Direct naar artikelinhoud

Streetart is rebelse flair verloren

Ook de stad Brussel ziet nu heil in streetart. De Franse kunstenaar Oak Oak heeft het straatbeeld in de Kaaienwijk opgefleurd met kleine, kleurrijke interventies, in opdracht van de schepen van Cultuur. Maar druist dat niet in tegen het controversiële karakter dat we met streetart associëren?

Het is een bizar zicht, voor wie op de hoek van de Brusselse Kalkkaai en de Vaartstraat naar de straatstenen kijkt. Een riooldeksel is er tot een kunstwerk omgevormd, dat een kikker die een bal inslikt afbeeldt. Wie naar boven kijkt, ziet er dan weer de inmiddels befaamde 'anusmuur', waarbij de oude Zanussi-reclame werd bewerkt tot een welja, anus.

Dat laatste werk werd 's nachts clandestien aangebracht, door een anonieme artiest. Het eerste is van de hand van Oak Oak (spreek uit: 'wak-wak', "zoals een eend"), een Franse kunstenaar die elf kunstwerkjes maakte in de Kaaienwijk. Allemaal in opdracht van Brussels schepen van Cultuur Karine Lalieux (PS). "Het zijn geen muurschilderingen, maar hij speelt met het stedelijk landschap", vindt Lalieux.

Oak Oak is een kind van de jaren 80. Hij haalt zijn inspiratie vooral uit videospelletjes, animatiereeksen en strips. Een opvallend werk toont Lucky Luke-slechteriken de Daltons, achter de tralies van een hekwerk. "Ik hoop dat de mensen even kunnen lachen wanneer ze over straat lopen", zegt hij zelf.

Het contrast met de monumentale en vaak choquerende muurschilderingen die het voorbije jaar in Brussel verschenen - denk aan de penis in Sint-Gillis, de onthoofdingsmuur aan het Kanaal of het opgehangen, leeggebloede lijk aan de Kapellekerk - kan niet groter zijn. Markeren de publieksvriendelijke werken van Oak Oak het einde van de streetart als protestvorm, doordrongen van rebellie en anti-establishmentsentiment? Is streetart ten dode opgeschreven, nu het meer mainstream wordt?

Al in 2011 toonde The Guardian zich pessimistisch. "Streetart is niet meer nieuw of verrassend, laat staan controversieel. Er bestaat waarschijnlijk al een app voor." De muurschilderingen in Brussel bewezen het tegendeel, maar na het succes van het Oostendse festival The Crystal Ship en de nieuwe werken in de Kaaienwijk, krijg je toch de indruk dat kunstenaars steeds meer in opdracht van de politiek werken, in plaats van die aan te klagen.

Coryfee Banksy

Maar misschien is die tegenstelling te rigoureus. "De kunstenaar die illegaal muren beschildert in Brussel maakt waarschijnlijk ook werken in opdracht", duidt Bjørn Van Poucke, curator van The Crystal Ship. "En wie heeft ooit gezegd dat street art protest moet zijn? Als je zulke stellingen maakt, ben je verkeerd bezig."

De schuldige: Banksy. Dankzij de bekendste streetartist associeert het grote publiek straatkunst steevast met (antikapitalistische) maatschappijkritiek en illegaliteit. "Banksy heeft ons beeld vertekend", aldus Van Poucke.

Draagt ook bij aan die misvatting: de verwarring tussen graffiti en streetart. In het eerste geval gaat het om vaak haastige, clandestiene tags op treinen en muren, in het tweede om weloverwogen kunstwerken die het straatbeeld kleuren. "Graffiti zal altijd hard blijven en vaak een maatschappelijke mening dragen", vertelt kunstenaar Steve Locatelli. "Maar ik denk dat het graffiti-aspect wat verwaterd is en straatkunst een steeds meer aanvaarde kunstvorm is geworden."

Voor Oak Oak is het zelfs een voltijdse broodwinning, vertelt hij: "Ik ben ongeveer twaalf jaar geleden begonnen met kleine, illegale werken, maar sinds een jaar of zes-zeven werk ik steeds meer ook in opdracht." Met de nadruk op 'ook': hij blijft nog steeds zijn eigen zin doen, wanneer hij een gelegenheid ziet. Meteen een van de redenen voor zijn anonimiteit. "Op die manier laat je niet alleen het werk voor zich spreken, maar heb je ook minder last als je iets doet dat niet mag."

Zo krijgen zelfs de vrolijke, ietwat triviale kunstwerkjes van Oak Oak toch een scherper randje. Al is het geen toeval dat de stad een kunstenaar uitnodigt die meer voor het speelse kiest, en minder voor het rauwe karakter van sommige andere Brussele werken. "Ze zullen geen kunstenaars uitnodigen die heilige huisjes intrappen", vermoedt Van Poucke. "Maar in de Brusselse stationsbuurten is de graffiticultuur nog groot. Daar zullen nog dingen in de marge gebeuren."