Direct naar artikelinhoud

Ongelijkheid in Europa neemt toe, België blijft stabiel

Hoewel de kloof tussen arm en rijk in Europa blijft groeien, is die in België tegen alle verwachtingen in gelijk gebleven. Dat stelt de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).

In het rapport Divided we stand. Why inequality keeps rising schetst de OESO een ongemeen somber beeld van de kloof tussen arm en rijk. Het gemiddelde inkomen van de rijkste 10 procent van de bevolking is nu zowat negen keer het inkomen van de armste 10 procent. Vooral de geïndustrialiseerde, ontwikkelde economieën slagen er maar niet in het gat te dichten. Sinds midden jaren tachtig is de kloof met 10 procent toegenomen.

België krijgt wel goede punten van de organisatie. Waar de Gini-coëfficiënt (waarbij nul voor totale gelijkheid staat en één voor algehele ongelijkheid, sv) in 17 van de 22 OESO-landen is gestegen, blijft ons land samen met Hongarije en Frankrijk stabiel. Enkel in Turkije en Griekenland is sprake van een daling.

Meer zelfs, België heeft samen met onder meer Denemarken en Noorwegen een van de laagste ongelijkheidscijfers. Dit in schril contrast met Groot-Brittannië, waar het inkomen van de rijkste 10 procent van het land veertien (!) keer groter is dan van de armste evenknie.

Waarom België het opvallend beter doet dan het merendeel van de OESO-landen is volgens de organisatie te wijten aan de inkomensbelasting enerzijds en de sociale bijdragen anderzijds. Die maatregelen hebben een cruciale rol gespeeld in het verkleinen van de inkomensongelijkheid, benadrukt de OESO in het rapport.

Ons land doet het misschien behoorlijk, in de meeste andere ontwikkelde landen blijft de ongelijkheid stijgen. "Het sociaal contract begint in heel wat landen te ontrafelen", zegt Angel Gurria, secretaris-generaal van de OESO, in een communiqué. "Deze studie ontkracht de veronderstelling dat de voordelen van economische groei automatisch zullen doorsijpelen naar de benadeelden en dat een grotere ongelijkheid een grotere sociale mobiliteit zal teweegbrengen."

Investeren in mensen

Grote schuldige voor de groeiende ongelijkheid is volgens de OESO de economische crisis. Het is nu ook voor het eerst dat in landen als Duitsland en Zweden de inkomensongelijkheid toeneemt. De bezuiningsmaatregelen die massaal worden ingevoerd, kunnen die druk verder verhogen.

"Een toenemende ongelijkheid is niet onvermijdelijk", zegt Gurria. "Het bijscholen van de beroepsbevolking is verreweg het krachtigste instrument om de groeiende ongelijkheid tegen te gaan. Het investeren in mensen moet al beginnen in de vroege kindertijd en moet daarna voortgezet worden tijdens de studies en de carrière."