat houterige en lichtjes afstandelijke schepen van Openbare Werken. "Voor mij was hij gewoon Frank, onze ongelooflijk vriendelijke buurman", zegt columnist Patrick De Witte, alias (pdw). "Pas later heb ik heb ik me gerealiseerd dat hij ook een bevlogen politicus was. Dat was aan hem niet te merken." "Hij zocht de media niet op, hij deed rustig zijn werk als schepen", herinnert Karel Van Keymeulen van De Gentenaar zich. "Niemand twijfelde aan zijn capaciteiten of werklust, maar hij had niet het charisma van een leider. Hij was de wat verlegen linkse intellectueel van wie je niet meteen je lijsttrekker zou maken."

Beke was op dat moment al zo'n dertig jaar erg actief in de socialistische beweging. Als apothekerszoon groeide hij op in de buurt van het Rabot, een arbeiderswijk in hartje Gent. Als student Germaanse sloot hij zich op zijn 17de aan bij de socialistische studenten. De Mutualiteit van Jonge Arbeiders (MJA), de socialistische jonge wacht, een rits culturele verenigingen, Beke doorliep ze allemaal, om op zijn 19de lid te worden van de toen nog unitaire BSP.

Het waren de jaren der contestatie, en hoewel Beke zelf nooit lange haren of olifantenpijpen heeft gedragen, waaide de wind van de vernieuwing ook door Gent en door de geledingen van de socialistische beweging. "In de partij uitte zich dat in een gevecht voor een scherpere linkse profilering", weet Balthazar. "Erbuiten had je de anti-atoommarsen, die jongeren over de partijgrenzen heen samenbracht. Van die atmosfeer proefde Beke al als vrij jong ventje. Dat heeft hem getekend, hij is altijd een heel principieel politicus gebleven." Als jaren later de antiglobalisten in Gent willen betogen tegen een EU-top, ziet Beke er persoonlijk op toe dat die protestmars kan doorgaan, ook al heeft de beweging last van gewelddadige elementen. De Gentse ordediensten zijn niet happig, maar Beke zwicht niet: "Als de betoging verboden wordt, ben ik de eerste die op de Vrijdagmarkt gaat betogen voor de vrijheid van meningsuiting".

Beke verslindt de geschriften van de linkse ideologen - 'Niet dat ik die theorieën nog kan navertellen, maar het vormt wel de basis van je politieke praktijk' - en reisde naar Vietnam, Albanië, Cuba en later zelfs naar China. "De landen waar ze met socialistische of communistische systemen experimenteren. Uiteindelijk leer je daar niets uit, behalve dan dat het niet evident is om bepaalde concepten in de praktijk om te zetten." Kortom, Beke ontpopt zich niet tot de grote revolutionair, maar hij ontwikkelt in die jaren zestig en zeventig wel een scherp links referentiekader.

Pikant detail: als zijn partijgenoten hem tijdens de crisis in 1999 toch kunnen overtuigen om in 2000 op de lijst te staan, heeft dat veel te maken met de vergevorderde gesprekken over een progressief kartel met Agalev. Luc Van den Bossche bood Vera Dua de helft van de plaatsen op de lijst aan, Beke was erg opgezet met het vooruitzicht op samenwerking. Wanneer Dua wordt teruggefloten door haar militanten, is Beke vastbesloten de groenen lik op stuk te geven. "Beke was van in het begin al groener dan veel Agalevers", zegt Daniël Termont.

Diezelfde Termont herinnert zich ook hoe Beke in die vroege jaren urenlang over het socialisme kon discussiëren. "Op een avond zaten we op café op de Brabantdam", vertelt Daniël Termont. "Toen we goed beschonken buiten kwamen passeerde er tot onze grote schrik een tram. Het was klaar, merkten we nu pas. Zo druk waren we de wereld aan het verbeteren." Toch zou het nog jaren duren vooraleer Beke een politiek mandaat opneemt.

Ondertussen is hij als jongeman aan de slag als leraar, en als pasgehuwde gaat hij aan de Clementinalaan wonen, waar ook ene Luc Van den Bossche zijn advocatenpraktijk heeft gevestigd. Van den Bossche is een van de jonge wolven die in de jaren zeventig het oude socialistische bastion op zijn grondvesten doet daveren. Als de nationale partijtop de partij van Mobutu uitnodigt op een partijcongres, zit het spel op de wagen. Van den Bossche schopt op het congres keet met een uitval naar de Zaïrese dictator, maar ook Frank Beke laat zich niet onbetuigd. Want als zijn lokale afdeling een standpunt moet bepalen over de kwestie, werpt hij tijdens een hevige discussie woedend zijn partijkaart op de grond en verlaat het lokaal. "Hoe minzaam Beke ook is, hij is trouw aan zijn opvattingen", blikt Gilbert Temmerman terug.

Diezelfde Temmerman was het die voor de generatie-Van den Bossche het oude, verstarde socialisme incarneerde. "Hij was de grote man in de Gentse afdeling, maar in Brussel rees de ster van Van den Bossche", zegt Balthazar. "Beke werd in Gent een exponent van die vernieuwing." Van den Bossche neemt Beke op sleeptouw, vraagt hem verantwoordelijkheid te nemen bij de Jongsocialisten, haalt hem uiteindelijk naar de Keizerslaan in Brussel, waar hij vormingsmedewerker wordt van de BSP.

Maar dat is later, dit zijn de jaren waarin Beke met een diaprojector van volkshuis naar 'germinal' trekt om in heel Vlaanderen de kameraden bij te scholen. "Ik heb het als jong ventje nog meegemaakt", zegt Luk De Bruyker van theater Taptoe, die de Gentse politiek middels zijn alter ego Pierke Pierlala al jaren van een satirische noot voorziet. "In mijn ogen is hij altijd die sociaal-geëngageerde vormingsmedewerker gebleven."

"De meeste cursussen die we gaven gingen over lokaal beleid", herinnert Beke zich. "Dat scherpte mijn appetijt." Kijk, stilaan groeit ook bij Frank Beke de honger naar een echt mandaat, zeker wanneer hij begin jaren tachtig een tijdlang persattaché is bij de socialistische schepenen. Maar opnieuw is het Van den Bossche die Beke over de streep trekt om zich in 1982 kandidaat te stellen voor de gemeenteraad, met de inmiddels beroemde woorden: "Of gaat ge het onnozelaarke blijven uithangen?" Beke wordt dat jaar 36.

"Hij was actief in alle cenakels van de partij, maar hij had niet meer ambitie dan als militant zijn mening kenbaar te maken", zegt Van den Bossche. "Hij was nochtans degene die ambitie moest hebben. Er waren bietekwieten die zeventien klassen lager speelden en zich wel lieten verkiezen. Hij heeft af en toe wat stampen nodig gehad, maar die heb ik hem met plezier gegeven."

Beke komt in de oppositie terecht, in een legendarische fractie. Tijdens de nationale regeringsvorming hadden Wilfried Martens en Willy De Clercq ook een deal voor Gent beklonken, waardoor de CVP haar woord brak en niet met de socialisten maar met de liberalen in zee ging. "Gilbert Temmerman, uittredend schepen, schoot in een colère waar hij nooit meer uitgekomen is", vertelt Balthazar. Hij ontpopte zich tot een keihard oppositieleider, met in zijn rangen mannen als Piet Van Eeckhaut, de jonge Daniël Termont en dus ook Frank Beke. Het nieuwe gemeenteraadslid mocht af en toe tussenkomen op thema's als onderwijs, en hij viel meteen op.

"Wij gingen toen al naar de gemeenteraad luisteren", zegt Karin Temmerman, nicht van en vandaag zelf schepen. "Frank was de man die zich onderscheidde met zijn dossierkennis, zijn diepe stem en zijn mooi Nederlands. Toen al werd duidelijk dat hij de natuurlijke opvolger van mijn oom zou worden." Karel Van Keymeulen ziet het precies zo: "Temmerman ging hem al snel als zijn tweede man beschouwen, ook al behoorde Beke tot de clan van Van den Bossche." Het wij-zijgevoel dat de oppositiebanken beheerste speelde daar een rol in, maar ook zijn zachte persoonlijkheid en zijn redelijkheid maakten Beke aanvaardbaar voor Temmerman.

"Daar heeft Beke de stiel geleerd", weet Gilbert Temmerman. Temmerman droeg er zijn steentje toe bij, door tijdens de zittingen op tijd en stond spiekbriefjes door te schuiven naar Beke, met aanmoedigingen of terechtwijzingen, al naargelang. "Ik was streng, iedereen moest zijn werk doen", zegt Temmerman. "Met één doel: de CVP uit het college bonjouren."

Het loont, want na de verkiezingen van 1988 wordt Gilbert Temmerman burgemeester van een paars college. En het wekt geen verwondering dat Frank Beke schepen wordt. "Ook daar toonde hij een grote inzet", herinnert Temmerman zich. "Hij heeft de stadsvernieuwing op gang getrokken die Gent gemaakt heeft tot wat het vandaag is. Zij het samen met de schepen van Financiën, want voor stadsvernieuwing heb je geld nodig." En wie was die schepen? Sas van Rouveroij, de man met wie Beke tot vandaag een uiterst succesvolle tandem vormt. "Frank toonde zich meteen een politicus die voor rede vatbaar is", zegt van Rouveroij over die periode. "Hij had een ellenlang verlanglijstje van werken, maar hij besefte als geen ander dat de rekening moest kloppen." Voor vriend Jef Geeraerts is dat laatste een van de kwaliteiten die hem later als burgemeester zo groot heeft gemaakt. "Geen Antwerpse flamboyance bij Beke. Hij beheerde de kas met een calvinistische zuinigheid. Eerlijk en integer"

Hoewel zijn volgende confrontatie met de kiezer in 1994 maar een erg nipte overwinning oplevert, heeft schepen Beke inmiddels de kiemen voor zijn latere populariteit gezaaid. Van meet af is hij de politicus die dicht bij de mensen staat. Over elke straat die wordt heraangelegd of elk pleintje dat wordt verfraaid gaat hij met de buurtbewoners praten. In het perfecte Gents dat hij aan zijn jongensjaren heeft overgehouden. "Frank Beke is iemand die in vlekkeloos Nederlands een intellectuele discussie kan voeren, maar even gemakkelijk vertelt hij in plat Gents een schuine mop aan een arbeider uit de Muide", vat Karin Temmerman samen.

De overlegcultuur wordt de rode draad in zijn bewind als burgemeester, maar om echt met de twee voeten in de Gentse realiteit te staan schakelt hij nog een versnelling hoger. "Het zijn de zaterdagmiddagwandelingen die hem populair hebben gemaakt", zegt Van Keymeulen. "Mensen appreciëren het om buiten verkiezingstijd een politicus over de vloer te krijgen. Beke heeft een grote geloofwaardigheid opgebouwd in tijden dat mensen steeds meer gingen twijfelen aan politici." Week na week, jaar na jaar ging Beke vooral in de volkswijken van Gent van deur tot deur. "Dat was geen imagebuilding", zegt Patrick De Witte. "Beke deed dat graag." Luk De Bruyker: "Ik heb het vaak meegemaakt dat hij om twee uur aanzette, terwijl het buiten regende en hij het elders veel gezelliger kon hebben. Maar hij maakte daar geen woorden aan vuil, hij deed het gewoon. Ik hoef er geen tekeninkje bij te maken dat zo'n burgemeester de verzuring tegengaat." Als het VB in 2003 in Gent voor het eerst tot stilstand wordt gebracht, zoomen de nationale media in op Frank Beke en is de heiligverklaring bijna vanzelfsprekend.

"Hij neemt de mensen au sérieux", zegt schepen Karin Temmerman. "Hoe banaal hun probleem ook mag lijken." Zo bijvoorbeeld die keer dat een vrouw hem om vijf uur uit zijn bed belde, omdat luidruchtige vogels haar uit haar slaap hielden. "Beke loste het probleem in een handomdraai op", zegt gewezen kabinetschef Van Massenhove. "Hij belde haar persoonlijk om dat te melden... om vijf uur 's ochtends. Niet dat hij een wraakzuchtig man is, hij vond dat gewoon grappig."

Hoe gereserveerd de burgemeester ook mag overkomen op wie hem niet kent, hij is iemand die graag lacht. Iemand ook die best graag van het leven geniet. Karin Temmerman: "Hij drinkt graag een pint. Tijdens de Gentse Feesten heeft hij niet veel nodig om recht te staan en aan het zingen te gaan." Luk De Bruyker: "Ik herinner me een voorstelling met het Spelleke van drei kluiten (satirisch poppenspel, GoV). Beke kwam kijken en bleef achteraf met een paar bekenden hangen. Hij nam de boel over en begon zelf een voorstelling te geven. Er zijn er weinig die zo veel scabreuze Gentse liederen kennen als Frank Beke."

Maar Beke is evengoed een liefhebber van de hoge kunsten. Een stevig Duits boek of een klassiek concert, ook dat brengt hem in vervoering. "Die interesse is oprecht", zegt Jef Geeraerts. "Hij zal nooit zomaar zeggen: 'Dat is een goed boek.' Nee, hij zegt waarom hij het goed vindt en welke passages hem geraakt hebben. En een concert is voor hem geen mondaine gelegenheid."

Niemand die er zich over verbaasde toen hij in 1995, na een jaar burgemeesterschap, ook Cultuur overnam toen schepen Dany Vandenbossche naar het parlement trok. Maar Beke onderschatte de taak, en het werd meteen de enige smet op zijn blazoen. "Een ramp was het", zegt De Bruyker. "Hij was nauwelijks aanspreekbaar voor de cultuursector. Begrijpelijk, dat wel, hij was ook burgemeester." Anderen nuanceren en zeggen dat Beke de verdienste heeft dat hij door zijn voortdurende aandacht de weg bereid heeft voor een "culturele mentaliteit" die van Gent een bruisende stad heeft gemaakt. "En het SMAK is er gekomen", juicht kunstpaus Jan Hoet nog steeds. "Beke heeft zijn ideeën altijd consequent vertaald naar het beleid. Zijn voorgangers droomden, hij deed het."

Het waren moeilijke jaren voor Beke, die moest functioneren met een erg nipt overwicht en enkele grote liberale ego's in zijn college. De achterban morde dat de VLD te veel in de pap te brokken kreeg, voor de buitenwereld was hij vooralsnog de grijze muis. Pas in zijn tweede termijn, vooruitgestuwd door 20.000 kiezers, groeide hij uit tot de 'grote meneer' die hij vandaag is.

De doortastende burgemeester, die zonder kuiperijen consequent zijn lijn volgt en anderen laat scoren in de plaats van ze tegen de schenen te schoppen. Die heel dicht bij de mensen staat en tegelijk genoeg afstand en integriteit aan de dag legt om niet in cliëntelisme te vervallen. Is dat het geheim van de mythe Beke? Allicht speelt de aanzwellende lofzang aan zijn adres een even doorslaggevende rol. Luc Van den Bossche: "Inderdaad, op een bepaald moment wordt het bon ton om te zeggen dat hij het goed doet." Dochter Freya: "Ik heb nagedacht over zijn kleine kantjes, maar eerlijk, die zijn er niet. Hij is het soort mens dat je zelf wil zijn." (pdw): "Ik kan met de beste wil van de wereld geen slecht woord over hem verzinnen. Ik vind het zelf vervelend." Geeraerts: "Ik kan geen ondeugd van hem noemen."

De doorsnee-Gentenaar ziet het net zo, gelooft Van Keymeulen. "'Beke is een brave mens', zegt die. Niet: 'Het is ne politieker.' Dat zegt alles. Ze dragen hem op handen."

Alleen Pierke Pierlala treurt erom, zegt De Bruyker. "Voor Pierke is Beke een saaie figuur. Hij heeft een bijna smetteloos parcours gereden. Als mens ga ik hem missen, maar als satiricus zie ik met veel genoegen zijn opvolger het toneel betreden."

Net als Beke zelf.

8 oktober 2006. De stemmen zijn geteld en al wat socialistisch is in Gent zakt af naar De Cirk in de Zebrastraat, waar het feestje op gang komt. Zo ook Beke, die wordt onthaald op een minutenlange ovatie. "Hij stond kapot te gaan, want daar houdt hij helemaal niet van", zegt Van Massenhove. "Je zag hem angstvallig rondkijken en denken: 'Waar zit Daniël Termont?' Het verwarmt zijn hart, maar genieten doet hij niet. Nee, Beke zal met plezier in de anonimiteit verdwijnen."

Gewezen schepen Freya Van den Bossche:

Ik heb nagedacht over zijn kleine kantjes, maar eerlijk, die zijn er niet. Hij is het soort mens dat je zelf wil zijn

Schrijver Jef geeraerts:

Geen Antwerpse flamboyance bij Beke. Hij beheerde de kas met een calvinistische zuinigheid

Schepen Karin Temmerman:

Hij neemt de mensen au sérieux. Hoe banaal hun probleem ook mag lijken

Gewezen kabinetschef Frank Van Massenhove:

Nee, Beke zal met plezier in de anonimiteit verdwijnen

Oud-gouverneur Herman Balthazar:

Hij had altijd een stevige dossierkennis, maar hij heeft zich nooit geprofileerd

Gewezen VLD-schepen Fientje Moerman:

Hij is geen dictator. Voor hem was de ploeg belangrijk

Eerste schepen Sas Van Rouveroij:

Hij is geen politieke aristocraat geworden omdat hij toevallig burgemeester was. Dat maakt hem zo groot

Columnist Patrick De Witte:

Voor mij was hij gewoon Frank, onze ongelooflijk vriendelijke buurman

Journalist Karel Van Keymeulen:

Hij zocht de media niet op, hij deed rustig zijn werk als schepen

Oud-burgemeester Gilbert Temmerman:

Hoe minzaam Beke ook is, hij is trouw aan zijn opvattingen

Schepen Karin Temmerman: 'Frank was de man die zich onderscheidde met zijn dossierkennis, zijn diepe stem en zijn mooi Nederlands.Gilbert Temmerman: 'Hij heeft de stadsvernieuwing op gang getrokken die Gent gemaakt heeft tot wat het vandaag is.'Freya Van den Bossche:

'Hij is de meest bescheiden mens die ik ken. Hij kon zich gewoon niet inbeelden dat iemand op hem zou stemmen'