Direct naar artikelinhoud

Noodgeval? Dat is dan negen uur wachten

De spoeddienst van het UZ Leuven zit op zijn tandvlees. Wachttijden lopen er op tot liefst negen uur. Bij de andere grote Vlaamse ziekenhuizen krijgen de spoeddiensten het nog gebolwerkt, maar ook zij kreunen onder de druk.

"Geregeld werden er namen op de spoeddienst afgeroepen van mensen die al waren vertrokken. Na een tijd had ik zin om te zeggen dat ík meneer Janssens was. Zo lang duurde het." Een 53-jarige man uit Tienen ligt nog steeds op de spoeddienst van het Leuvense Gasthuisberg, nadat hij er gisteren de diagnose van darmkanker kreeg. Op het resultaat moest hij vijftien uur wachten.

"Om 17.30 uur ben ik de spoeddienst binnengegaan na een doorverwijzing van de huisarts, tegen middernacht werd voor het eerst mijn bloeddruk genomen. Om 3 uur kreeg ik een scan en om 9 uur de diagnose. Ik neem dat het personeel niet kwalijk. Het was abnormaal druk."

De laatste week is het er vaste prik. "Zevenenveertig bedden hebben we hier voor onze patiënten", vertelt Sandra Verelst, diensthoofd van de spoedafdeling. "Normaal blijft de situatie verantwoord zolang er minder dan zestig patiënten op de spoedafdeling aanwezig zijn. Maar de laatste week start de vroege verpleging al met veertig patiënten en loopt dat in de namiddag op tot negentig patiënten."

Afhankelijk van de pathologie worden patiënten in categorieën onderverdeeld en verder geholpen naargelang de ernst. "Patiënten met een minder hoge prioriteit moeten gewoon blijven wachten, want ze zijn te ziek om naar huis te gaan. Bijzonder frustrerend voor iedereen."

In extreme gevallen loopt de wachttijd voor een patiënt voor het eerst iemand ziet nu op tot negen uur. Dat komt vooral omdat de grote hoeveelheid patiënten niet meer kan uitstromen naar een bed. Komt er een onderzoeksruimte vrij, dan loopt de volgende patiënt alweer binnen.

"Momenteel hebben we zelfs vijftig tot zeventig ziekenhuisbedden nodig om patiënten op een normale manier te laten uitstromen. Maar de laatste jaren steeg het aantal patiënten zodanig dat de opnameplanning zélf verzadigd is: mensen kunnen voor meer specialisaties in het ziekenhuis terecht en het aantal kwetsbare mensen neemt door de vergrijzing sterk toe."

Het probleem kan wel verregaande consequenties hebben voor de patiënt. "Iemand die hoestend en met koorts binnenkomt, maar wel een normale bloeddruk en polsslag heeft, krijgt automatisch een lagere prioriteit dan iemand die moet worden gereanimeerd. Maar als die patiënt een bacteriële infectie blijkt te hebben, kan die bacterie in negen uur tijd wel in de bloedbaan terechtkomen en kan de patiënt snel verzwakken. Dáár zijn we bang voor: het wachten op zich is voor de patiënt heel erg, maar de kwaliteit die we momenteel kunnen aanbieden, is soms gewoonweg onveilig."

Oplossingen? Verelst zucht. "Een grotere spoeddienst of meer bedden werken misschien voor even, maar halen op termijn niets uit. Personeel is er ook genoeg, want zelfs met tachtig personeelsleden krijg je het conflict met de geplande opnames niet opgelost. Eventueel zou het ontslagbeleid nauwgezetter kunnen, waarbij er tenminste geen enkel bed twee dagen leegstaat voor een geplande opname. Achter de schermen wordt zeker gesleuteld aan een meer definitieve oplossing, maar het is nu eenmaal een complexe oefening. Enkel een noodafdeling zou nu de druk verlichten. Maar daarvoor is plaats en personeel nodig, wat weer onbestaande budgetten vereist."

De dienst zoekt intern naar oplossingen. Het gaat dan om kleine dingen. "Nu proberen we de patiënt toch al zo snel mogelijk kort te spreken om de belangrijkste onderzoeken te doen, verdere tests aan te vragen en een luisterend oor te bieden. Zo nemen we al een voorsprong en voelt de patiënt zich toch geholpen. Maar het is een druppel op een hete plaat."