Direct naar artikelinhoud

Kans op lek: 1 tot 75 procent

Hoe gevaarlijk is het om naar olie te boren in het Noordpoolgebied? De discussie laait hoog op nu het Brits-Nederlandse olieconcern Shell definitief toestemming heeft gekregen om olie te winnen in de Noordelijke IJszee. '75 procent kans op een ernstig lek? Nonsens, eerder 1 procent.'

Het heeft wat voeten in de aarde gehad, maar vanaf vandaag kan Shell vol vooruit met de proefboringen ten noordwesten van de Amerikaanse staat Alaska. 7 miljard dollar heeft het Brits-Nederlandse olieconcern al geïnvesteerd zonder één enkele druppel te hebben bovengehaald. De olie is dan ook niet eenvoudig te vinden. Ze zit 2,5 kilometer onder de zeebodem.

Shell heeft al een paar oppervlakkige boringen uitgevoerd, maar moest wachten op de Amerikaanse overheid om verder te gaan. De uiteindelijke toestemming kwam er pas op het moment dat een zogenaamde capping stack ter plaatste was. Dat is een nooduitrusting om een eventueel lek snel te kunnen afsluiten.

Het is duidelijk dat de Amerikaanse regering te allen prijze een ramp als in de Golf van Mexico wil vermijden. In 2010 zorgde een ontploffing op het boorplatform Deepwater Horizon voor de grootste milieuramp uit de Amerikaanse geschiedenis. Drie maanden lang stroomden elke dag miljoenen liter olie in de oceaan.

Naast de voorwaarde van de nooduitrusting, werd ook de periode waarin geboord mag worden strikt gelimiteerd. Normaal loopt het boorseizoen in Alaska tot eind oktober, maar Shell zal elk jaar eind september het werk al moeten staken. Ook die extra maand wordt voorzien om een lek te dichten, mocht dat nodig zijn.

Niet ver genoeg

De voorzorgsmaatregelen hebben alvast niet verhinderd dat een felle discussie is losgebarsten over de risico's van olieboringen in het poolgebied. De veiligheidsmaatregelen gaan niet ver genoeg voor tal van milieuorganisaties. "Uiteraard zijn wij niet blij met de boringen van Shell", zegt Rianne Teule, campagnedirecteur van Greenpeace. "Voor ons moet de olie gewoon in de grond blijven zitten. Het is een fossiele brandstof die bijdraagt tot de klimaatopwarming, maar daarnaast is het ook gewoon heel gevaarlijk om te gaan boren in een kwetsbaar gebied als de Noordpool."

Volgens Teule is er 75 procent kans dat er zich bij dergelijke boringen een ernstig lek voordoet. Het cijfer komt van het Bureau of Ocean Energy Management (BOEM), verbonden aan het Amerikaanse ministerie van Binnenlandse Zaken.

"75 procent kans op een ernstig lek?" Jeanette Hamster, woordvoerder van Shell, reageert verontwaardigd wanneer ze geconfronteerd wordt met het hoge cijfer. "We zijn ontzettend goed voorbereid, zowel logistiek als technisch. Vergeet niet dat de olie- en gasindustrie al jaren actief is in het gebied. Ervaring genoeg en daarnaast nemen wij ongekend verregaande voorzorgsmaatregelen. Ik schat de kans eerder op 1 procent."

Op de website van de BOEM kun je meteen doorklikken op '75 procent kans op een lek'. Het cijfer komt zo vaak in de media dat het Bureau zich genoodzaakt voelde een rechtzetting te plaatsen. "Het is niet zo dat het individuele project van Shell een kans heeft van 75 procent op een ernstig lek. Het gaat hier over de kans van alle boringen in de Tsjoektsjenzee tezamen voor de hele levensduur van alle installaties. Zelfs in deze hypothetische situatie tonen onze gegevens aan dat de kans op een ernstig lek eerder klein is."

Maken de milieuorganisaties zich dan zorgen om niets? Bas Bolman, als wetenschapper verbonden aan het Arctisch Programma van de Universiteit van Wageningen, pleit toch voor voorzichtigheid. "Eigenlijk weten we niet genoeg over de effecten van een olielek op het ecosysteem in het poolgebied. De kans is misschien klein, maar wat als het toch gebeurt?" Volgens Bolman bestaan er maar een paar technieken om olie op te ruimen en weet niemand of die binnen de poolcirkel ook werken. "Kun je olie zomaar van het ijs vegen? Ik denk dat dat moeilijk gaat zijn."