Direct naar artikelinhoud

De betekenis van 'ik' zeggen

Poëzie. Een nieuwe bundel van een van de belangrijkste Nederlandstalige dichters van deze tijd. Leonard Nolens zet zijn zoektocht naar identiteit voort in Balans.

Sinds zijn hartstilstand in 2013 lukt het schrijven moeilijker voor Leonard Nolens. En dus is het een overwinning op zichzelf dat er met Balans toch een nieuwe bundel ligt. Al bevat die vermoedelijk vooral gedichten van voor de bijna fatale gebeurtenis die hij geredigeerd, gewikt en geschikt heeft.

De kern van Nolens' werk bestaat uit de zoektocht naar de identiteit. Voor hem particulier, maar ook voor de lezer. Wat betekent dat, 'ik' zeggen of schrijven in deze tijd? Als buitenstaander in de maatschappij weet Nolens op deze manier een van de existentiële vragen van onze samenleving te meten. Vanuit zijn plaats zoekt de dichter verbinding.

Neem het gedicht dat ik koos, waarnaar de titel van de bundel verwijst (een unster is een weegschaal met twee ongelijke armen, red.). Hier wil hij zijn leven wegen, maar hij beseft dat het heel moeilijk is om een balans op te maken waarin hij alles in de schaal kan leggen: dierbare familieleden die er niet meer zijn, de vriendschap met Frans Denissen die taande.

Nolens zoekt niet alleen verbinding met bekenden, maar ook met degenen die ver van hem verwijderd zijn. Zo opent hij de eerste afdeling van de bundel met een hommage aan Meng Jiao, een Chinese dichter uit de 8ste eeuw na Christus. Nolens weet zich verbonden met de doden die Jiao bezingt en met de zijne: 'Jaloers op je talent voor pijn/ verslindt mijn blik je jonggestorven abrikozen./ Je doden smaken naar meer. En naar ons.'

Drukke buren

Nadien belanden we met Nolens weer in zijn geboorteplaats Bree. Het doet intussen vertrouwd aan, alsof we familie zijn geworden van de dichter. We lopen mee de trap op in het huis van zijn grootvader: 'Ik volg het heimwee van zijn draaitrap naar mijn kamer/ en zie op muren vijf generaties vertrouwde gezichten/ verdwijnen, hun zakencijfers en liefdesbrieven reizen/ door mijn hoofd en deze hand de wereld rond.'

Verleden en heden worden met elkaar vervlochten. Ver en dichtbij, zoals in de laatste afdeling, waarin hij een reis in 1980 naar de Verenigde Staten beschrijft, ver van en toch verbonden met zijn geliefde Leen. 'Ik zocht mijn vertrouwde gezichten van jou/ aan de andere kant van de deur.'

Maar we krijgen ook een dichter te lezen die in deze tijd leeft. En die het, door zijn verlangen naar stilte, lastig blijkt te hebben met zijn drukke buren. 'Het is hierboven dagelijks prijs, mijn buren zijn arm/ en druk en kleinbehuisd./ Al drie jaar lang dat rennende, neukende stadsverkeer/ van Istanbul zes mensen groot.'

Of neem de danser Anani Dodji Sanouvi, die Nolens opvoert in een poëticaal gedicht, waarin hij via de danser en via de woorden van diens leermeester Anna Teresa De Keersmaeker duidelijk maakt dat een echte dichter iemand is bij wie poëzie op de meest natuurlijke wijze deel uitmaakt van zijn bestaan: 'Zijn mentrix Anne Teresa zegt: 'Je hebt er die dansen./ En je hebt dansers. Anani is danser.''

Of neem het gedicht 'De literaire receptie', waarin Nolens niet zonder ironie verschillende attitudes van collega-dichters beschrijft: 'Pardon, ik heb uw naam niet goed verstaan./ Of bent u zo'n Vlaamse Pessoa?/ En geeft u aan vreemden bij voorkeur uw andermans namen/om kennis te maken en vrienden?'

Bijzonder, toch, hoe sterk Nolens in Balans opnieuw voor verbinding zorgt: niet alleen doet hij dat via wat hij schijft, het overkomt ook ons, terwijl we lezen. Ik ken geen andere levende dichter in ons taalgebied die zijn leven en zijn dichterschap volledig in de weegschaal legt. Hopelijk vindt hij de kracht om hier nog lang mee door te gaan.

****

Unster

Bezat je nu maar een balans,
bij voorkeur zo'n fijne Romeinse,
om koudweg je ziel te gaan wegen van top
tot teen, totaal, je doden bijeen
in die op- en neergaande dans

van zo'n balans, de twistende sterfdag
van vader, en later, het doofstomme ziekbed
van moeder, de as van broer Paul
die je schoenen bestuift en de last
van je krimpende kennissenkring, de barst

in het hart van je vriendschap met Frans,
bezat je nu maar zo'n balans -
je blijft op je zestigste blind als de helder
ziende, voortdurend verspringende naald
van geen enkel, geen telbaar getal.

Leonard Nolens


Leonard Nolens,Balans, Querido, 56 p., 16,99 euro.