Direct naar artikelinhoud

'Mijn vingers hebben hun eigen hersenen'

Gitarist Myrddin De Cauter haalde de flamenco uit Spanje en gaf er zijn eigen, Vlaamse draai aan. Dat puristen hem verketteren, amuseert hem. Zijn grootste geluk is dat hij na dagenlang wroeten een mooi stukje muziek vindt. 'Ik weet niet welke noten ik speel. Nooit.'

Mag een Vlaming zomaar flamenco spelen?

Een herinnering doet Myrddin De Cauter schaterlachen. Deze week speelde hij in de Hot Club, het Gentse café van zijn oudste broer Waso, nog eens op zijn klarinet. "Het was lang geleden. Ik deed mijn koffer open en er sprong een muis uit!"

De klarinet was het eerste instrument van de jonge Myrddin, maar de flamencogitaar werd zijn eeuwige passie. Zijn vader, jazzgrootheid Koen De Cauter, waarschuwde aanvankelijk dat flamenco erg moeilijk was, maar ontdekte dat zijn jongste zoon er aanleg voor had. "Als je klein bent, heb je geen rem. Ik begon meteen muziek te componeren. Het enige wat ik deed, was gitaar spelen, soms de hele nacht door. Sindsdien is mijn gitaar nooit langer dan een week uit mijn buurt gebleven."

Het was het ritme van de flamenco dat hem zo aantrok, het ritme is het enige wat hij overhoudt. "Voor de rest doe ik volledig wat ik wil. Mijn flamenco is geen pure flamenco. Het is mijn eigen stem." Op YouTube verwijten puristen hem ketterij, want een bleke Vlaming mag blijkbaar zijn gang niet gaan met de muziek van Zuid-Spanje. "Maar flamenco ís niets. Het is een sfeer, een gevoel waar je alle kanten mee uit kunt."

In de woonkamer van fotograaf Tom Lagast hangt een schilderij van Vlaamse weiden met populieren en smerige wolken. "Dát wil ik in mijn muziek brengen. De schoonheid van een landschap. Een eindeloos gevoel. Dat landschap, dat zijn wij. Als kind liepen we daar rond, niet in de Sierra Nevada", zegt de Gentenaar die in Landegem woont. "Mensen uit Andalusië doen hun ding en dat is prachtig, maar ik ben niet van daar. Ik voel wel wat ze doen en dat is belangrijk. Je ritme moet juist zitten. Je hebt een goede fond nodig."

Brengt technische kunde meer creativiteit?

Wanneer je De Cauter bezig hoort - live, op cd of via YouTube, solo of met muzikale vrienden als Jef Neve - denk je: wat een virtuoos, zo is het gemakkelijk. "Nochtans kon ik vroeger niet zomaar mijn gitaar nemen en meteen goed spelen. Ik was erg zenuwachtig om voor mensen te spelen. Nu ben ik meer een machine die zijn composities speelt als een robot", lacht hij.

Dus toch een beetje virtuoos? Tegenwoordig speel ik beter, maar vroeger was ik creatiever. Ik kon gemakkelijker vergeten dat ik er was. Mijn hoofd was leger. Op concerten speel ik goed als ik volledig weg ben. Ik weet niet welke noten ik speel. Nooit. Stel je voor dat je aan élke noot moet denken. Je wordt zot. De meest gecompliceerde stukken kan ik met mijn ogen toe spelen. Mijn vingers weten alles, ze hebben hun eigen hersenen."

De Cauter schrijft zijn composities niet op, maar onthoudt ze door ze te herhalen, te herhalen en nog eens te herhalen. "Het gebeurt dat ik zo uren zit te spelen thuis. En dan gaat de bel. Zo verschietachtig. Bang! Alles kwijt. Ik heb dat al een paar keer meegemaakt. Heel raar. Je hoofd is dan eigenlijk aan het slapen."

Hoe componeer je goede muziek?

De Cauter kan het componeren niet laten, maar dat componeren is vooral zoeken. Zoeken naar nieuwe harmonieën, naar het juiste gevoel. "Het is niet dat je zegt: 'Zo voel ik me en dat ga ik nu eens op muziek zetten.' Je moet veel spelen om het goede moment tegen te komen. Het is een hele dag bezig zijn om een paar dingetjes te onthouden. Je moet graven, wroeten in de aarde. Maar als je iets vindt, weet je duidelijk: 'Dit is iets.' Ik geniet daarvan."

Hij voelt zich enkel artiest op het moment dat iets lukt. "Al die dagen ervoor en erna ben ik een arbeider. Het enige wat ik weet, is dat ik weg moet zijn in mijn hoofd. Anders komt het niet. Maar áls het komt, is dat een gelukzalig gevoel dat met geen enkele andere vorm van geluk te vergelijken valt."

Hij vertelt hoe klassieke muziekstukken hem kunnen inspireren. "Mijn muziek zal er niet op lijken, maar ik ga door op het gevoel dat die stukken mij geven. Als je optreedt, probeer je dat gevoel over te brengen op je publiek."

Muziek vertelt altijd een verhaal, zegt De Cauter. "Het is een dieper gelegen voorouder van onze taal. Muziek was er vóór de taal. Als je iets moois te vertellen hebt, kun je iedereen raken. Maar soms ben je niet in de stemming en kun je een bepaald gevoel niet herhalen of vind je het minder. Zoals je een verhaal voorleest: pas als je er volledig in gelooft, werkt dat."

Kunnen virtuozen genieten van simpele muziek?

De Cauters vingervlugheid vervult gewone stervelingen met jaloezie. Moeten we beschaamd zijn om in zijn bijzijn een muziekinstrument aan te raken? "Ooit zag ik eens een concert van een band die met ongelooflijk enthousiasme boerenmuziek speelde. Het plezier droop ervan. Ik was daar met een vriend die ook een goede muzikant is. Wij keken naar elkaar en dachten allebei: 'Wat zitten wij eigenlijk met al onze noten te doen? Hoor die gasten bezig! Dat is het gewoon.' In de muziek zijn er zoveel universums waarbinnen iets kan werken. Ik kan zelfs van een goed technonummer genieten. Maar het moet dan wel goed zijn."

Zijn ideale radiozender draait constant mooie muziek. "Bach, Mozart, Beethoven, flamenco, Turkse muziek, om het even wat. En dan opeens een zwaar nummer. Techno of metal. Ik zweer het: daar zou je grenzeloos van genieten. Want ook het leven bestaat uit contrasten."