Direct naar artikelinhoud

Duitse oppositie laakt gemoedelijke omgang van bondskanselier met Russische president

Poetin laat wet stemmen die kleine partijen uitsluit van verkiezingen

'Schröder is te goede vriend van Poetin'

Binnen de Duitse oppositie, maar ook binnen de regeringspartij Die Grünen, is er kritiek op kanselier Gerhard Schröder en diens al te gemoedelijke omgang met de autoritaire Russische president Poetin. Schröder zou Poetin sparen omdat Rusland de belangrijkste Europese handelspartner van Duitsland is.

Brussel / Berlijn

Eigen berichtgeving

Frank Schlömer

Bondskanselier Schröder zou ter wille van de goede handelsrelaties niets zeggen over Poetins aanpak in Tsjetsjenië, de provocatieve houding van het Russische staatshoofd in Oekraïne en de recente machinaties rond het Joekos-olieconcern, zo zeggen vele Duitse politici. Zelfs de Franse filosoof en Duitsland-kenner André Glucksmann meent kritiek te moeten hebben en formuleert die scherper van de Duitse politieke oppositie. "De vriendschap tussen Schröder en Poetin is gewoon schandalig", zei Glucksmann een tijdje geleden.

De kritiek wordt nog gevoed door het feit dat Schröder en Poetin regelmatig onder vier ogen met elkaar praten en dat daar niemand, zelfs geen tolk, iets over kan weten. De voormalige topspion van de KGB, Vladimir Poetin, heeft jaren in de ter ziele gegane DDR gewerkt (hij woonde in Dresden) en spreekt perfect Duits.

Schröder en zijn omgeving wijzen die kritiek van de hand en zeggen dat de kanselier wel degelijk "de zaken hard aanbrengt" bij Poetin en dat dit onder vier ogen veel meer resultaat heeft dan in het publiek. De kanselier werd onlangs bijgesprongen door zijn minister van Buitenlandse Zaken, Joschka Fischer, die zei dat de regeringsleider onheus wordt behandeld als het om zijn band met Poeting gaat. Fischer: "Het verwijt dat de Duitse regering geen kritiek zou uiten op Rusland, is niet op feiten gebaseerd."

Ook president Poetin zelf is de kanselier even te hulp gesneld. Bij zijn aankomst in Duitsland zei hij best bereid te zijn openlijk over het dossier Tsjetsjenië te praten en dat hij ook klaar is om met Viktor Joesjtsjkeno samen te werken als die de nieuwe president van Oekraïne zou worden. Men vermoedt dat vooral deze laatste bocht de verdienste van Schröder is.

De Duitse bondskanselier heeft in volle crisis in Oekraïne twee keer uitvoerig met president Poetin getelefoneerd. Velen gaan ervan uit dat dit bij Poetin de doorslag heeft gegeven om zijn verzet tegen de herhaling van de tweede stemronde, nu zondag, op te geven. Schröder zou dus de man zijn achter de Poetin-bocht inzake Oekraïne.

Daar heeft alvast de CDU-oppositie in Duitsland geen oog voor. CDU-voorzitter Angela Merkel neemt te pas en te onpas de gelegenheid te baat om Schröder onderuit te halen en heeft ook nu weer kritiek gespuwd op de te zachte aanpak van de Russische president door de Duitse regeringsleider. Merkel wordt, in verwijzing naar de voormalige Britse premier Thatcher, in de Duitse media dezer dagen vaker wel eens 'Maggie' Merkel genoemd.

Binnen de CDU heeft alvast Volker Rühe gisteren voor een dissident geluid gezorgd. Deze voormalige minister van Defensie is vandaag voorzitter van de parlementaire commissie van Buitenlandse Zaken en hij heeft SPD-kanselier Schröder geprezen voor diens goede aanpak van de Duits-Russische betrekkingen, tot ongenoegen van zijn eigen voorzitter.

Dat neemt niet weg dat Poetin gisteren nog eens even heeft getoond hoe hij vindt dat een democratie functioneert. Hij heeft een wet uitgevaardigd die de vorming van kleine politieke partijen de facto verhindert. De tekst die getekend werd door de president, stelt dat vanaf nu minimaal 50.000 in plaats van 10.000 leden nodig zijn om een partij te registreren opdat ze aan verkiezingen kan deelnemen.

Die maatregel, die meteen gestemd werd met een grote meerderheid in de Doema (parlement) en daarna in de Federatieraad ('Senaat'), werd door de liberale oppositie gehekeld als een middel om de vorming van kleine partijen te verhinderen en bepaalde politieke stromingen geen kans te geven.

Het voormalige liberale parlementslid Grigori Javlinski zei eerder deze week nog: "Rusland is al tien jaar een onvrij land. Er bestaan geen onafhankelijke massamedia, rechtbanken, parlementen of bedrijven meer, er bestaat geen openbare controle op speciale eenheden van veiligheidsdiensten en politie en er bestaan vrijwel geen verkiezingen die niet door de overheid worden gecontroleerd."