Direct naar artikelinhoud

Zeg nooit zomaar bier tegen werelderfgoed

De kans is groot dat de Belgische biercultuur vandaag erkend wordt als werelderfgoed. Voor een sector die het grotendeels moet hebben van de export, is zo'n brevet van de Unesco niet alleen symbolisch, maar ook commercieel interessant. Al willen de brouwers zelf dat niet met zo veel woorden gezegd hebben.

De garnaalvissers uit Oostduinkerke, de Heilig-Bloedprocessie van Brugge of het carnaval van Aalst; hoe verschillend ze ook zijn, één ding hebben ze alvast gemeen: ze zijn door de Unesco, de VN-organisatie voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, erkend als immaterieel werelderfgoed. Twaalf Belgische verenigingen en organisaties staan er momenteel op die lijst en straks komt daar waarschijnlijk nummertje 13 bij: de Belgische biercultuur.

De Duitse gemeenschap startte de procedure in 2014 op en kreeg voor het dossier de steun van de andere twee gemeenschappen én de federatie van Belgische Brouwers, toen nog onder leiding van huidig Vlaams minister van Cultuur, Sven Gatz (Open Vld). Een comité van de Unesco buigt zich vandaag en morgen in de hoofdstad van Ethiopië, Addis Abeba, over 37 ingediende dossiers - daarbij onder meer ook Indische yoga, Tsjechisch poppentheater en kozakkenliederen uit Dnipropetrovsk (Oekraïne). Een vertegenwoordiger van de Duitse gemeenschap is ter plekke om het nieuws van een eventuele erkenning zo snel mogelijk te verspreiden. Volgens goede bron zou er vervolgens een stevig rondje gegeven worden op de Brusselse Grote Markt. Maar dat heeft u niet van ons.

"Best wel spannend", geeft Jean-Louis Van de Perre, voorzitter van de Belgische Brouwers, toe. "Een erkenning van onze biercultuur zou betekenen dat onze eeuwenlange tradities beter beschermd zijn. Dat is erg belangrijk."

Tot in China

Qua symboliek kan het inderdaad tellen. Maar ook commercieel lijkt een erkenning door de Unesco niet oninteressant te zijn. Uit het jaarverslag (2015) van de Belgische Brouwers blijkt dat de sector groeit. Er komen steeds meer brouwerijen bij, de werkgelegenheid stijgt en het totale brouwvolume neemt toe. Allemaal dankzij de export, want terwijl de binnenlandse consumptie al jarenlang daalt, neemt de verkoop in het buitenland gestaag toe. Met dank aan de Aziatische markten: in China wordt al evenveel Belgisch bier gedronken als in Italië.

Om die groei nog aan te zwengelen, lijken naambekendheid en status heel belangrijk. "En dat is precies wat zo'n erkenning als werelderfgoed betekent", zegt François Michiels, voorzitter van de Leuvense Jaartallen, een vereniging die 5 jaar geleden erkend werd. "Je krijgt geen geld of extra subsidies, maar ik stel wel vast dat ons ledenaantal sinds de erkenning gestegen is en onlangs kreeg ik nog een artikel toegestuurd uit Australië: een krant had een stuk gepubliceerd over Leuven en onze unieke traditie van de 'Mannen van het Jaar'. Ik ben er zeker van dat een erkenning van de Belgische biercultuur niet alleen goed zal zijn voor de brouwers, maar voor het hele land."

Immaterieel

De brouwers willen of durven de commerciële logica niet te volgen. "Om de simpele reden dat het ons daar niet om te doen is", zegt Jean-Louis Van de Perre. "Het gaat hier heel duidelijk om een culturele erkenning, commerciële motieven spelen niet mee. Er zal nooit bier verkocht worden met een Unesco-logo. Als we bijgeschreven worden op de lijst, is dat voor onze biercultuur. De typische cafés, de terrassen, de food pairing, de bierviltjes, de aangepaste glazen, de bierfestivals en noem maar op."

Dat zegt ook de onafhankelijke bierconsultant Krishan Maudgal, die nauw betrokken was bij het Belgische dossier. "Bier is een vloeistof, en dus materieel. Maar het gaat hier over een erkenning als immaterieel werelderfgoed. En dat zit 'm in de cafécultuur, de feesten en tradities."