Direct naar artikelinhoud

'Oogst' en 'Das Magazin' blijven op koers

MAGAZINE. Twee jonge magazines hebben de wittebroodsweken al een tijdje achter de rug. Hoe brengen Oogst en Das Magazin het er tegenwoordig af?

Oogst beweegt zich met sprekend gemak op het snijvlak tussen literatuur, kunsten en fotografie. Door zoveel segmenten te willen bestrijken, gaat de beoogde diepgang soms enigszins verloren. Maar niet getreurd. Zeker literatuurliefhebbers komen in het zopas verschenen zesde nummer volop aan hun trekken, met teksten van onder meer Joubert Pignon, Maciej Milkowski en Marja Pruis.

Wil Oogst dan toch Das Magazin naar de kroon steken? Het nieuwe nummer is fraai strak vormgegeven door Ward Heirwegh, opgesierd met een 'bedrieglijk minimalistische' cover van Lennard Kok, een illustrator om in de gaten te houden.

Oogst pronkt met een essay van Jeroen Brouwers over Wim Brands, de VPRO Boeken-presentator en dichter die op 4 april zichzelf het leven benam. Brouwers was tweemaal te gast bij Brands: 'De dag voor de opname belde hij om de lijn van het gesprek door te nemen, waar hij zich tijdens het programma niet aan hield. Hij voerde gesprekken uit de vrije hand, associatief, spraakvaardig, erudiet, vriendelijk, oprecht belangstellend.'

Intrigerend is het gesprek met fotografe Lara Gasparotto, die als bijlage een landschap met postapocalyptische allures afleverde. "Mijn foto's zijn herinneringen aan alles wat ik doe en zie, anders zou ik het allemaal vergeten." Zonde dat er niet meer beelden van haar worden getoond bij het artikel.

Dat wordt goedgemaakt door het kernstuk van deze Oogst. Jozefien van Beek ging in New York op bezoek bij Stephen Shore, kleurenfotografiepionier die zijn reeks American Surfaces schalks becommentarieert. "Ik voelde me buitenlander in eigen land."

Ietwat ontgoochelend is dan weer een nogal obligate Parijs-wandeling van Jolien Paeleman, met hoofdrollen voor Walter Benjamin en Seurat. Niettemin behoudt deze Oogst een aangename ritmiek en merk je dat de redactie steeds verder over de muurtjes van de eigen kliek kijkt.

'Het Ego' in 'Das Magazin'

Ook bij het herfstnummer van Das Magazin krijgt een illustrator volop vrij spel. De jonge Jip Piet tekent 'hypnotiserende droomwerelden vol absurde wezens'.

Thematisch staat 'Het ego' prominent. En dat is een gelukkige keuze. Vijf auteurs (Walter van den Berg, Peter Buwalda, Yves Petry, Marja Pruis en Maartje Wortel) richten een brief aan hun ego ('Ik schrijf en jij houdt je bescheiden op de achtergrond'), maar de lezer mag zelf raden van wie de teksten afkomstig zijn. Dat is geen koud kunstje. Saskia De Coster schreef het zwierige en ongeregelde verhaal 'Het leven begint elders (bij enorme kinderen)': "Echte vrouwen, vriendinnen van haar, hebben lichamen die hun dictatoriaal toebulderen dat ze kinderen eisen en de vrouwen hebben maar te gehoorzamen."

Anna Enquist bekijkt het ego vanuit haar therapeutische praktijk: "Ego is een term geworden voor een te groot besef van de eigen belangrijkheid."

Hoogtepunt van het nummer is Daan Heerma van Voss' trip naar Japan. Hij verbleef er in het Park Hyatt-hotel waar de film Lost in Translation werd opgenomen. "Maak je even een Charlotte-foto van me?" vraagt zijn vriendin, zich even Scarlett Johansson wanend. "Ik wist wel: zet mij een paar weken in dit hotel en ik verander in een gigantische klootzak."

Vermakelijk is het interview met Joost de Vries, die zijn schrijfkamer laat begluren en nogal wat pluchen ijsberen en geschilderde slangen bezit. En toegeeft dat hij niet zomaar alleen een bolleboos is, maar zeer vatbaar voor afleiding: "Ik zit ook de hele tijd gewoon te Pokémonnen. En soms gebeuren er veel te interessante dingen op WhatsApp."

In ieder geval blijft Das Magazin met dit herfstnummer volkomen op koers. Een hartig meergangenmenu, schakelend tussen jong en gevestigd talent én laverend tussen verhalen, essayistiek of kortere rubrieken, zoals de infographic, ditmaal gewijd aan het huizenhoge ego van Jan Cremer.

oogstmagazine.com dasmag.nl