Direct naar artikelinhoud

In de kou door te dure opvang

Omdat hun ouders de factuur van de opvang niet kunnen betalen, staan kinderen in de kou voor de Sint-Karelschool in Molenbeek. 'Opvang is tegenwoordig een eis van ouders', zegt de directeur. 'Maar wij scheuren er onze broek aan.'

In de Klokbloemenstraat staan de witte vuilniszakken om 8 uur netjes buiten. Een vrouw laat zich door een schoothond aan de leiband voorttrekken. Dit is een eenvoudige woonwijk in Molenbeek. Zonder grandeur, maar ook vrij van de schrijnende armoede die elders in deze gemeente van de portieken druipt.

Hier ligt de Nederlandstalige basisschool Sint-Karel. Van de 130 leerlingen spreekt niemand thuis Nederlands. 98 procent heeft een zwak sociaal-economisch profiel. Om 8.25 uur glipt een treintje van een tiental kinderen de hal in. Hun ouders kunnen de opvang voor de schooluren niet betalen. De kinderen staan op straat. Dat is al zo sinds september, toen het betaalsysteem werd ingevoerd. Nu het koud is, valt het ook op.

Directeur Lieven Lemmens kijkt getormenteerd wanneer hij de school verdedigt. "We hebben nog nooit een kind opvang geweigerd. Daar passen we dan dubbel bij. Maar ouders duwen mij een factuur onder de neus en zeggen: 'Dit kunnen wij niet betalen.'"

Bomvol

Opvang kost 2,40 euro per uur. Vorig jaar was dat 3 euro, maar enkel voor avondopvang. "Werkende ouders klaagden dat zij opdraaiden voor de gratis ochtendopvang." De kosten werden gespreid. "Opvang is tegenwoordig een eis van ouders", zegt Lemmens.

Niet alleen van ouders die werken maar ook van alleenstaande moeders, solliciterende vaders en ouders die al dan niet onder druk van de VDAB een opleiding volgen. "De meest kwetsbare zijn goed vertegenwoordigd in deze school."

En als de ouders nu eens zelf de handen uit de mouwen steken? Lemmens zegt dat opvang om gekwalificeerd personeel vraagt, en dat de organisatie en verantwoordelijkheid van een systeem van vrijwilligers toch bij de school belandt.

De school betaalt een firma 46.000 euro voor het toezicht, een te grote hap uit de werkingsmiddelen van 130.000 euro. "We scheuren daar als kleine vzw onze broek aan", zegt Lemmens. Het aantal kinderen in de ochtendopvang liep terug van 80 naar ruim 30. Het contract is heronderhandeld naar 30.000 euro. Leerkrachten springen nu in.

Een zestal leerlingen is al vertrokken, enkele anderen staan elders op een wachtlijst. "Ik heb nog het geluk dat de scholen in de buurt bomvol zitten", zegt Lemmens. Uitwijken doen leerlingen bij voorkeur naar gemeentescholen, waar opvang 15 tot 30 euro per maand kost, afhankelijk van het inkomen.

Gediscrimineerd

Volgens het decreet 'flankerend onderwijsbeleid' is een gemeente die 'sociale voordelen' zoals opvang in haar eigen scholen subsidieert, verplicht om ook de andere scholen te ondersteunen. Dat doet Molenbeek niet, zeggen Lemmens en collega-directeurs van het vrije net.

Zo moeten zij ook vervoer naar activiteiten, zoals zwemmen, uit eigen zak betalen. Vier katholieke Franstalige scholen hebben de gemeente voor de rechter gedaagd omdat ze zich gediscrimineerd voelen. Een uitspraak wordt binnenkort verwacht. Schepen Annalisa Gadaleta (Groen) zegt dat het bestuur wel tot een oplossing wil komen. "Maar het is geen geheim dat Molenbeek er financieel niet zo goed voor staat."

Gunther Rens, stafmedewerker bij de Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten (VVSG), noemt de wetgeving 'flankerend onderwijsbeleid' "vaag en vrij complex. Maar het is voor een gemeente onbetaalbaar om opvang voor alle kinderen op haar grondgebied te organiseren."