Direct naar artikelinhoud

Lichtgevende bacteriën ingezet als ontmijners

Bacteriën die oplichten als ze in de buurt van een mijn komen? Het klinkt als sciencefiction, maar ze kunnen weleens een wondermiddel zijn.

Sinds de Tweede Wereldoorlog zijn wereldwijd miljoenen landmijnen verwijderd. Meestal op dezelfde, gevaarlijke manier: door iemand met een detector in de hand erop af te sturen. Misschien is die tijd voorgoed voorbij. Israëlische wetenschappers hebben een veiligere manier gevonden om mijnen op te sporen: met de hulp van genetisch gemanipuleerde bacteriën.

Die bacteriën beginnen licht te geven wanneer ze in de omgeving van explosieven komen. Dit kan een immense doorbraak zijn. Landmijnen doden of verwonden nog elk jaar 20.000 vaak onschuldige mensen.

Het idee is niet nieuw. Twintig jaar geleden hebben twee groepen biomedische wetenschappers het al eens geprobeerd, maar toen zonder echt succes.

Moeilijk in natte grond

De wetenschappers van de Universiteit van Jeruzalem staan nu wel dicht bij een doorbraak. Bij een test met elf begraven mijnen hebben hun bacteriën bijna alle explosieven gevonden. Volgens hun resultaten, die gepubliceerd zijn in het wetenschappelijk tijdschrift Nature Biotechnology, hebben de bacteriën het alleen moeilijk om de mijnen te detecteren in natte grond.

Toch blijft er nog behoorlijk wat werk. Nu moeten de lichtgevende bacteriën namelijk nog opgespoord worden met een drone. Die stuurt een laserstraal uit, waarop de bacteriën dan reageren. Dit procedé is niet alleen duur, het is ook tijdrovend. De drone kan voorlopig maar 18 centimeter per seconde scannen. Een groot mijnenveld uitkammen lijkt dus nog utopisch.

"Onze resultaten tonen aan dat bacteriën nuttig kunnen zijn bij het opsporen van mijnen", verduidelijkt professor Shimshon Belkin aan de Britse krant The Times. "Er zijn nog uitdagingen. We moeten sneller kunnen werken, met meer efficiëntie. Maar we zijn op de goede weg."