Direct naar artikelinhoud

Filmklassieker wordt vijfsterrentheater

Zou Network, een film uit de seventies, ook relevant zijn in tijden van smartphones, fake news en een twitterende president? Ja. En hoe. De actualiteit zindert en smeult. Maar vooral de acteerprestatie van Bryan Cranston is hypnotiserend.

'I'm mad as hell and I'm not going to take this anymore!' De toeschouwers in de zaal van het Londense National Theatre moeten ze schreeuwen, de beroemde woorden van Howard Beale, uit de film Network (1976). Ze blijven ongemakkelijk steken in je keel.

Beale, monumentaal vertolkt door Bryan Cranston (Walter White uit Breaking Bad), heeft ons op onze vrijheid van geest aangesproken. Laat je niet reduceren tot consument, zegt hij aangedaan. Sta op, weiger, spreek je uit, dóé iets.

Even later wordt die onvolmaakte uiting van bezieling alweer geperverteerd tot soundbite in een commerciële tv-show. Elke vezel in je lichaam zegt: nee. De voorstelling Network bij het National Theatre, in regie van Ivo van Hove, maakt het hedendaagse ongemak van alleen consument zijn fysiek voelbaar.

Dat is knap, want vooraf kon je je afvragen of het zou werken: Network op toneel, anno 2017. De met Oscars overladen film van Sidney Lumet en scenarist Paddy Chayefsky was destijds een bijtende satire over de immorele afgrond van een jong massamedium: televisie.

Network gaat over de gerespecteerde nieuwspresentator Howard Beale, die wordt ontslagen wegens slechte kijkcijfers. Als hij erna live op tv zijn zelfmoord aankondigt, schieten de cijfers door het dak. Beale zegt live waar het op staat: hij is klaar met alle bullshit. Zijn oproep om méér te zijn dan klapvee vindt massaal weerklank.

Ironisch genoeg herkent een gehaaide producente meteen de commerciële potentie van deze 'hedendaagse profeet die de hypocrisie van onze tijd aanklaagt'. Zender UBS geeft Beale een eigen show, met klapvee en al. Tot de cijfers weer dalen.

Regisseur Ivo van Hove en zijn vaste scenograaf Jan Versweyveld kozen ervoor de teloorgang van Beale niet opzichtig te actualiseren: de setting is het Amerika van de late jaren 70. Maar die nostalgische context is slechts een dun membraan waaronder de actualiteit smeult en zindert.

Overload aan informatie

Dat komt vooral door de duizelingwekkende veelheid van schermen en beelden op toneel, een effectieve reflectie van de hedendaagse informatie-overload. Ook het gevaarlijke gelijkschakelen van beelden - moordpartij naast chocoladereclame - is pijnlijk herkenbaar. Daarnaast verwijst Van Hove subtiel naar het nieuws van vandaag. Vrijwel elk aspect van deze productie schreeuwt het nu.

Het decor behoort tot het mooiste dat Van Hove en Versweyveld ooit maakten. Centraal op toneel zit Bryan Cranston achter zijn bureau, vanwaar hij zijn onvrede de wereld in slingert. In de slimme toneelbewerking van Lee Hall is Beale, veel meer dan in de film, de spil van het verhaal. Een zegen.

Met zijn gekerfde mond en zijn fijngeknepen ogen, is Cranston de ideale evangelist van de onvrede. Kwaad is hij een natuurkracht. Maar hij voert je ook mee naar het stille oog van de orkaan. Want bovenal is Beale gebroken. Oneindig kwetsbaar is Cranston dan. Hij trilt als een snaar en de zaal vibreert mee.

In een hartroerende, nieuwe epiloog verwoordt Cranston de essentie van het stuk: een oproep tot medemenselijkheid in tijden van massamanipulatie, kapitalisme en commercie. Andere mensen zijn onze redding, zegt hij, hoe pijnlijk onvolkomen ze, we, ook zijn.