Direct naar artikelinhoud

'Ja, er is leven ná. Met liefde en seks en al!'

Geen twee vrouwen konden meer van elkaar verschillen, en zo ook hun beider borstkanker. Maar drie kwartier na de kennismaking gingen de topjes omhoog, bestudeerden Kristien Hemmerechts (61) en Sylvia Broeckaert (54) elkaars littekens en werden ze - letterlijk en figuurlijk - boezemvriendinnen.

Hoe pik je na borstkanker de draad van je leven weer op? Hoe moeilijk is dat voor je relatie? Is het anders? "Is er seks na borstkanker?" vertaalt Kristien Hemmerechts mijn voorzichtige vraag. Dat dus. Laten we een kat een kat noemen. Maar nu nog niet. Want eerst is er natuurlijk die kanker. De operatie, de behandeling. En dan is er het herstel. De reconstructie. Of niet, want de ene borstkanker is de andere niet. Noch de ziekte, noch de manier waarop men omgaat met de kaarten die men kreeg toebedeeld. In een poging om de ervaring zo breed mogelijk te schetsen, gingen we in gesprek met twee vrouwen die hun borstkanker totaal anders beleefden: schrijfster Kristien Hemmerechts en Klara-presentatrice Sylvia Broeckaert.

Een klein jaar geleden ontdekte Kristien Hemmerechts een knobbeltje in haar linkerborst. Borstkanker. Vier weken later ging ze, onwetend over de uitkomst, onder het mes. Zou ze wakker worden zonder borst? De tumor werd verwijderd, maar de borst werd gespaard. Ze kreeg bestraling, geen chemo, en vertrok in december - kankervrij - op reis naar Iran. Zoals we van haar gewoon zijn, greep Hemmerechts naar haar pen en hield ze notities bij over hoe ze zich in die periode voelde. Ze deelt haar angst, verdriet en twijfels, maar ook haar ergernissen en opluchting.

Hemmerechts spaart zichzelf niet. Droog beschrijft ze hoe sommige mensen haar op de zenuwen werken, en hoe ze vaststelt dat de strijd die in haar lichaam wordt gevoerd een andere is dan de strijd om niet in het hokje van de dodelijk zieke mensen te belanden. Het verhaal opent haar nieuwe verhalenbundel Er gebeurde dit, er gebeurde dat. Een deel van de opbrengst van dat boek gaat naar de organisatie Pink Ribbon, waarvan Hemmerechts intussen ambassadrice is.

Toen Broeckaert bijna tien jaar geleden de diagnose kreeg - twee tumoren in de rechterborst - was een volledige mastectomie de enige optie. Ze had geen uitzaaiingen maar toch werden haar okselklieren preventief verwijderd. Na de operatie werd ze zowel bestraald als behandeld met chemo, en kreeg ze tien jaar antihormonentherapie. Ze ging met andere woorden meteen in de menopauze. In 2013 hoorde Sylvia dat ze genetisch belast is: ze is drager van het borstkankergen BRCA2. De vraag was niet of, maar wanneer ze opnieuw borstkanker zou krijgen. Haar tweede borst werd preventief verwijderd.

Kristien Hemmerechts: "Als ik Sylvia's verhaal hoor, besef ik nog maar eens dat ik erg veel geluk bij een ongeluk heb gehad. Ik had geen uitzaaiingen, ze hebben niet moeten amputeren, ik heb mijn okselklieren nog. Ik heb geen chemo gehad. Ik mag dus zeker niet klagen, en ik heb dat ook niet gedaan. Al heeft ook dat gevolgen. Mensen onderschatten de impact van kanker. Net daarom wil ik erover praten. Er is wel degelijk iets gebeurd. Er is een voor en er is een na."

Sylvia Broeckaert: "Je verandert, absoluut. In de loop van die jaren heb ik zo vaak gedacht: ik sla de bladzijde om, ik ben weer de Sylvia van vroeger. Ik realiseer me nu dat je die bladzijde niet kunt omslaan. Dat je borstkanker moet integreren in je leven en aanvaarden dat je voor altijd gehavend bent. Uiteindelijk mag ik al blij zijn als ik niet herval, want dat is het allerergste. Die gedachte is niet veraf. Onlangs nog kreeg ik pijn in mijn heupen. Mijn oncoloog liet meteen een botscan uitvoeren. Het bleek artrose te zijn. Ik word alleen maar oud, wat een opluchting!" (lacht)

Kristien: "Je moet het een plaats geven. Doen alsof er niets gebeurd is, heeft geen zin. Het gekke is dat de buitenwereld maar op twee manieren kan reageren: of ze bestellen alvast de zwarte kleren voor je begrafenis, of er is niets aan de hand."

Sylvia: "Mensen reageren vanuit hun eigen angsten."

Kristien: "Klopt, maar toch wil ik mensen een beetje opvoeden in hoe je omgaat met de kanker van een vriend of vriendin. Ik had ook meer betrokkenheid verwacht van de buitenwacht, maar toen ik erover ging nadenken, kwam ik tot de conclusie dat ik het vroeger zelf niet beter heb gedaan. Mea culpa. Als ik iets las over kanker, had dat ook niets met mij te maken. Alsof er twee kampen bestaan in de wereld: mensen die kanker krijgen en mensen die geen kanker krijgen. Zodra je kanker hebt, behoor je tot die andere wereld van de niet-gezonden, en dan begint de miscommunicatie. Mensen weten niet hoe ze met je moeten omgaan. Maar iedereen met een lichaam is een potentiële kankerpatiënt. Waarmee ik bedoel: het is voor ons allen van belang."

Hoe reageerden jullie op het nieuws dat jullie borstkanker hadden? Kristien, in je boek lees ik dat jij je voor een stuk afsloot voor de buitenwereld. Je bleef werken en lesgeven, verder wisten vooral intimi dat je ziek was.

Kristien: "Er waren wel wat vrienden die het wisten, maar die deden enorm hun best om het stil te houden voor de pers. Toen ik merkte dat Bart, mijn man, het aan veel mensen vertelde, heb ik hem gevraagd om daarmee op te houden. Ik vond dat ik zelf mocht bepalen wie het wist. Misschien was dat niet fair van mij, allicht had hij behoefte om het te delen met anderen."

Sylvia: "Als je een dagelijks programma hebt, valt het natuurlijk op als je plots verdwijnt, dus bij mij was het zeker geen geheim. Ik heb het nieuws ook te horen gekregen terwijl ik op Klara aan het werk was. Ik stond op de gang toen de huisdokter belde. Nadien stapte ik de kantoorruimte weer binnen, en legde ik mijn hoofd in de schoot van collega Liesbet Vereertbrugghen. Vijf collega's zijn toen rond me komen staan. Ik had het nodig om open te zijn. Ik had toen wel een latrelatie, maar ik was dikwijls alleen. Erover praten in interviews vond ik prettig, het was een deel van mijn verwerkingsproces. Ik focuste vooral op het reconstructieve verhaal, omdat ik er veel hoop uit putte. Over het levensbedreigende van de kanker sprak ik nooit. Ik wilde daar niet mee bezig zijn, zocht ook nooit iets op op het internet."

Kristien: "Hoe je reageert, hangt af van je persoonlijkheid. Ik hou graag controle over mijn leven. Ik beweer niet dat dat een goede eigenschap is - misschien is het zelfs een slechte - maar voor mij is het wel essentieel. Dat je bij borstkanker net een stuk van die controle verliest, is moeilijk.

"Bovendien heb ik een gigantische hekel aan medelijden. Ik heb twee kinderen verloren, ik heb mijn man verloren, ik ken het fenomeen. 'Ach, die arme Kristien, wat heeft ze nu weer voor...' Als ik één iets niet wil zijn, dan is het wel 'die arme Kristien'. Medelijden kan soms zo superieur overkomen. Ik zit dus liever in mijn eentje op mijn mesthoop. Uiteindelijk ben je ook echt alleen als je kanker hebt. Die zit in jouw lichaam, niet in dat van iemand anders. Waarom zijn er zo veel lotgenotengroepen? Omdat je alleen maar kunt weten wat het is als je het zelf ondervindt."

Sylvia: "Ik had wel behoefte aan contact en steun. Al was het telefonisch of via mail, ik zwolg in het medeleven en de goede zorgen van anderen. Ik was ook een stukje jonger, natuurlijk. Phara de Aguirre was de perfecte buddy. Ook zij had in die periode borstkanker, maar ze was wel al verder in haar behandeling dan ik. De dag voor de chemotherapie stuurde ze berichtjes. 'Sterkte!'. Of 'Kop op en borst vooruit!'" (lacht)

Kristien: "Ik had ook wel een groepje van mensen die meteen reageerden als ik een berichtje stuurde met 'Oef, geen chemo!'. Dat is heerlijk, natuurlijk. Maar ik wilde niet dat iemand mijn handje kwam vasthouden. Ik herinner me nog al die mensen die na de dood van Herman (de Coninck, red.) wilden komen praten, en ik degene was die hen moest troosten. Mensen zijn rare wezens, hoor. (lacht) Dus ik dacht: 'Laat me nu maar gewoon met rust...' Dat idee van de buddy, iemand die je van nabij volgt en steunt, was aan mij dus niet besteed." (buigt zich ondeugend over de dictafoon en zegt: "Ik ben een ambetante, ja.")

Sylvia, jij had wel een lotgenotengroepje.

Sylvia: "Dat is spontaan ontstaan. Phara de Aguirre, Frieda Joris van Het Laatste Nieuws en ik zaten in hetzelfde schuitje. Later kwamen psychologe Freya Van den Bossche, onderneemster Kristien Van den Bon en ook actrice Nora Tilley erbij. Wij zijn De Tettenclub. (lacht) Ik heb veel gehad aan die groep. Voor ik kanker kreeg, had ik meer vrienden dan vriendinnen. Door borstkanker heb ik de vrouwenvriendschap ontdekt. Wat een bonus!

"Onze club bestaat nog altijd. Af en toe gaan we uit eten. We zijn samen naar Turkije geweest, een heerlijke reis, en binnenkort staat de Auvergne op het programma. In het begin zeuren we tien minuten tegen elkaar over onze kwaaltjes, over de menopauze en vaginale droogte. Zaken die je alleen onder vrouwen kunt bespreken. En daarna gaan we over op andere gespreksonderwerpen."

Het klinkt vooral als een emotionele rollercoaster waar angst en woede en nood aan warmte elkaar in sneltempo afwisselen.

Kristien: "Ik was overgevoelig, zeker. Dat is onvermijdelijk. Nu ik terugblik op mijn gedrag van toen, denk ik soms 'Allee, Kristien...' (lacht) Ik voelde een enorme agressie tegenover niet-zieke mensen, wilde met een knuppel op hun kop slaan. Intussen is dat omgeslagen in een gevoel van superioriteit. 'Ach, ze weten niet beter...' (grijnst) Veel mensen zijn gewoon bang, dat weet ik ook wel. Maar toen beet ik mensen toe dat ze niet moesten denken dat ze veilig waren, dat zij het ook konden krijgen."

Sylvia: "Ik kan woest worden als mensen suggereren dat mijn kanker het gevolg was van een psychologisch proces, zoals 'te veel kankeren'. Ook positieve en vechtlustige mensen krijgen kanker, en bij mij is het dan nog een genetisch verhaal. Het is een lotje in de loterij."

Kristien: "Mensen zoeken nu eenmaal patronen en oorzaken. Ik heb me ook afgevraagd of die kanker voortkwam uit opgekropt verdriet. Ik sluit ook niet uit dat emoties een factor kunnen zijn in het ziek worden. Zware stress is bijvoorbeeld niet goed voor het lichaam. Maar mensen culpabiliseren, dat doe je niet. Al maak ik een uitzondering voor sigaretten. Van roken krijg je kanker. Mijn tolerantiedrempel voor rokende mensen wordt steeds lager. Ik kan me echt kwaad maken als ik door een wolk van rook moet stappen als ik het station betreed."

Sylvia: "Bij mij is die tolerantie ook nul. Ik kan heel cru zijn. Ik spreek rokers gewoon aan: 'Je weet toch dat je daar kanker van krijgt, hè?'" (lacht)

Kristien: "Gezond leven houdt me bezig. Je hoort steeds vaker dat er erg veel rommel in broodbeleg zit, dus ik eet het niet meer. Ik probeer mensen ook te informeren. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat alle mensen van vijftig en ouder om de tien jaar een colonoscopie laten doen. (richt zich tot de dictafoon) Een boodschap van algemeen nut: net zoals men vrouwen naar de mammografie stuurt, zou men ook iedereen naar de colonoscopie moeten sturen."

Sylvia, alle kankers zijn uiteraard vreselijk, maar ik kan me voorstellen dat een mastectomie erg ingrijpend is voor een vrouw. Een deel van je uiterlijk dat zo veel betekenissen heeft - noem maar erotiek en vruchtbaarheid - wordt plots een moordwapen.

Sylvia: "Ik vond mijn borsten altijd belangrijk, ze waren een deel van mijn identiteit als vrouw. De amputatie was voor mij een ontvrouwelijking. Ik wilde meteen een nieuwe borst, dat was mijn grootste bekommernis. Dat ik kon doodgaan, daar dacht ik niet aan. In één operatie verwijderde men mijn borst, en kreeg ik een nieuwe, gemaakt uit eigen buikweefsel. Ik heb dus ook een litteken dat van heup tot heup loopt.

"Achteraf heeft die borst me nog veel ellende bezorgd. Door de bestraling kromp ze. Ik heb zes operaties gehad om die reconstructie te herstellen. De tweede reconstructie bestaat uit siliconen en lipofilling, maar opnieuw liep het fout. In totaal heb ik dus acht operaties gehad om opnieuw borsten te hebben. Het zijn goede alternatieven, maar het is toch niet hetzelfde. Een verminkt lichaam, een dikke arm, de instantmenopauze... Al tien jaar lang vecht ik om me opnieuw vrouwelijk en aantrekkelijk te voelen. Dat was altijd mijn focus."

Voel je je intussen weer vrouwelijk?

Sylvia: "Dat proces van aanvaarding gaat in golven. Toen mijn eerste reconstructie geslaagd was, voelde ik me goed. Maar sinds het BRCA2-verhaal heb ik het weer lastig met het feit dat ik gehavend ben. Die dikke arm stoort me, de siliconenborst is en voelt anders, is niet zo mooi als de eerste borst... Maar dat komt wel. Het kan altijd erger. Als ik op internet foto's van sommige reconstructies zie, dan zijn de mijne prachtig. Maar mijn eigen borsten waren mooier. Nu, andere vrouwen moeten ook aanvaarden dat ze ouder worden. We moeten allemaal afscheid leren nemen van onze natuurlijke schoonheid en op een andere manier mooi leren zijn."

Kristien, hoe ervaar jij je gehavende borst?

Kristien (wikt haar woorden): "Ik wil mezelf zeker niet vergelijken met Sylvia. Ik heb mijn borst en tepel nog. Ik heb een deuk en een groot litteken. Kijk." (trekt topje naar beneden)

Sylvia: "Ik heb mijn tepel ook nog, wil je het zien?" (trekt jurk omhoog)

Kristien (bekijkt de borsten van Sylvia van dichtbij): "In alle eerlijkheid: ik vind dit erg mooi gedaan."

Sylvia (koket): "Made by Phillip Blondeel, mijn plastisch chirurg. Hij heeft fantastisch werk geleverd. Ja, vermeld hem maar. Hij heeft ook een stichting, Beautiful After Breast Cancer, die vrouwen steunt in het terugvinden van hun vrouwelijkheid. Een lieve man ook. Hij hield mijn hand vast terwijl ik onder narcose ging. Zulke mensen zijn geweldig."

Kristien: "De houding van het medisch personeel doet inderdaad veel. Ze hebben een lief woordje voor je, steunen je. Toen men een echo van mijn buik zou maken om te zien of er uitzaaiingen waren, kwam er een verpleegster naar mijn kleedhokje. 'We duimen voor u, mevrouw', zei ze. Dan stromen de tranen wel."

Kanker zet mensen aan tot een oorlogs- jargon: het is een gevecht, je moet strijden of strijdlustig zijn. Sommige mensen hebben het daar moeilijk mee. Wat vinden jullie?

Sylvia: "Vroeger kon ik er niet tegen als men het over de strijd tegen kanker had. Het is een discours dat suggereert dat je je genezing in de hand hebt. De behandeling is de strijd van de artsen, iets waar jij je aan overlevert. Al betrap ik er mezelf op dat ik het woord nu wel af en toe gebruik. Omdat het uiteindelijk al die jaren toch een strijd is gebleken."

Kristien: "Ik gebruik het zelf ook nooit, ik vind het ergerlijk. Het is een vorm van luiheid. Het hoort bij de clichés die over kanker bestaan. Men denkt niet verder na, probeert niet te achterhalen wat kanker hebben nu echt betekent. Heel veel mensen luisteren niet, ze projecteren gewoon. Voor mij was patiënt zijn het grootste gevecht."

Sylvia: "Men verwacht dat je zielig bent als je kanker hebt. Ik ging naar de chemo met een tulband op mijn hoofd, opgemaakt en met hele hoge laarzen aan. De mensen keken nogal op, dat hoorde blijkbaar niet. Er zijn vrouwen die in de slachtofferrol blijven hangen, maar dat wilde ik ook niet. Dat hebben de leden van De Tettenclub gemeen: niet met ons, we blijven onszelf. Ik heb een erg zware behandeling gehad die negen maanden heeft geduurd, maar ik wilde zo snel mogelijk weer gaan meespelen in de maatschappij."

Kristien: "Mensen maanden me ook voortdurend aan om te rusten. Alsof dat iets zou oplossen. Ik wilde niet rusten. Om acht uur 's ochtends reed ik met de fiets naar het ziekenhuis voor de bestraling. Daarna begon mijn dag. Ik bleef lesgeven en lezingen houden. Soms moest ik zwaar op mijn tanden bijten, natuurlijk was ik moe. Maar ik wilde niet verliezen wat ik al die jaren had opgebouwd."

Sylvia ervoer de borstkanker als een aanslag op haar vrouwelijkheid. Kristien, klopt het dat jij dat anders aanvoelde?

Kristien: "De essentie van mijn identiteit is mijn schrijverschap, niet mijn vrouwelijkheid. Als kind werd ik thuis in het gezin altijd 'onze jongen' genoemd. Zo ongeveer tot ik zwanger werd, verwezen ze naar mij als 'hij'. Ik heb nooit kunnen achterhalen wat dat precies heeft gedaan met mijn zelfbeeld, maar misschien hecht ik daarom niet zoveel aan dat vrouw zijn. Ik wilde vooral altijd mezelf zijn. Ik heb mijn borsten altijd idioot en onbelangrijk gevonden, maar de mijne waren gelukkig klein en praktisch. Ze zwabberen niet, ze zitten niet in de weg. Maar ik was nooit mijn borsten, dus nee, ik voel me niet geraakt in mijn diepste vrouwelijkheid.

"Ik verzet me ook tegen die vraag, omdat je telkens als je een vrouw met borstkanker vraagt of ze zich aangetast voelt in haar vrouwelijkheid, je haar impliciet vertelt dat haar borsten erg belangrijk zijn. Na al die jaren feminisme is de boodschap blijkbaar nog steeds dat alles voor een vrouw staat of valt met haar uiterlijk."

Je hoort vaak dat vrouwen na een borstoperatie erg onzeker zijn over hun lichaam, en niet in staat zijn nog een seksuele relatie te hebben. Hoe is dat bij jullie?

Kristien: "Net zoals je vaak hoort dat het ook wel moeilijk moet zijn voor de partner. Ook ik ben daar ingetrapt. Een vrouw zonder borst, hoe erg moest dat niet zijn voor Bart? Ik heb hem zelfs meteen gezegd dat ik er alle begrip voor zou hebben als hij nog eens seks zou willen hebben met een vrouw met twee gave borsten. Dat hij het niet erg zou vinden om te vrijen met een vrouw met een gehavende borst, kwam gewoon niet in mij op. Intussen heb ik dat idee losgelaten.

Sylvia: "Ik heb mijn geliefde leren kennen na de eerste borstkanker, toen mijn reconstructie nog niet helemaal in orde was. Er stond bijvoorbeeld nog geen tepel op. Ik heb hem dat pas verteld op het moment dat we al bijna samen in bed lagen. Hij keek me aan, en vroeg: 'Denk jij nu echt dat ik niet val voor jouw persoonlijkheid?' Dat was zo'n mooi en ontwapenend moment. Ik ben erg dankbaar dat er een man in mijn leven is die naar mij verlangt en die me mooi vindt."

Kristien: "We mogen mannen niet onderschatten. Het beeld dat mannen alleen maar jonge sexy poepjes willen, is erg beledigend voor hen. Alsof een oudere, postmenopauzale vrouw seksueel niet aantrekkelijk kan zijn, en de mannen die met hen een relatie hebben een gouden medaille moeten krijgen voor opofferingszin. Op die manier praat men vrouwen seksuele onzekerheid aan. Er valt niet aan te ontsnappen. Zelfs mijn studenten kunnen zich niet voorstellen dat je als veertigplusser een seksueel actief en spannend leven kunt hebben. De samenleving heeft dus een heel negatief idee van oudere mensen. Om die reden ben ik ook tegen botox: het bevestigt het idee dat ouder worden iets is dat te allen prijze bestreden moet worden."

Sylvia: "Kortom, er is leven na borstkanker. Met liefde en seks en al."

Recent onderzoek leert ons dat na borstkanker nagenoeg een derde van de koppels uit elkaar groeit.

Sylvia: "Als een relatie goed zit, zal die sterker worden door zo'n kankerverhaal."

Kristien: "Voor mij is kanker een snelweg naar de essentie. Ik ben net 61 geworden, maar voor hetzelfde geld was ik nu dood. Of misschien heb ik het bij de volgende controle weer vlaggen. Morgen ben ik er misschien niet meer, dus vandaag moet het goed zijn. Het leuke is dat ik in die hang naar essentie heel duidelijk voel dat Bart de man is bij wie ik wil zijn."

Begrijpen jullie dat het moeilijk kan zijn voor een koppel om na zo'n ervaring de weg naar elkaar terug te vinden?

Sylvia: "Je moet er wel bewust mee bezig zijn. Van lotgenotes hoor ik, en zelf merk ik dat ook, dat hun partners de gehavende of gereconstrueerde borst niet durven aan te raken. Zoiets moet je integreren in de nieuwe seksualiteit die ontstaat na de kanker."

Kristien: "Uiteraard verandert je seksleven. Die kanker hing als het zwaard van Damocles boven ons bed. Onderschat het verlammende effect daarvan niet. Seks hebben was onmogelijk. We lagen daar, bewegingsloos. Bart mocht er van mij ook niet aankomen. Aan een vriendin toonde ik het wel, maar niet aan hem. Totaal irrationeel, ik weet het. Ik heb het hem zeker niet gemakkelijk gemaakt."

Hoe is dat opnieuw goed gekomen?

Kristien: "Als je seks hebt, moet je op zijn minst geloven dat je aantrekkelijk bent voor die persoon. Een van de gevolgen van kanker is dat je je zelfvertrouwen kwijt bent. Dat vond ik verschrikkelijk. Naar de supermarkt gaan, naar de kapper, of de boekenbeurs: alles voelde beangstigend. Ik heb enorm mijn best moeten doen om dat zelfvertrouwen, ook het seksuele, terug te krijgen. Ik heb in dat proces geleerd dat zelfvertrouwen vooral tussen je oren zit. Dus hoe je borst er ook uitziet, als jij gelooft dat je die ander kunt opgeilen, dan ben je aantrekkelijk. Die mentale klik maken was een echte eyeopener.

"Zonder iemand te willen kwetsen, denk ik dat je in plaats van te focussen op een reconstructie je je beter via mindfulness concentreert op jezelf rationeel bijsturen en het terugwinnen van je zelfvertrouwen. Er zijn zoveel manieren om seks te hebben of lichamelijk met elkaar om te gaan. Uiteindelijk bepaal je zelf hoe je ermee omgaat."

Sylvia: "Dat is waar. Ik ken ook vrouwen die een amputatie hadden en geen reconstructie wilden. Je bent vrouw in zo veel meer dan je borst, zeggen ze. Iedere vrouw heeft haar eigen verhaal en behoeftes. Het gaat erom wat je zelf nodig hebt. Ben je gelukkig met één borst? Prachtig. Heb je een reconstructie nodig om je opnieuw goed te voelen? Ook goed."

Kristien, vlak voor de operatie liet je je borst portretteren door fotograaf Athos Burez.

Die foto siert nu de cover van je boek.

Een ritueel afscheid?

Kristien: "Die foto heet 'Afscheid van een borst', maar is er eigenlijk toevallig gekomen. Athos zou me portretteren voor het kunstmagazine Oogst. Ik heb hem gevraagd of we ook iets bijzonders konden doen rond die borst. Uiteindelijk bleek het zo'n sterk beeld dat het is gebruikt voor het magazine, al kende niemand toen het verhaal dat erachter schuilde. Veel vrouwen laten zich voor de operatie fotograferen, of maken een gipsafdruk van hun boezem. Anderen weigeren om er ooit nog over te praten. Een vriendin van me die een amputatie had, kon zelfs niet tegen de publicatie van foto's van littekens na borstoperaties. Ze wilde niet dat iemand op die manier aan haar zou denken."

Sylvia, heb jij een aandenken aan je natuurlijke borsten?

Sylvia: "Mijn toenmalige partner heeft een dag of twee voor de operatie van tien jaar geleden enkele foto's gemaakt. Niet geposeerd of zo, gewoon in de woonkamer. De tweede keer heb ik dat niet gedaan. Ik voelde geen affectie voor die borst, ze kon me verraden. Nu vind ik dat jammer, maar toen was ik daar harder in. Die foto staat op mijn computer, af en toe kom ik die toevallig tegen. Ik vind het niet confronterend om die borsten te zien. Waar ik wel melancholisch over word, is mijn mooie haardos van toen. Maar ik wil daar niet emotioneel over doen. Je moet jezelf opnieuw graag leren zien. Binnen dat hele proces van transformatie is dat het allerbelangrijkste."

Heb je ooit getwijfeld over die preventieve mastectomie?

Sylvia: "Nadat ik wist dat ik genetisch belast was, heb ik een jaar getwijfeld over wat ik zou doen. Maar in 2014 overleed een goede vriendin van me na herval aan borstkanker. Ik was zo onder de indruk van haar aftakeling, dat ik meteen heb beslist om mijn tweede borst preventief te laten verwijderen. Ik twijfel er niet aan dat preventieve mastectomie de beste oplossing is voor vrouwen die genetisch belast zijn. Het heeft zeker zin. Het risico dat je kanker krijgt is zo groot, bij mij was dat 90 procent.

"Maar je mag zo'n amputatie en reconstructie niet onderschatten. Ik voelde me op het moment dat ik het nieuws hoorde weer helemaal oké. Terwijl ik nu opnieuw door dat proces van zelfaanvaarding moet. Op zware momenten vraag ik me af of ik niet liever een halfjaarlijkse zware screening zou doorstaan en toch mijn natuurlijke borst behouden... Ik wil geen lichtvaardige uitspraken doen, maar het is wel zo dat ik me niet gelukkiger voel omdat het nu veiliger is."

Kanker werd hoe dan ook een cesuur in jullie leven. Er is een voor en een na. In welke zin heeft het jullie veranderd?

Kristien: "Voor mij was de grootste verandering gevoelsmatig. Ik heb het idee dat mijn draagkracht minder groot is geworden. Ik ben van de generatie vrouwen die heeft geleerd dat ze voor iedereen moesten zorgen. Zoals Moeder Teresa. (lacht) Die christelijke opvoeding en dat plichtsgevoel heb ik laten varen. Nu zorg ik beter voor mezelf, leg mezelf minder druk op. Als ik geen zin heb om te koken, dan doe ik het niet. En ik laat geen negativiteit meer toe in mijn leven. Ik hoef geen shit."

Sylvia: "Dat heb ik ook. Sommige vriendschappen sleur je voort, maar sinds die kanker heb ik met een paar vrienden gebroken. Ook achter mijn relatie heb ik een punt gezet. Die relatie was eigenlijk al op toen ik ziek werd, maar mijn vriend wilde er wel voor me zijn. Hij heeft me enorm gesteund, net als zijn familie. Eeuwige dankbaarheid, maar na de behandeling heb ik zelf beslist om er een punt achter te zetten. Toen had ik daar de kracht voor. Als je iets levensbedreigends hebt meegemaakt, wil je levenskwaliteit."

Kristien: "Dat evalueren van vriendschappen herken ik ook. Ik wil geen gesprekken voeren die nergens over gaan. Ik wil niet meer meedoen aan dat circus van hypocrisie en schone schijn. Ik was altijd al direct, maar nu ben ik dus nog directer. (lacht) Je wordt egoïstischer, denk ik. Uit zelfbehoud."

Sylvia: "Misschien word je nog meer jezelf als je zoiets hebt meegemaakt."