Direct naar artikelinhoud

Sterke arm is goud waard

Heeft Nafi Thiam (22) de lichaamsbouw van de ideale zevenkamper? Wim Vandeven, succesvol als trainer van Tia Hellebaut en Hans Van Alphen, looft vooral haar sprong- en werpkracht. Toch ziet hij nog technische werkpunten waarmee Thiam rekening kan houden op het WK, dat morgen begint.

1

100 meter horden

Jackie Joyner-Kersee: 1,78 meter. Carolina Klüft: 1,78 meter. Denise Lewis: 1,73 meter. Jessica Ennis: 1,65 meter. Olympisch kampioene Nafi Thiam torent met haar 1,87 meter letterlijk boven haar voorgangsters uit. En dat is lang niet nadelig voor de 22-jarige atlete, op één proef na: het hordelopen. Niet toevallig was dat het onderdeel waarin een 'kleintje' als Ennis uitblonk.

Atletiekcoach Wim Vandeven: "Nafi loopt al behoorlijke tijden, maar is eigenlijk nét te groot. De afstand tussen twee horden is 8,5 meter. Om over een horde te springen, moet je zo'n 3 meter rekenen. Dan houd je 5,5 meter over voor drie passen, minder dan 2 meter per pas dus. Een atlete met lange benen zoals Nafi moet dan kleine passen nemen. Dat is een beperkende factor. En hoe sneller je loopt, hoe dichter je bij de horden uitkomt. Waar Nafi kan winnen, is op een kortere landing. Sneller met de grond contact maken want in de lucht kun je niet versnellen."

2

Hoogspringen

In het hoogspringen kan Thiam zich een eerste keer onderscheiden, net als haar Britse concurrente Katarina Johnson-Thompson, die met 1,83 meter overigens niet veel kleiner is. De twee vrouwen teren voor een groot deel op hun uitzonderlijke en natuurlijke sprongkracht. Volgens Vandeven heeft Thiam het potentieel om het nationale record van Tia Hellebaut (2,05 meter) te breken, als ze zich op dat nummer toelegt. "Want nu haalt ze niet zoveel uit haar aanloop. Haar sprong is vooral gebaseerd op kracht vanuit de knie. Tia strekte haar afstootbeen veel meer. Het record van Tia is geen alledaagse prestatie maar als iemand het aankan, dan wel Thiam."

3

Verspringen

In het verspringen staat het persoonlijk record van Thiam op 6,58 meter. Ook daar ziet Vandeven mogelijkheden om met haar lengte nog beter te doen.

"In het verspringen is een snelle aanloop nog belangrijker. Haar afstoot is goed, maar de dag dat ze haar aanloop nog beter onder de knie heeft, zal Thiam nog een stuk verder springen, richting 7 meter. Dat ze groot is, betekent dat haar zwaartepunt hoger ligt dan bij kleine atletes. Je moet de sprong als een parabool zien. Als er 20 centimeter verschil in lengte is, dan komt die 20 centimeter ook achteraan in de landing terug."

4

Kogelstoten

Zelfde verhaal in het kogelstoten: als de kogel hoger vertrekt, dan komt dat verschil in centimeters in de worp terug. Het record van Thiam staat nu op 15,24 meter. Vandeven: "Thiam haalt nog niet alles uit het kogelstoten omdat ze haar heup niet goed indraait. Daar kun je op trainen, al is het niet makkelijk om die techniek te veranderen."

5

Speerwerpen

Minder trainbaar is het speerwerpen, meent Vandeven, de proef waarin Thiam haar concurrentes afmaakt. Geen enkele zevenkamper smeet ooit zo ver als Thiam: 59,32 meter. Johnson-Thompson verspeelde in Rio een zekere medaille door de speer als een natte dweil te gooien. Paradoxaal genoeg is dat nu net een nummer waarin haar gestalte er minder toe doet: een goede arm, die heb je of die heb je niet.

"Jackie Joyner-Kersee (pr 45,66 meter) smeet de speer ongeveer even pathetisch als Johnson-Thompson (pr 42,01 meter)", vertelt Vandeven, "maar ze was wel veel sterker. Het zijn vooral de afworpsnelheid en de hoek waarin je de speer lanceert die belangrijk zijn. Je ziet van jongs af aan wie er talent voor heeft, de werpers haal je er zo uit. Van een boerenpaard kun je ook geen renpaard maken."

En Thiam, dat is een volbloed renpaard. Instinctief, maar sinds het BK van vorig jaar eentje die haar techniek nog beter beheerst. Na de scheur in de ligamenten van haar elleboog besteedde Thiam daar noodgedwongen meer aandacht aan. "Omdat ze sukkelde met de elleboog houdt ze de speer nu veel hoger en zo zijn er vanzelf veel meters bij gekomen. Dan zie je meteen dat ze een gewéldige arm heeft. De speer vliegt vanzelf, terwijl dat bij Johnson-Thompson huilen met de pet op is."

6

200 en 800 meter

In de loopnummers, en dan zeker op de afsluitende 800 meter, maakt het niet zoveel uit hoe groot of hoe klein de atlete is. "Op de 200 meter kan ze nog progressie maken als ze de haar pasfrequentie optrekt, maar op de 800 meter zijn er geen geheimen: dat is trainen op uithouding en zo efficiënt mogelijk lopen. Of ze nu 1,60 meter dan wel 1,80 meter zijn, dat speelt geen rol. De meeste zevenkampers hebben er een haat-liefdeverhouding mee."

7

Conclusie

Thiam zit nog niet aan haar plafond. Het wereldrecord van Joyner-Kersee (7.291 punten) ligt volgens Vandeven dan ook in haar bereik, maar of ze dat op het WK al kan verbeteren, daar twijfelt hij wat aan. Tenslotte haalde Thiam eind mei al 7.013 punten, een score die niet vanzelf komt. "Als Thiam op het WK rond de 7.000 punten uitkomt, dan zie ik niemand haar bedreigen. Maar laat ze links of rechts steekjes vallen en scoort ze rond de 6.800, dan zou het spannend kunnen worden."