Amy Winehouse stierf door drankmisbruik

Amy Winehouse is overleden omdat ze te veel alcohol had gedronken. Dat is het besluit van de lijkschouwer die de autopsie heeft verricht op het lichaam van de zangeres.

Winehouse had volgens het onderzoek 4,16 promille in haar bloed. Dat is vijf keer de limiet voor automobilisten in het Verenigd Koninkrijk. Hoeveel ze precies heeft gedronken, is niet duidelijk. Maar in haar Londense flat waar ze op 23 juli gevonden werd, lagen drie lege vodkaflessen, twee grote en een kleine.

Het "onbedoelde gevolg" van dat overmatig drankgebruik leidde volgens de lijkschouwer tot haar "plotselinge en onverwachte dood." Andere doodsoorzaken zijn er niet. Tijdens het onderzoek werden er geen sporen naar andere 'illegale substanties' in het lichaam van Winehouse gevonden.

De 27-jarige Winehouse was al jaren verslaafd aan alcohol en drugs. Volgens het onderzoek had de zangeres voor haar dood gedurende drie weken geen druppel alcohol gedronken. Door de grote hoeveelheid alcohol die ze plots dronk, is ze gestopt met ademen en in een coma beland.

Het onderzoek geeft ook aan dat Winehouse in haar bed gevonden werd door een bodyguard. De man was om 10 uur 's ochtends haar kamer binnengegaan, maar dacht dat ze sliep. Toen hij om drie uur in de namiddag zag dat ze nog steeds in exact dezelfde positie lag, verwittigde hij de hulpdiensten.

Amy Winehouse werd wereldberoemd dankzij haar album Back to Black uit 2006, een album waarin ze onder andere zong over haar weigering om haar te laten opnemen voor haar verslavingen. Na haar dood werd dat album opnieuw massaal gekocht. Het is nu het best verkochte album van de eeuw in Groot-Brittannië.