Direct naar artikelinhoud

Geen BLING, maar BOODSCHAP

Nieuwe namen, nieuwe generatie, nieuwe woede: 2015 werd het jaar van de hiphop. Zeg maar gerust: een legendarisch hiphopjaar. Hoe dat kwam? Door niet meer te zeuren over gangsters en bling, bijvoorbeeld.

Hij stuurt nooit zijn eindejaarslijstje naar de muziekblogs of -bladen. Maar dit jaar wilde Barack Obama kennelijk iets kwijt. Het nummer 'How Much a Dollar Cost' van de rapper Kendrick Lamar, zo vertelde hij het tijdschrift People vorige week, was volgens president Obama het belangwekkendste muziekstuk van 2015.

Kendrick Lamar

'How Much a Dollar Cost'

'He begged and pleaded,
Asked me to feed him twice, I didn't believe it
Told him: beat it
Contributin' money just for his pipe, I couldn't see it
He said: 'My son, temptation is one thing I've defeated
Listen to me, I want a single bill from you
Nothin' less, nothin' more'
I told him I ain't have it, and closed my door
Tell me how much a dollar cost.'

Het raplied, afkomstig van Lamars plaat To Pimp a Butterfly, is een sombere maar poëtische bespiegeling over armoede en vooroordelen, waarin een crackrokende zwerver zich ontpopt tot Messias. Een betekenisvol lied en wellicht om die reden een persoonlijke topper van Obama.

Toch opmerkelijk: presidentiële goedkeuring voor een hiphopplaat, die nota bene met een priemende vinger in de open Amerikaanse wondes roert. In cynische nummers als 'The Blacker the Berry' beschouwt Lamar het raciaal gerichte politiegeweld, na een aantal incidenten in de VS die dit jaar leidden tot ernstige rellen, van Baltimore tot Ferguson. Maar in hetzelfde nummer stelt Lamar de raciale zelfhaat en hypocrisie van de zwarte Amerikaanse gemeenschap aan de orde: 'So why did I weep when Trayvon Martin was in the street, when gang bangin' make me kill a nigga blacker then me. Hypocrite!' Geen muziek die wil pleasen of de bekende weg inslaan, maar liedkunst die vooruit wil wijzen. De hiphop van 2015 toonde visie en soms zelfs moreel leiderschap, en was daarom van maatschappelijk belang.

Oude en nieuwe helden

Het popjaar 2015 was het jaar van de hiphop, en niet alleen in de Verenigde Staten. De belangrijkste en meest pregnante popplaten kwamen uit de hiphop. Grote hiphophelden van vroeger lieten weer eens wat horen: Dr. Dre en The Game kwamen na jaren van stilte over de brug met sterk nieuw werk. En de Canadees Drake werd de meest gestreamde artiest op Spotify met zijn plaat If You're Reading This, It's Too Late.

Maar opvallender was de heerschappij van een nieuwe generatie hiphoptalent. Kendrick Lamar dus, en opkomende grootheden als Vince Staples, Young Thug, Joey Bada$$, A$AP Rocky en Rae Sremmurd. Zij maakten hiphopplaten die reikten tot ver buiten de strakke kaders van het genre en de hiphopgemeenschap. Ze promoveerden de hiphop tot meest dominante factor in de popmuziek.

Natuurlijk is de grote Amerikaanse hiphop de afgelopen decennia vaker belangrijk geweest. Platen van Kanye West en Jay Z haalden de favorietenlijstjes steeds wel, maar niet eerder was de hiphop in de volle breedte een zo heersende stroming in de pop.

Het jaar begon al met een driftig knipperende richtingaanwijzer: op het Amerikaanse festival South by Southwest (SXSW), het grootste internationale showcasefestival ter wereld, werd toch vooral een hiphopfeestje gevierd. Het jonge hiphopduo Rae Sremmurd bijvoorbeeld speelde soms wel zes shows per dag in Austin, Texas. Het was eigenlijk onvermijdelijk dat de hiphop ook weer eens zou doordringen tot de grote Europese festivals.

Maar waarin zat hem nu precies die beleving, dat gevoel van urgentie dat dit jaar zo vrijelijk uit de hiphop vloeide? Waarom brak de hiphop in 2015 uit de engte van de genrehokjes en werd rap op boom bap beats ineens weer ongeremd heersende popmuziek?

Allereerst natuurlijk omdat hiphop nog altijd iets te zeggen heeft. En aan inhoud, duiding en strijdbaarheid, het liefst verpakt in zingevende muziek, is nu eenmaal behoefte in een wereld die er in 2015 niet bepaald op vooruit is gegaan.

In Amerika werd de plaat 2 van Run the Jewels eind vorig jaar al zo groot omdat het duo knetterende statements in toch gelikte rapsongs wist te persen. Geen gezeur meer over geld en hoeren - nu ja, een beetje dan - maar vooral loeiende maatschappijkritiek in bijvoorbeeld 'Close Your Eyes (and Count to Fuck)', een heerlijk agressief nummer gericht tegen consumentisme en modeslaven: 'Fashion slave, you protestin' to get in a fucking look book, everything I scribble is in an anarchists cook book.'

Niet voor niets deed Zack De La Rocha van Rage Against the Machine mee met Run the Jewels. De plaat 2 was feitelijk de beste punkplaat die de afgelopen jaren in Amerika werd gemaakt, moest zelfs de Amerikaanse hanekam-punkband Anti-Flag erkennen.

Lil Kleine en Ronnie Flex staken dan weer met hun 'Drank & drugs' ouderwets de middelvinger op naar de weldenkende burgerij, naar ouders en beter wetende leerkrachten. 'Drank & drugs' werd het meest geliefde én meest gehate lied van 2015, dankzij weinig verhullende teksten als: 'Als je bitch wilt chillen is het geen probleem, dan ga ik erheen en ik kom niet alleen want ik heb drank, en drugs, ik heb drank, en drugs.' Muziek die recht tegen de haren instrijkt en waarmee je je als jong boos gastje dus prachtig kunt afzetten.

Zo hebben we de pop uiteraard het liefst, en zo was ook de hiphop bedoeld toen die in de jaren 70 een alternatief bood voor disco en andere blijheidsmuziek. Dat 'Drank & drugs' zo goed scoorde, kan worden beschouwd als een kroon op dit illustere, memorabele, geweldige en nu al legendarische hiphopjaar 2015.