Direct naar artikelinhoud

Een effectentaks met obstakels

De nieuwe effectentaks van de regering raakt beleggers die meer dan 500.000 euro op hun effectenrekening hebben staan. Niet-beursgenoteerde aandelen worden vrijgesteld. Is de vermogensbelasting dan eindelijk een feit? Wellicht niet. Daarvoor zijn er te veel juridische bezwaren en twijfels over de opbrengst.

Wie moet deze taks betalen?

In het Zomerakkoord zette de regering het licht op groen voor de effectentaks. Dat is een belasting van 0,15 procent voor beleggers die 500.000 euro of meer op hun effectenrekening hebben staan.

Tot nu toe was het onduidelijk of er uitzonderingen op die belasting zouden komen. Het antwoord is ja. De regering besliste om niet-beursgenoteerde aandelen vrij te stellen. Daardoor blijven de aandelen van kleinere familiebedrijven buiten schot.

Wat ook buiten schot blijft, zijn de aandelen op naam. Eigenlijk creëert de regering zo een achterpoortje voor beleggers. Als zij hun aandelen op hun effectenrekening omzetten in aandelen op naam, kunnen ze de taks ontlopen.

"Die transactie is relatief eenvoudig", legt fiscaal expert Michel Maus (VUB) uit. "Als aandeelhouder geef je je makelaar de opdracht om jouw aandelen op naam te zetten. Die neemt contact op met het bedrijf dat de aandelen uitgeeft en met financieel dienstverlener Euroclear."

Doorgaans rekenen makelaars daarvoor een tarief aan van 50 à 70 euro per transactie. Wie aandelen heeft bij veel verschillende bedrijven, doet dus niet noodzakelijk een goede zaak. "Al is het niet ondenkbaar dat er straks een concurrentieslag losbreekt tussen makelaars", zegt Maus.

Naast beursgenoteerde aandelen geldt de taks ook voor obligaties, kasbons, fondsen en warrants.

Hoeveel moet dat opbrengen?

Als alles goed gaat 254 miljoen euro. Maar of dat gehaald wordt, is niet zeker. Vooral nu de regering een uitzondering maakt voor niet-beursgenoteerde aandelen.

Voor vicepremier Kris Peeters (CD&V) staat de opbrengst in steen gebeiteld. "De effectentaks komt er met een opbrengst van 254 miljoen euro per jaar. Dat is gegarandeerd, zo bevestigde de premier. Daar gaan wij dus ook van uit."

Het is geen geheim dat financiënminister Johan Van Overtveldt (N-VA) een koele minnaar is van de taks, maar zijn woordvoerder bevestigt dat de regering nog steeds voor 254 miljoen gaat. Al voegt hij er wel aan toe dat niemand kan voorspellen of dat effectief zal lukken.

"Zoals elke taks zullen we de opbrengsten moeten monitoren. Dat is een collectieve verantwoordelijkheid van de regering", zegt de woordvoerder. En als de inkomsten toch tegenvallen? "In dat geval komt het dossier terug op de tafel van de regering."

Komt de taks er überhaupt wel?

Sommige juristen plaatsen vraagtekens bij de mogelijke discriminatie van de effectentaks. Zij wijzen op de minimumgrens van 500.000 euro. Wie minder heeft, betaalt niets. Wie meer heeft, betaalt de volle pot. Tussen een effectenrekening met 499.999 euro en 500.001 euro zit dus een wereld van verschil.

Een tweede vorm van mogelijke discriminatie duikt op met de uitzondering voor niet-beursgenoteerde aandelen. Al maakt de regering zich sterk dat ze voor dat onderscheid wel sterke argumenten heeft. Zo wil ze kwetsbare familiebedrijven beschermen. Het tweede argument is van praktische aard. Hoe kan de overheid de waarde beoordelen van een aandeel dat niet-beursgenoteerd is? Dat is niet zo simpel, zeggen regeringsbronnen.

Wellicht krijgt de regering volgende week een advies van de Raad van State. Mogelijk moet ze dan al haar plannen bijsturen. Maar ook daarna kunnen misnoegde aandeeleigenaars nog altijd naar het Grondwettelijk Hof stappen. Die procedure kan jaren aanslepen.

Lees morgen het volledige interview met vicepremier Kris Peeters (CD&V) over het Zomerakkoord in de weekendkrant.