Direct naar artikelinhoud

Geen bloei zonder DOPING

Een ongeluk komt nooit alleen. Net nu de Chinese economische motor sputtert, veert de olieprijs op en neigt de Amerikaanse Federal Reserve (Fed) naar een renteverhoging. Het ene heeft dan ook met het ander te maken. De wereld- economie heeft zich de voorbije jaren kunnen laven aan een smakelijke cocktail.

VERHOGING RENTE door Fed-presidente nog voor eind 2015?

De centrale bankiers voerden een stevig monetair beleid. Er werd veel geld in de economie gepompt, terwijl de rente laag werd gezet. Het gevolg was een grote beschikbaarheid van goedkoop geld.

De rente, de 'prijs van geld', hangt samen met de kracht van de economie. Dat de rente wereldwijd aan haar bodemtarief schurkt, is een bewijs van die artificiële economie. Door de financiële markten te overspoelen met cash willen de centrale bankiers de de interest omlaag halen. Het goedkope geld moet ervoor zorgen dat zowel de overheid als ondernemingen en particulieren, gemakkelijk krediet krijgen. Dat zou onze economie er weer bovenop moeten krijgen.

De financiële markten zijn daar verslaafd aan geraakt. Het nulrentebeleid van de Federal Reserve (Fed) onder Ben Bernanke heeft ervoor gezorgd dat er zeepbellen zijn gecreëerd - denk aan de exuberante aandelenmarkt, of de vastgoedprijzen - die vervaarlijk opgeblazen werden.

Lucht uit zeepbellen

Ontwennen van een verslaving kan voor hevige afkickverschijnselen zorgen. Ten bewijze: de nervositeit van de financiële markten bij de allusies van huidig Fed-presidente Janet Yellen dat ze voor eind 2015 de rente gaat verhogen. De Fed zal langzaam lucht uit die zeepbellen moeten lossen, zonder te bruuskeren. Anders knapt de zaak, en krijgt de economie niet voldoende tijd om zich aan te passen. Ook in de eurozone moet de Europese Centrale Bank een halt toeroepen aan haar beleid, dat de euro nu zo laag houdt.

"Wie de beurzen zag de voorbije twee weken, weet hoe gevoelig gereageerd wordt op elke schommeling", analyseert Koen De Leus van KBC Securities.

OLIEPRIJS VEERT OP: 27 procent in drie dagen

De hoeveelheid aan goedkope cash ging nog makkelijker door de kelen door olie. Dat zwarte goud, traditioneel een industriële belangrijke grondstof, noteerde aan historisch lage prijzen.

Die waren fors gezakt omdat de VS veel schalieolie zijn gaan produceren, en dus geen behoefte hadden aan olie. Ze konden dat doen, door het goedkope geld dat die investeringen op zijn beurt goedkoop maakte. Intussen wilden de traditionele producenten niet meteen hun productie terugdraaien. "Met een overproductie tot gevolg. En een gigantisch onevenwicht tussen vraag en aanbod", zegt De Leus. Het zou de wereldwijde industriële economieën de voorbije maanden een extra boost geven, want die konden de goedkope olie wel smaken.

Alleen kwam daar abrupt een einde aan. In drie dagen tijd steeg de olieprijs met 27 procent. De Brent-olie klokte gisteren af op 54,15 dollar per vat, een stijging met 10 dollar tegenover de slotkoers van een week geleden. De grootste procentuele stijging van de afgelopen 25 jaar.

Voelen aan de pomp

En ja, ook u gaat dat voelen. Prompt gaat de maximumprijs van diesel omhoog. Wie diesel tankt, betaalt vanaf donderdag maximaal 1,192 euro per liter. Dat is een stijging met 4,4 cent per liter tegenover de huidige prijs. "De stijging wordt toegeschreven aan een mogelijke versoepeling van de positie van de OPEC. Uit een rapport blijkt dat het oliekartel klaar is om met andere olie-exporteurs te spreken over faire prijzen", legt De Leus de vinger op de wonde. De prijs was net iets te veel door het ijs gezakt nadat er nog een extra probleem bij kwam: de groeivertraging in China zorgde voor nog minder vraag naar olie, en dus nog meer overproductie.

CHINESE MOTOR SPUTTERT: bnp groeit amper 7 procent

Terwijl de financiële markten het goedkope geld absorbeerden, en de olieprijs almaar lager ging, deed de Chinese fabriek van de wereld steeds minder waar ze goed in is: produceren, exporteren en importeren. China is de tweede wereldmarkt en speelde zo lang die rol met verve.

Na jaren van groeicijfers van boven de 10 procent moet China het nu stellen met een cijfer van zowat 7 procent. Nog altijd een indrukwekkend cijfer, maar wie gewend is geraakt aan het dubbele, moet nu wel even slikken.

Economen zijn ondertussen vooral bezorgd over de kredietbubbel die er in China is geblazen, door het monetaire beleid. Een harde landing zou zo kunnen leiden tot een financiële crisis, die vervolgens wereldwijd kan resoneren.

Koen De Leus sust: "Ik vermoed dat men het niet zover laat komen. Bovendien toont de leidende economie, de VS, zich fundamenteel gezond. Europa is wel nog zeer fragiel. We zullen moeten wennen aan een periode van grote onstabiliteit."