Direct naar artikelinhoud

Belfius blijft best nog even in de etalage

Vier miljard euro betaalde de regering in 2011 voor de bankpoot van de Dexia-groep. Vandaag zou een verkoop vlot 5 miljard opleveren. Maar ook al stijgt de interesse, Belfius nu van de hand doen, is geen goed idee.

Waarom verkopen?

Staatsschuld lager Dat de regering-Michel voorstander is van een (gedeeltelijke) verkoop van Belfius is geen geheim. Minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) kondigde het zelfs aan op de dag van zijn eedaflegging, en in het regeerakkoord staat letterlijk de intentie om overheidsparticipaties af te bouwen "in functie van de schuldafbouw". Lees: een verkoop brengt miljarden in het laatje, wat onze staatsschuld van 427 miljard euro ietwat kan verlichten. En ook al verliep de recente begrotingscontrole relatief vlot, elke buffer is welkom.

Er is interesse Hoe meer potentiële kopers, hoe hoger de verkoopprijs. Een herhaling van het Fortis-scenario - waarbij BNP Paribas als enige kandidaat-overnemer de bank in handen kreeg tegen bradeerprijzen - hoeven we alvast niet te vrezen.

Namen als Santander, Société Générale en ING circuleren al langer. En volgens De Tijd groeit het lijstje alleen maar aan, zelfs met namen uit Azië en Amerika. Hen tegen elkaar uitspelen kan de winst voor de Belgische staat, en dus de belastingbetaler, alleen maar doen aandikken. Want te lang wachten met een verkoop kan de interesse weer doen verdwijnen als sneeuw voor de zon, zeker als de wereldeconomie onverwachte klappen krijgt.

Politiek gevoeligEen 'staatsbank' zal nooit een lang leven beschoren zijn in een centrumrechtse regering met liberale inslag. Daarvoor druist het te hard in tegen een bepaalde ideologische overtuiging. Zo vreest men een te grote politieke greep op het bestuur van de bank, wat de slagkracht van Belfius op lange termijn kan beschadigen. Het zou niet de eerste keer zijn dat een overheidsbedrijf een melkkoe voor de schatkist wordt. Bovendien zal ook Europa niet eeuwig de staatsbank dulden. Het keurde de overname van vier jaar geleden weliswaar goed, maar tegen voorwaarden.

Groeimarge beperkt Belgische banken kampen nu al een tijdje met hoge kosten en relatief kleine winstmarges. Zo gaf oud-gouverneur van de Nationale Bank Luc Coene in oktober nog te kennen dat er "best een Belgische grootbank verdwijnt" op termijn.

Niet dat Belfius opnieuw in de gevarenzone komt, alleen snijdt de dalende rendabiliteit aan twee kanten: ze jaagt kopers weg én weegt op hun overnamebudget als hun eigen winstmarge zakt.

Waarom niet verkopen?

Waarde blijft stijgen Ondanks de dalende winstmarge blijft Belfius aantrekkelijk. Vorig jaar boekte het een nettowinst van 462 miljoen euro, de derde stijging in evenveel jaar. Het heeft de Europese stresstest doorstaan en het eigen vermogen is sinds 2011 meer dan verdubbeld.

En zolang de Belg het spaarrecord blijft breken, blijft de waarde stijgen. Zeker nu banken wereldwijd - onder lichte dwang - terugplooien op het klassieke model van spaargelden uit te lenen.

Inkomstenbron Belfius keert nog geen dividend uit aan de Belgische staat. CEO Marc Raisière hoopt dat vanaf 2016 wel te doen, zo zei hij in maart. "Daarom zou ik me niet opjagen om de bank te verkopen", zegt bankenspecialist Koen Schoors (UGent). "België leent nu gratis op de internationale markten, wat een schuldafbouw minder urgent maakt. Waarom je als overheid pijn doen door een stabiele inkomstenbron weg te snijden?"

Politiek gevoelig Een verkoop, zeker aan een buitenlandse speler, zal de regering veel kritiek opleveren. Dan dreigt immers enkel KBC over te blijven als grootbank met lokale verankering. Ook blijft Belfius de favoriete bank van veel lokale besturen. Die rol kan in gevaar komen als de hoofdzetel verhuist. De lessen van Dexia liggen nog vers in het geheugen. Ook valt te vrezen voor ontslagen.

Officieel verkiest het management een beursgang. In dat scenario verkoopt de staat zijn aandeel volledig of deels aan beleggers wereldwijd en niet enkel aan een buitenlandse bank. Als ze een aandeel in Belfius behoudt, kan de overheid zo rekenen op een mooi dividend terwijl de bank zich onafhankelijk kan ontwikkelen.

Dexia-erfenis en Arco Hét argument dat Belfius zelf al geruime tijd aanvoert om nog te wachten met een verkoop. De bank sleept miljarden aan obligaties en kredietwaarborgen uit het Dexia-tijdperk mee. Het toxische deel bouwt het jaar na jaar af, waardoor het hoopt tegen 2016 uit de gevarenzone te zijn. En dan is er nog de mogelijke vergoeding van Arco-coöperanten. Die kan oplopen tot 600 miljoen euro. "Een onopgelost Arco-dossier zal bij de verkoop voor een forse minwaarde zorgen, terecht of onterecht", klinkt het bij bestuursvoorzitter Jos Clijsters.

Kortom, een verkoop is niet voor 2015. "En een beslissing is niet voor onmiddellijk. De minister en de regering zullen te gepasten tijde de opties bekijken", viel te horen bij het kabinet Van Overtveldt.