Direct naar artikelinhoud

Vluchteling in eigen land

MEMOIRES. Hoe was het om als Jood in nazi-Duitsland tijdens de oorlogsjaren onder de radar te blijven? De herinneringen van Marie Jalowicz laten weinig aan de verbeelding over.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog slaagden ongeveer 1.700 Joden er in Berlijn in om aan de Shoah te ontkomen. Joodse onderduikers werden U-Boote genoemd. Jarenlang zwierven ze van het ene onderduikadres naar het andere.

Een van die duikboten was Marie Jalowicz (1922-1998). Na de dood van haar vader in maart 1941 besloot de dochter uit een welgesteld en vroom gezin haar dwangarbeid in een wapenfabriek te ontvluchten, omdat ze voorvoelde dat de nazi's alle Joden op termijn zouden deporteren. Een stoutmoedige beslissing, want propagandaminister Joseph Goebbels had gezworen dat hij de hoofdstad van het Derde Rijk zo spoedig mogelijk Judenfrei zou maken.

In Ondergedoken vertelt Marie Jalowicz (in 1946 trouwde ze met haar naar Palestina geëmigreerde schoolvriend Heinrich Simon) brutaal eerlijk en bevlogen hoe ze vier jaar lang van het ene achterkamertje, opklapbed of kelderhok naar het andere verhuisde, nu eens verstopt door overtuigde antifascisten, dan weer ondergebracht door fanatieke aanhangers van Adolf Hitler die nooit vermoedden dat ze een Jodin onderdak verschaften.

Het was haar zoon, de historicus Hermann Simon, die zijn moeder er kort voor haar dood toe kon bewegen haar oorlogsherinneringen op cassettebandjes in te spreken. De ontboezemingen leveren enerzijds een ongezouten portret op van een vranke vrouw, anderzijds een indringende inkijk in het Berlijn van de onderklasse.

De zelfbewuste vrouw paart haar fenomenale geheugen voorts aan een messcherp inzicht in de emotionele en verstandelijke kwaliteiten en gebreken van haar proletarische redders. En hoewel haar koelbloedigheid haar telkens weer uit gevaarlijke situaties redde, gaf ze toe dat het toeval uiteindelijk de beslissende factor bij haar overleven was geweest.

Na de oorlog bouwde Marie Jalowicz Simon een carrière uit aan de Humboldt-universiteit in Oost-Berlijn, eerst als docente voor het vak geschiedenis van de klassieke filosofie, later als professor klassieke literatuur- en cultuurgeschiedenis. Het lijkt vreemd dat ze besloot om in de DDR te blijven, een dictatuur die haar burgers met de hulp van de Stasi en diens honderdduizenden spionnen veel efficiënter onder de knoet hield dan de Gestapo ooit had gekund.

Wat dacht Marie Jalowicz Simon van haar land? In het nawoord van haar zoon wordt dat onderwerp zorgvuldig uit de weg gegaan. Wellicht is het antwoord op de vraag eenvoudig: tijdens de oorlog vond ze vaak onderdak bij communisten. Het was ongetwijfeld hun warmmenselijkheid - en niet hun rigide ideologische overtuigingen - die Marie Jalowicz Simon ertoe heeft aangezet om na de bevrijding haar rode vrienden nooit meer in de steek te laten.

Trotse vrijheid

Ondergedoken bezet een bijzondere plaats in de intussen uitgebreide literatuur over Joodse onderduikers in nazi-Duitsland. Zelden heeft iemand zo rauw en onbevangen zijn hart opengelegd. Zelden werd zo onderhoudend en gevat het antifascistische Berlijn beschreven. Zelden schreef iemand met een grotere empathie over de kleine kanten van diegenen die hun leven op het spel zetten om een Jood uit de klauwen van de Jodenjagers te houden.

Ten slotte weerklinkt door het boek een uiterst krachtige oproep. Marie Jalowicz Simon was jarenlang opgejaagd wild. Desondanks hield ze koppig vol 'in trotse vrijheid' te schrijden.