Direct naar artikelinhoud

Muziek in Brussel, vroeger en nu

Uit de beschouwingen die Karel Van de Woestijne over het muziekleven in Brussel in de twintiger jaren van de vorige eeuw publiceerde in de Nieuwe Rotterdamsche Courant, blijkt dat onze hoofdstad ver vooruit liep op Parijs.

De Muntschouwburg creëerde werk na werk: opera's, balletten,... terwijl de tentoonstellingen van 'La libre esthétique' gepaard gingen met kamermuziekconcerten van Franse componisten die vaak in hun thuisland nog niet gespeeld werden. Van de Woestijne herinnert zich ook de vooroorlogse tijd, want bewondert de 'Franckisten', de leerlingen en volgelingen van de naar Parijs uitgeweken Luikenaar César Franck.

Hij vernoemt in dat verband ook ene Alfred Bruneau, een leerling van Franck en Massenet, nu enkel nog bij specialisten bekend als de componist van opera's als Messidor, die hij schreef op libretto's van zijn vriend Emile Zola en waarmee hij het realisme in de opera wilde introduceren. Donderdag brengen koor en orkest van de Munt zijn Requiem; vermoedelijk is het voor het eerst sinds de dagen van Van de Woestijne dat er nog een werk van de man bij ons wordt gespeeld.

Wijst dat op een renaissance van de Franse muziek? Als je naar de cd-markt kijkt, ben je geneigd dat te geloven. De laatste maanden is er een overvloed van Franck-, Ravel- en Debussy-opnames uitgebracht.

Een nieuwe blik op Debussy komt van Jos van Immerseel en zijn orkest Anima Eterna. La Mer, Prélude à l'après-midi d'un faune en de georkestreerde Images klinken in hun originele instrumentatie nog altijd even indrukwekkend maar minder 'impressionistisch', symfonischer zelfs. Dat is wellicht meer aan de dirigent te danken dan aan de instrumenten: Van Immerseel houdt niet van vage penseelstreken, hij wil het volle licht.

Uit de Munt komt een koffertje met alle kamermuziekwerken van César Franck. Van de meeste werken zijn er wel verfijndere of meer geïnspireerde interpretaties te verkrijgen maar als geheel is het een oerdegelijk en op vele plaatsen zelfs zinderend geheel. Het Filharmonisch Orkest van Luik heeft van de symfonie van dezelfde Franck zowat haar signatuurstuk gemaakt; het heeft er, nu onder zijn nieuwe muziekdirecteur Christian Arming, weer een nieuwe opname van gemaakt (we zijn ondertussen de tel kwijt). Interessanter zijn de beide andere werken op de cd, het symfonisch gedicht naar Victor Hugo Ce qu'on entend sur la montagne en het allegorische ballet Hulda.

Tot slot verenigt de achttienjarige Taiwanese violist Yu-Chien Tseng (publieksprijswinnaar op de laatste Elisabethwedstrijd) Franck, Ravel en Debussy op één cd. Een groot talent, ongetwijfeld, met een superbe techniek en een groot muzikaal enthousiasme. Zoals zo vaak, zal het afhangen van de invloeden die hij ondergaat of hij een echte eigen stem krijgt. Nuance, bescheidenheid en kritische zin zijn de sleutelwoorden. Kritische zin? Niet alleen Van de Woestijne, ook Debussy en Bruneau waren recensent.

Requiem van Bruneau en vioolconcert van Berg, donderdagavond in het Paleis voor Schone Kunsten.

Debussy door Van Immerseel op Zig-Zag Territoires; Franck door solisten van de Munt op Cyprès; Franck door het orkest van Luik en kamermuziek door Yu-Chien Tseng op Fuga libera.