Direct naar artikelinhoud

Wie is de schuldige? Wie kunnen we straffen? Crazy!

Virtuoos balanceert hij tussen schuldig en spijtig, Wim Helsen. 'Er moet tegenwoordig precies altijd iemand hangen', zegt de 44-jarige cabaretier over 'Spijtig, spijtig, spijtig', zijn nieuwe voorstelling. 'Maar voorts heb ik de indruk dat we hier over het algemeen goed voor elkaar zorgen.'

'Baby do you understand me now

If sometimes you see that I'm mad

Don't cha know that no one alive can always be an angel?

When everything goes wrong you see some bad'

(Uit: 'Don't Let Me Be Misunderstood', van Nina Simone)

12 januari, eerste couplet

Als een ongewilde gast verwelkomt 2013 zijn tweede zaterdag. Van de avond krijgt het kwik een kopstoot. Wolken worden draken, sterren vatten vuur. Kil knipoogt De Meerse, een keurige schouwburg in het Nederlandse Hoofddorp, naar de toekomst. De Grote Zaal, vijfhonderdtwintig stoelen, stroomt vol. Luid, loom, langzaam. In Hoofddorp geen haast.

Tot, plots, Wim Helsen het podium bestormt, als een vandaal in maatpak, en op de tonen van Massive Attack de op twee na laatste try-out van Spijtig, spijtig, spijtig start. Naast Helsen enkel een glas water op het podium, als een verdwaalpaal op het strand, en een rol plakband. Witte.

"Ja, ik ben er", zegt Helsen, en vastberaden stapt hij de verbeelding binnen. Ruim anderhalf uur zal de vandaal in maatpak dansen, huilen, zwijgen. Hokjes maken, hokjes afbreken. Betoveren. Meesterlijk ment Helsen de massa. Dwingt hij tot lezen. Ontcijferen. Zoeken. Zijn dictie imponeert, zijn taal flitst, zijn lijf vat koorts. Alsof er om 's mans geest geen sluit-spier knelt. Helsen treft, Helsen troost. Helsen kolkt.

Maar, en net daarin schuilt het meesterschap, de beheersing is totaal.

'Ya know sometimes, baby, I'm so carefree

With a joy that's hard to hide

Then sometimes again it seems that all I have is worry

And then you're bound to see my other side'

(Uit, alweer: 'Don't Let Me Be Misunderstood', van Nina Simone)

26 januari, tweede couplet

Doorspoelen, nu, naar een zonnige maandagochtend eind januari. In café De Wattman, hartje Berchem, bestelt Wim Helsen een café latte. De vandaal is tot jongen verveld, het maatpak tot jeans en trui. "Heb je de opening van Gazet van Antwerpen gezien?", vraagt Helsen. "'Bejaarde opgegeten door eigen ratten.' Gruwelijk. Maar als dat het belangrijkste nieuws van de dag is, valt het volgens mij nog wel mee met de wereld."

Vier dagen voor dit gesprek is in Amsterdam Spijtig, spijtig, spijtig in première gegaan, een wrang sprookje. Schrijft de Volkskrant: "Het is een mooi filosofisch betoog met krankzinnige voorbeelden en uitstapjes, waarbij aanklager, verdediger en de persoon in de beklaagdenbank voortdurend van positie wisselen. Uiteindelijk is er maar een gradueel verschil tussen de uitspraak 'schuldig' of 'spijtig'."

In België is Helsens vierde en meest complete voorstelling vanaf donderdag te zien, eerst in de Arenbergschouwburg in zijn thuishaven Antwerpen, daarna overal in het vlakke land. Bijsluiter, echter: kijken, luisteren naar Spijtig, spijtig, spijtig voelt alsof onverhoeds een lucifer wordt aangestreken.

Het leven, een lucifer. Helsen, een pyromaan. Een genadige pyromaan, dat wel. Eentje met een voorliefde voor zwarte soul, bovendien. Midden in Spijtig, spijtig, spijtig vecht Helsen, als een bezeten ballerina, met zijn demonen. Op de tonen van 'Don't Let Me Be Misunderstood', van Nina Simone.

Helsen: "Oorspronkelijk was ik niet van plan om in deze voorstelling muziek te gebruiken. Maar bij een try-out heb ik dat liedje eens gedraaid, toen het publiek de zaal binnenkwam. Ik begon er spontaan op te bewegen en voelde direct dat het tof zou zijn om het ook in de voorstelling te verwerken. Dat lukte, en gaandeweg is het nummer de show binnengeslopen."

Het refrein vat in twee zinnen de kern van Spijtig, spijtig, spijtig samen. 'I'm just a soul whose intentions are good. Oh Lord, please don't let me be misunderstood.'

"Dat is waar. Al is dat voor mij niet zozeer de samenvatting van de voorstelling, maar wel de samenvatting van wat de figuur op het podium drijft. 'Don't let me be misunderstood': dat onbegrip vreest hij heel fel. Maar hij zorgt er zelf voor, want hij doet geen enkele moeite om de anderen te begrijpen. De figuur op het podium is er zich compleet niet van bewust dat hij het zelf in de hand werkt, dat het eigenlijk aan hem ligt dat hij overal verkeerd begrepen wordt."

Het podium als metafoor voor de samenleving.

"Onbegrip is op zich niet zo erg. We komen allemaal elke dag wel dingen tegen die we niet begrijpen. Maar het wordt negatief wanneer je je in dat onbegrip vastbijt. Ik kan bijvoorbeeld niet begrijpen dat jij vandaag dat soort trui draagt, ik zeg maar iets. Een blauwe, met van die ellebooglappen. Het kan goed zijn dat ik over twee jaar nog altijd over jou spreek als 'die gast die blauwe truien draagt met ellebooglappen, en dat in deze tijd!' Wat ik dan doe, is mij vastbijten in mijn onbegrip en mij dus beter maken dan jou. Op het gebied van truien, mode, of wat dan ook. Dat voelt heel comfortabel. Impliciet zeg ik namelijk dat ik je door die trui niet serieus moet nemen. Met als gevolg dat ik alles wat moeilijk ligt tussen ons, simpel kan klasseren. Want dat doen we voortdurend met elkaar, klasseren: hij is dát soort kerel, die ooit dát heeft gedaan."

We zijn ons er vaak niet van bewust hoe arrogant we handelen. Tegenover anderen, de natuur, onszelf...

"Klopt. En ik heb de indruk dat het verergert, dat de sfeer agressiever wordt, dat mensen minder geneigd zijn om begrip voor elkaar op te brengen. Maar tegelijk merk ik ook dat het tegenovergestelde gebeurt, dat er steeds meer mensen zijn die goed gewapend zijn tegen die agressie. Als ik naar de jongeren van vandaag kijk, zie ik heel idealistische mensen, die gedreven zijn door een grote zin om de dingen beter te maken. Ze leven meer en zitten minder vast dan de vorige generaties. En ze staan bovendien met meer realisme in het leven.

"Zelf was ik naïever, dromeriger, vager. Jongeren van nu willen én plezier maken, op een open manier, én zijn zich goed bewust van alle gevaren."

Ze worden strikt geviseerd, de jongeren. Falen mag niet meer, een sneeuwbal houdt risico in.

"Vorige week stond ik aan de schoolpoort van mijn zoontje. Alle kinderen waren aan het glijden en met sneeuwballen aan het gooien. Puur plezier. Alle ouders stonden ernaar te kijken, ik had zin om mij ertussen te smijten en mee te doen, maar als enige ouder zou dat misschien een beetje raar geweest zijn.

"Dus ja, als er een kind met sneeuwballen gooit, er ijs in die sneeuwbal blijkt te zitten en er iemand gewond raakt: dat is erg. Maar die angst mag geen reden zijn om alle kinderen te verbieden om met sneeuwballen te gooien.

"De angst om te falen woedt hard. Angst om een been te breken, om per ongeluk een kop dooreen te schudden, wat dan ook. Het gevaar is dat we onze kinderen en ook elkaar meegeven dat we geen risico's meer mogen nemen. Een verkeerde boodschap. En tegelijk wil niemand dat zijn eigen kind iets overkomt. Een interessante, maar moeilijke spanning."

Vindt u het zelf gemakkelijk om kinderen groot te brengen, in de tijd van nu?

"Mijn dochter is veertien, mijn zoon negen, en de aandacht die ze van hun leerkrachten krijgen, vind ik ongelooflijk. Hoe die kinderen zichzelf mogen zijn, hoe ze functioneren, hoe ze kunnen spelen en tegelijk leren: ik kan er alleen maar met grote verwondering naar kijken. In dat opzicht is het zeker een hele goeie tijd om kinderen te hebben.

"Maar de dingen die veel ouders bang maken, maken ook mij bang. Waar gaat het naartoe met deze wereld? Met het milieu? We leren onze kinderen hun mogelijkheden te ontdekken, zodat ze later vrij kunnen kiezen wat ze willen doen. Maar zullen ze nog wel kúnnen kiezen? Zullen er nog wel mogelijkheden zijn? Zal er nog wel werk zijn?

"Agressie en drugs, ook dat maakt mij bang. En het idee dat het nooit goed genoeg is, dat je er altijd bovenuit moet steken. Al die tv-programma's over topmodels bijvoorbeeld, waarin een beeld wordt voorgespiegeld van hoe meisjes moeten zijn: mijn dochter kijkt er ook naar. Dat zal zijn invloed hebben. En hoe meer het beeld geregeld wordt van wie je moet zijn, wat je moet hebben, hoe je er moet uitzien om erbij te horen, hoe beperkender het voor kinderen en pubers wordt. Ook voor volwassenen, trouwens. Maar hoe sterker die greep wordt, hoe groter ook de behoefte om eraan te ontsnappen. Daar geloof ik dan ook weer in. (zwijgt)

"Maar over het algemeen heb ik dus het gevoel dat er vrij goed voor elkaar gezorgd wordt. Er wordt vaak langs alle kanten hulp aangeboden. Het gevaar bestaat wel dat we veel dingen vanzelfsprekend vinden, en er niet meer blij om zijn."

Gebeurt dat nu meer dan vroeger volgens u?

"Dat is typisch aan ons, de mensen, denk ik. Zodra het beter wordt, vergeten we hoe het vroeger was. Als vijftienjarige heb ik ook te horen gekregen dat ik een ondankbare hufter was, en dat ik niet besefte hoe verwend ik wel was, met mijn collectie van tweeëntwintig platen. Dat klinkt nu misschien compleet belachelijk, maar het zit gewoon in ons om de waarde van de dingen pas te beseffen als ze plots wegvallen."

En met die teleurstelling kunnen we vervolgens maar moeilijk om.

"Het eerste wat altijd gebeurt als er iets misgaat, is een schuldige zoeken. Iemand die alle verwijten op zijn kop kan krijgen. Neem de Fyra. Op mij is het toevallig van toepassing, omdat ik nu vaak tussen Antwerpen en Amsterdam reis, maar op veel mensen heeft die mislukte trein absoluut geen invloed. Het is vervelend en er is veel geld mee gemoeid, maar het is toch ook het einde van de wereld niet? Je geraakt nog altijd in Amsterdam, ofwel duurt het wat langer ofwel kost het wat meer. En toch moet er per se iemand hangen. 'Wie is de schuldige? Wie heeft dat besteld? Wie kunnen we straffen?' Dat is de toon, alsof het een gruwelijke halszaak betreft. Crazy."

Naast angst en onbegrip drijft Spijtig, spijtig, spijtig ook op agressie. Zowel fysieke als mentale. Een emotie waar u graag mee speelt.

"Agressie is dan ook heel erg aanwezig tegenwoordig. Alles wat fysiek agressief is, daar huiveren wij van. Dat vinden we heel beangstigend en willen we heel snel bannen. Maar met alle andere vormen van agressie, verbaal of via uitsluiting, weten we minder goed raad.

"Mijn zoon bijvoorbeeld, nochtans geen pestkop, vertelde onlangs over hoe hij en zijn vriendjes het soms zo hard op hun heupen krijgen van een jongetje uit zijn klas dat ze hem harde stompen geven. Die jongen is wat wij 'karaktergestoord' zouden noemen, maar daar hebben die kinderen geen idee van. En dus worden ze voor hun stompen gestraft.

"Ik weet eerlijk gezegd niet of dat altijd een goede zaak is, straffen. Akkoord, je moet je agressie kunnen kanaliseren, maar het is in ieder geval beter dat je die gevoelens uit, dan dat je ze opkropt en laat verkankeren.

"Bij het personage dat ik in de voorstelling neerzet, leeft ook heel wat agressie. Maar hij probeert die emotie te onderdrukken en wil ze niet laten zien. Omdat het niet hoort, zoals wij allemaal denken. En dan opeens komt het er, op een heel verwrongen manier, toch uit. Dat zie je tegenwoordig ook vaak.

"Gelukkig zijn wij hier van dergelijke uitspattingen nog relatief gespaard gebleven. Als je het vergelijkt met Amerika, vind ik onze samenleving een stuk minder ongezond. Hier zorgen wij beter voor elkaar. Er is minder polarisatie, meer begrip, en we zijn meer bereid om naar elkaar te luisteren.

"Maar misschien gaat het toch fout, en blikken we over dertig jaar op deze tijd terug als 'het jaar dat er op geen enkele school in Vlaanderen een kind werd doodgeschoten', net zoals we nu terugdenken aan de jaren vijftig als 'de tijd waarin we onze fiets nog ongesloten op straat konden laten staan'. Stel je voor. Het zou kunnen, maar laten we hopen dat het niet zo is."

Op een subtiele manier zegt u in Spijtig, spijtig, spijtig heel veel over de samenleving van vandaag. Het succes van N-VA, de jaren 30-speech van de koning, de dolle schutter in de VS, Syrië: men kan het er allemaal in zien. En dan zegt een toeschouwer op Radio 1, na de avant-première: 'Het verhaal gaat eigenlijk helemaal nergens over'.

"Echt? (zwijgt) Tja, dat gevaar bestaat nu eenmaal altijd, ik kan daar niet veel aan veranderen. Hoe explicieter ik zou worden, hoe meer de voorstelling aan kracht zou verliezen. Het mag er niet te dik op liggen. Ik wil een aantal dingen laten zien, en ik hoop dat ik ze helder genoeg toon om begrepen te worden. Maar het blijft altijd schipperen, en het gevolg is inderdaad dat een deel van de mensen het niet ziet. Dat hoort er helaas bij."

Tijdens de voorbereiding op Bij mij zijt ge veilig las u de biografieën van Adolf Hitler en Mao Zedong. Welke boeken hebben u ditmaal geïnspireerd?

"Ik ben grote fan van Haruki Murakami. Wat ik in zijn boeken fantastisch vind, is dat de hoofdfiguur altijd heel erg van binnen uit vertelt, over hoe hij de wereld en zijn omgeving ervaart. Een verhaal van Murakami start ook steeds in een heel realistische setting, maar na een tijdje verschuift er altijd iets, en komen we opeens in een ander universum terecht waar de dingen niet meer zijn zoals we ze normaal percipiëren. Onbewust is dat gevoel zeker in Spijtig, spijtig, spijtig geslopen."

Wat heeft het maken van deze voorstelling u geleerd?

"Alles waar de figuur op het podium slachtoffer van is, zit ook in mij. Anders zou ik het niet kunnen bedenken. De neiging om anderen van alles te verwijten, de neiging om alles wat ongemak of frustratie zou kunnen veroorzaken niet te willen voelen, en te gaan lopen, de neiging om begrepen te willen worden - soms zo hard dat er geen ruimte meer is om de andere te verstaan: het zit allemaal in mij. Want ja, ik ben zelf ook al dikwijls de mist ingegaan. Ik heb intussen wel het bewustzijn ontwikkeld om te beseffen wanneer, waarom en hoe ik de mist ben ingegaan.

"Maar ik ben nooit bewust aan het leren. Tijdens het maken van deze voorstelling heb ik wél geleerd om los te laten. Soms reageerden de mensen niet zoals ik het had gewild. Maar nu heb ik geleerd me over te geven aan wat er op het moment zelf gebeurt, aan hoe de zaal reageert. Er is een ideaal scenario, maar dat lukt maar één keer op de twintig. Al die andere keren mag ik niet meer gefrustreerd worden, moet ik 'spijtig' kunnen zeggen en met plezier verder spelen. Dankzij Spijtig, spijtig, spijtig heb ik dus geleerd om 'spijtig' te kunnen zeggen, ja. (lacht) Of beter: ben ik aan het léren om 'spijtig' te kunnen zeggen, want ik ben er nog volop mee bezig."

Mag ik, tot slot, Spijtig, spijtig, spijtig het maaksel van een groot kind noemen?

"(lacht) Ja, graag, dank je. Spelen is sowieso waar het bij mij altijd om draait. Dat blijft het belangrijkste. Misschien dat ik mij daarom onder acteurs ook meestal zo snel thuis voel, denk ik. Die gedragen zich vaak nog veel onnozeler dan comedians, in de goede zin van het woord. Kinds zijn, ja, dat ligt mij wel."

'If I seem edgy

I want you to know

I never mean to take it out on you

Life has its problems

and I get more than my share

but that's one thing I never mean to do

Caus' I love you

Oh baby

I'm just human

Don't you know I have faults like anyone?'

(Uit, jawel: "Don't Let Me Be Misunderstood", van Nina Simone)

12 januari, laatste couplet

Nog even, als afronding van dit verhaal, terug naar Hoofddorp, een uur na de voorstelling. De maan schijnt helder, de foyer loopt zachtjes leeg. Samen met Randall Casaer, vriend en regisseur, en Erwin Paulussen, vriend en coach, laat Wim Helsen stoom af. Schijnbaar achteloos krijgt het drietal een korf bitterballen onder de neus geschoven. Helsen lacht.

Als betrof het een virtuele schouderklop verschijnt op het scherm aan de muur een tweet. 'Zelfgemaakte jam, een chardonnaytje, quality time en een pyromaan met een sprekend hert bij een hoer. Kortom: Wim Helsen.'

Helsen lacht, niet voor het laatst.

Spijtig, spijtig, spijtig beleeft donderdag 7/2 zijn Belgische première in de Arenbergschouwburg in Antwerpen. Daarna trekt Wim Helsen op tournee door het hele land. www.wimhelsen.be