Direct naar artikelinhoud

Bende van Zes bezorgt Cameron kopzorgen

De Britse premier Cameron had graag met één stem campagne gevoerd in de aanloop naar het EU-referendum. Niet dus. Zes bewindslieden kozen voor het brexit-kamp dat sinds zondag burgemeester van Londen Boris Johnson als vaandeldrager heeft.

"Het is inmiddels wel duidelijk dat het Verenigd Koninkrijk nooit deel had moeten nemen aan de Europese Unie. Als we nooit het noodlottige besluit hadden genomen ons erbij aan te sluiten, dan zou het Verenigd Koninkrijk natuurlijk nog altijd een succesvol land met een sterke economie zijn geweest." Dit waren afgelopen weekeinde de woorden van Sajid Javid, de Britse minister van Economische Zaken. Let wel, hij behoort tot het kamp-Cameron en gaat komende maanden vol goede moed campagne voeren voor het EU-lidmaatschap.

In een opzicht spreekt het kabinet van David Cameron met één stem: een eurosceptische. De verschillen betreffen de gradatie, zo bleek afgelopen dagen toen zes bewindslieden voor het brexit-kamp kozen dat sinds zondag burgemeester van Londen en minister Zonder Portefeuille Boris Johnson als vaandeldrager heeft.

Het kabinet bestaat nu uit twee kampen: kamp-Cameron en kamp-Boris. De leiders zetten een schermutseling voort die begon op de speelweiden van Eton College: Dave, de bedeesde, aristocratische pragmaticus tegenover Boris, de erudiete waaghals die al op jonge leeftijd de wens kenbaar maakte te zijner tijd World King te willen worden.

Te belangrijk, te persoonlijk

Het was niet het scenario dat Cameron een jaar geleden voor ogen had. Tijdens een televisie-interview had de premier verklaard dat zijn regering met één stem campagne zou voeren in de aanloop naar het door hem uitgeroepen referendum over de Europese Unie. Daar moest hij snel op terugkomen. Voor de Conservatieven is Europa net zoiets als het uitroepen van oorlog of zaken van levensbeschouwelijke aard: te belangrijk en te persoonlijk. Daarom gaf hij toe aan de druk van zijn collega's en schonk hij de ministers het recht om hun geweten te volgen.

Uniek is het niet. Enkele maanden geleden was het Lagerhuis het toneel van een eigenaardig spektakel waarbij Labours fractiewoordvoerder Buitenlandse Zaken Hilary Benn lijnrecht tegenover zijn baas Jeremy Corbyn stond tijdens het debat over militair ingrijpen in Syrië.

Dat er binnen de grote Britse partijen ruimte is voor zulke openlijke meningsverschillen komt omdat het coalities zijn. Binnen tien jaar tijd heeft Labour bijvoorbeeld Tony Blair en Jeremy Corbyn als leiders gehad, politici die amper iets met elkaar gemeen hebben. De partij gaat al jaren gebukt onder stammenoorlogen.

Bij de Tory's is het niet anders. Onder Thatcher gunden de 'drogen' (Thatcherites) en de 'natten' elkaar het licht niet, haar opvolger John Major kampte met een opstand van eurosceptici ('the Bastards', zoals de premier ze noemde) en de gematigde Cameron heeft steeds meer moeite om de radicale eurosceptici in bedwang te houden.

Nu heeft hij te maken met de Bende van Zes. Twee van hen zijn ouderwetse thatcherianen: oud-partijleider Iain Duncan Smith en John Whittingdale, eertijds de 'toyboy van Thatcher'. Een geval apart is Priti Patel, de Brits-Indiase immigrantendochter die werkzaam was in de Referendum Party van wijlen James Goldsmith, de vader van de Londense burgemeesterskandidaat Zac, eveneens een brexiteer. Zij hebben gezelschap van de minister van Noord-Ierse zaken Theresa Villiers en minister van Justitie Michael Gove, de ideoloog van de partij en huisvriend van Cameron. De rechtsbuiten van kamp-Boris is Chris Grayling, de Leader of the House en Lord Chancellor, in welke hoedanigheid hij de vorstin elk jaar op theatrale wijze de troonrede overhandigt.

Brusselse bemoeienis

Stuk voor stuk hebben ze afgelopen dagen aangegeven hoezeer ze in hun functioneren worden belemmerd door Brusselse bemoeienis, eraan toevoegend dat hun baas zich bezondigt aan bangmakerij, aan apocalyptische doem in geval van een brexit. Boris en de zijnen zijn veilig, omdat ze de steun genieten van de ruim 100, mogelijk 140 fractieleden en een groot deel van de achterban.

Voor Cameron is het gedogen van de geschillen ironisch genoeg de beste manier om de partij bijeen te houden. Als Cameron het hard speelt, wacht hem een breuk in de partij.