Direct naar artikelinhoud

Meer dan een droom voor PSG

Rêvons plus grand, luidt een slagzin van PSG. Oftewel: droom groter. De demonstratie tegen Barcelona in de 1/8ste finales van de Champions League gaat evenwel de droom voorbij. Dit was magisch.

Was het nu hautain of gewoon dom? Het interview van Thomas Meunier, opgepikt in buitenlandse media, had op zijn minst voor commotie gezorgd. Meunier, die opperde dat hij dit seizoen nog niet het beste Barcelona had gezien, had zich beter moeten informeren, oordeelde een Spaanse collega, want: "Barcelona is uitstekend op dreef en kan nog alles winnen wat er te winnen valt." Wat denkt dat rechtsachtertje van een Meunier wel, zeg.

Meunier is geen dommerik. Aan de rust in het Parc des Princes gisteren stond er 2-0 op het scorebord. Het had evengoed 4-0 kunnen zijn. Kortom: als er één team uitstekend was, was het wel PSG, mét die hautaine back.

De Parijzenaars overklasten Barcelona in elk onderdeel van het spel. Mocht doelman Ter Stegen niet zo'n overlever geweest zijn, dan was de terugmatch bij rust al overbodig geweest. Zijn redding op een knal van Matuidi was briljant, ook Cavani en Rabiot hadden kunnen (misschien wel moeten) scoren. PSG speelde als een potentiële Champions League-winnaar. Eerst bij monde van Meunier groots in woorden, nu ook in daden.

'Samen onverslaanbaar'

Barcelona was nergens. Zo ook in minuut 17. Eerst was er een overbodige overtreding rond de zestien, nadien een apathische muur. Die mannen sprongen even hoog als de productiemedewerker met de luipaardstaart in De mol: niet, namelijk. Dat soort cadeaus moet je Angel Di María niet geven - 't linkervoetje ertegen, fluks over de standbeelden in de kruising (1-0). Dan mag je nog een prima doelman tussen de palen hebben, die jongen kan het ook niet alleen. Dat wist ook de PSG-spionkop: Ensemble nous sommes invincibles. Samen onverslaanbaar. Die mannen in bloot bovenlijf moeten een glazen bol hebben.

Marco Verratti is dé verpersoonlijking van dit PSG. De Italiaan meet nauwelijks 1,65 meter, maar dat staat hem niet in de weg om de aanjager en spelmaker tegelijk te zijn. Tegelijk zou het te makkelijk zijn om enkel hem te benoemen. Julian Draxler was eveneens fantastisch. Hij at vorig seizoen AA Gent op met Wolfsburg, nu Barcelona: het bleek een kleine stap. En ook Matuidi, Rabiot, Marquinhos...

Het was Draxler die op aangeven van Verratti voor 2-0 tekende. Knappe loopactie, doorsteekpass op maat, keiharde afwerking in de benedenhoek (2-0).

Dit begon zowaar op een afstraffing te lijken. Dat had toch niemand, buiten Meunier dan, gedacht - naar verluidt was Barcelona immers in vorm. Over Meunier gesproken: die draaide heel vlot mee in de machine. Defensief had hij Neymar, toch geen sukkelaar, min of meer onder controle, offensief bood hij absoluut een meerwaarde. Het beste bewijs: na een onwaarschijnlijke run bood de Belg Edinson Cavani de 4-0 aan.

Barça likte zijn wonden - een evenaring van zijn zwaarste Europese nederlagen ooit.

Tussendoor ging de sterrenparade gewoon door, met weer Di María die voor een delirium zorgde. Er was geen ruimte, maar de Argentijn vond die toch. Hij haalde zijn kattenpootje voor de tweede keer boven en krulde - kwestie van eens te veranderen - richting de rechterkruising de 3-0 binnen. Het publiek bedankte de jarige met een staande ovatie.

Parijs ging op de stoeltjes staan, de handen gingen op mekaar, de ereronde was immens. Meunier had gelijk: deze ploeg moet van niemand schrik hebben en kan voor de trofee gaan.

Gelukkig voor Barcelona en onze Spaanse collega is er nog de titel en de beker.

Ici, c'est Paris. Gisteren meer dan ooit.