Direct naar artikelinhoud

Is de tijd rijp voor porno in de klas?

Weg met de komkommer, verwelkom porno in de klas. Het opmerkelijke pleidooi voor moderne voorlichting van een Deense seksuoloog veroorzaakt deining. 'Jongeren willen eerlijke informatie. Porno is niet eerlijk.'

Christian Graugaard, professor aan de universiteit van Aalborg, deed zijn uitspraken op de Deense publieke omroep. Alle jongeren kijken porno, zei hij, dus waarom daarover flauw doen in de klas? Seksuele opvoeding, vindt Graugaard, "is saai en technisch, waarbij een condoom om een komkommer wordt getrokken." Door porno te tonen kun je het debat over wat realistisch is en wat niet echt aangaan, vindt hij, om zo van jongeren "kritische consumenten" te maken. In het vooruitstrevende Denemarken - het eerste land ter wereld waar porno in 1967 legaal werd - kwam het tot een debat. De rest van de wereld schoot in een kramp.

Jongeren en seks, de combinatie leidt nog steeds tot morele paniek. In het officiële Vlaamse lesprogramma ligt de focus op droge, technische materie zoals de voortplanting en de geslachtsorganen. Gaat het over seks, dan komen vooral over de akelige kantjes aan bod: hoe voorkom je zwangerschap? Wat zijn soa's? Elke middelbare scholier zou met die basiskennis moeten afstuderen.

Scholen bepalen zelf hoe ze dat aanpakken. Sinds 2010 wordt het onderwijs geacht het ook over 'de relationele aspecten' van seks te hebben. De onderwijsinspectie controleert wel of er op school over wordt gepraat. Maar als scholen dat niet doen, zijn er geen consequenties.

"In de klas wordt er vooral gesproken over wat online wordt getoond", zegt seksuoloog Alexander Witpas. De kloof tussen klas en computer is zo wel erg groot geworden, vindt hij. "Het mag gerust wat visueler. Veel mensen leren door te kijken. Op YouTube wemelt het van de tutorials. Het zou pas bizar zijn als die interesse er voor seks niet zou zijn." Ook in het pleidooi van zijn collega voor een open debat kan Witpas zich vinden. "Maar het is moeilijk om over beelden te discussiëren als je ze niet mag laten zien." Toch ziet hij seksfilms niet meteen in de klas opduiken. "Er is geen draagvlak voor."

Verboden

Sterker nog: porno tonen aan minderjarigen is verboden. In Denemarken ligt de leeftijdsgrens op zestien jaar, in ons land op achttien. Er zijn nog verschillen. De cijfers die Graugaard gebruikte om zijn prikkelende stelling te staven, stellen dat 99 procent van de Scandinavische jongens van zestien al porno heeft gezien. Bij meisjes zou dat 86 procent zijn. In Vlaanderen liggen die cijfers een stuk lager, al verschilt de vraagstelling. Laura Vandenbossche (KU Leuven) vroeg jongeren of ze het voorbije half jaar websites met porno hadden bezocht. Ruim acht op de tien zeventienjarige jongens gaven dat toe, tegenover 12,6 procent van de meisjes.

"Een grote groep heeft inderdaad al porno gezien, maar je kunt de rest niet zomaar met de neus op de feiten drukken", zegt Bart Degryse. Als vormingsmedewerker bij Sensoa probeert hij leerkrachten en leerlingen net weerbaarder te maken voor seksueel grensoverschrijdend gedrag. "Porno tonen druist daar recht tegen in. Het is niet omdat iemand deze beelden privé bekijkt, dat hij of zo dat ook in groep wil doen. Je hoeft die beelden ook niet te tonen om erover te kunnen praten."

Niet dat Sensoa vies is van expliciete plaatjes. De populaire website allesoverseks.be, die honderdduizend jonge bezoekers per maand trekt, is recent aangevuld met 34 afbeeldingen van standjes. Daar is veel vraag naar, bevestigt Degryse. "De site is zo populair omdat de informatie correct en eerlijk is. Daar zoeken jongeren naar." Seksfilms zijn dat niet, vindt hij. Condooms blijven meestal achterwege, de regisseur mikt enkel op spectaculaire beelden. "Bij porno is er veel 'ruis'. Kijkers gaan de personages beoordelen: wie vind ik wel of niet aantrekkelijk?"

3D-printer

Degryse heeft niet de indruk dat in de klas preutsheid heerst. "De tijd van de komkommer is voorbij. Onze kunstpenis wordt regelmatig geleend door scholen. Die wordt, op bestelling, gewoon met de 3D-printer gemaakt. Ook in de lespakketten voor leerkrachten zit expliciet materiaal, van tekeningen tot films." Ook hier blijft onduidelijk hoeveel scholen met de kunstpenis aan de slag gaan. Cijfers heeft Sensoa niet, al bereikt de organisatie naar eigen zeggen elk jaar duizenden leerkrachten.