Direct naar artikelinhoud

DENYS

Jan Denys is arbeidsmarktdeskundige bij Randstad.

Uit een studie van het Minderhedenforum moet blijken dat twee op de drie dienstenchequebedrijven ingaan op discriminerende vragen van klanten (DM 24/2). Pikant detail: overheidsbedrijven blijken het meest in te gaan op discriminerende vragen, vzw's iets minder en - o ironie - uitzendbedrijven het minst.

De bedoeling van zo een studie, die eigenaardig genoeg niet vrij consulteerbaar is op de website van het Minderhedenforum, is snel politieke actie uitlokken. En het Minderhedenforum werd op zijn wenken bediend. Meteen was er het voorstel om praktijktests te organiseren door de overheid die zowel klant als aanbieder kunnen bestraffen.

Hierbij een oproep tot enige kalmte en het voorstel om in elk geval nog eens goed na te denken over wat men nu precies wil bereiken met een antidiscriminatiebeleid. Vragen kunnen daarbij helpen.

Wat is discriminatie?Wie denkt dat het werk gedaan is als beslist wordt 'dat niet mag worden gediscrimineerd', dwaalt. Nadat alle clichés zijn uitgeput komen de reële situaties naar voor. Dan ontstaat geheid onenigheid over wat kan en niet kan. In de studie van het Minderhedenforum ging het om Vlaamse gezinnen die Vlaamse poetsvrouwen wilden. Maar wat met allochtone gezinnen? Het beleid heeft de neiging om in deze met dubbele standaarden te werken. Wat, bijvoorbeeld, met het vereenzaamde bejaarde vrouwtje dat graag een oudere poetsvrouw wil met wie ze ook nog wat kan babbelen? Wat met de eigenheid van de privélevenssfeer waar de vrijheidsgraad juridisch ontegensprekelijk groter is dan in de publieke ruimte van bedrijven en overheid? Wie wil straffen zal hier rekening mee moeten houden.

Hoe discriminatie het best beteugelen? Over het principe van antidiscriminatie bestaat meestal weinig discussie. Maar wat is het efficiëntste beleid ter zake? Steevast gaat de voorkeur naar praktijktests, zoals mystery calls, steekproeven om na te gaan of poetshulpen bij voorbaat worden geweigerd wegens afkomst, huidskleur of religie. Ik denk dat data-analyse op bedrijfsniveau veel efficiënter is. Het volstaat te checken wie allochtonen in dienst heeft en wie niet. Via benchmarking kunnen de uitzonderlijke gevallen gemakkelijk gedetecteerd worden. Met deze bedrijven kunnen intelligente streefcijfers afgesproken worden. Daar komen we verder mee dan een aantal burgers op de bon te slingeren die een discriminerende vraag hebben gesteld.

Hoe komt het dat ook publieke organisaties discrimineren?Bepaalde actiegroepen zijn er in geslaagd om het discriminatievraagstuk op de arbeidsmarkt exclusief toe te wijzen aan de uitzendkantoren. De schuchtere opmerking dat ook de publieke spelers op de arbeidsmarkt hiermee te maken hebben werd steevast van tafel geveegd. Uitzendbedrijven zijn volgens hen commerciële organisaties die uit elementair winstbejag plat op de buik gaan voor hun klanten. Aangezien de publieke spelers geen commerciële belangen hebben, kon het discriminatieprobleem bij hen niet, of in elk geval veel minder, spelen. (Zo is de VDAB nooit ingegaan op mijn suggestie om zelf ook mystery calls te organiseren.) De studie van het Minderhedenforum heeft aangetoond dat die redenering niet opgaat. Hieruit leren we dat discriminatie een complexere kwestie is dan een bepaalde lobby ons graag wil doen geloven. Door die complexiteit systematisch te ontkennen, wordt het discriminatiebegrip uitgehold en uiteindelijk inhoudsloos.

Publieke organisaties blijken niet evenveel te discrimineren dan uitzendbedrijven maar zelfs meer. Hoe is dat te verklaren? Een belangrijke reden in deze is dat de uitzendsector al lang een antidiscriminatiebeleid voert. Toen de sector meer dan 10 jaar geleden voor het eerst geconfronteerd werd met discriminatiepraktijken sloeg deze snel een duidelijk mea culpa en werd naast een sectorale aanpak ook in heel wat uitzendbedrijven een structuur opgezet om de consulenten te leren omgaan met discriminerende vragen. De praktijk leerde snel dat goede bedoelingen alleen niet volstaan. Het gaat om het opbouwen van een cultuur en van expertise. Dit gaat moeizamer dan gedacht.

Het discriminatiemonster laat zich niet zomaar bedwingen en is nooit helemaal verslagen. Net als je denkt dat dit het geval is, slaat het onverbiddelijk toe. Ook de uitzendbedrijven hebben in deze nog een lange weg te gaan. Maar sinds maandag weten we dat de weg van de publieke organisaties in deze nog langer is.

Misschien beginnen met een mea culpa?