Direct naar artikelinhoud

Fietskoerierdiensten met elkaar in de clinch

Nu er drie spelers zijn om de pizza bij u thuis af te leveren, hebben UberEATS, Deliveroo en Takeaway elkaar de oorlog verklaard. De slachtoffers zijn in de eerste plaats de mensen op de fiets.

Ze komen sympathiek over, die Deliveroo-koeriers die gehelmd en met een fleurige jas door het verkeer schieten om uw avondmaal tot bij u te krijgen. Maar ze zijn ook de dupe van een bitse concurrentiestrijd. Omdat hun loon de belangrijkste onkosten zijn van het bedrijf dat hen betaalt, wil Deliveroo liefst zoveel mogelijk op hen besparen.

De fietskoerierdienst heeft daarom beslist om hen niet meer per uur te betalen, maar per afgeleverde bestelling. Belangrijker nog: de koeriers worden niet meer tewerkgesteld via de coöperatieve SMart, die hun belangen behartigt, maar rijden vanaf volgend jaar onder een zelfstandig statuut.

De voordelen voor Deliveroo zijn duidelijk ten nadele van de fietsers. Dat zijn veelal studenten, die nu voor zichzelf moeten instaan. "We betreuren dat 3.000 fietsers aan hun lot worden overgelaten", zegt Frisia Donders, de woordvoerster van SMart, die studenten als zelfstandigen laten werken omschrijft als "vragen om problemen".

In een officiële reactie laat Deliveroo weten dat koeriers meer kunnen verdienen, flexibeler kunnen werken en tegelijk verzekerd zijn. Maar volgens Donders kan een regeling voor arbeidsongevallen - die Deliveroo nu belooft - enkel getroffen worden tussen werkgevers en werknemers. Dus niet met zelfstandigen.

Eén dominante speler

Deze zet van Deliveroo kadert in een groter verhaal, waarin de drie thuisbezorgdiensten elkaar bekampen om het marktleiderschap. Of zoals Jitse Groen, CEO van het Nederlandse Takeaway eerder dit jaar zei: "Er is per land maar ruimte voor één dominante speler. Daarom is het zo belangrijk om marktleider te zijn."

De verklaring ligt bij een bikkelharde economische logica, die Leo Van Hove aan de VUB bestudeert. Zijn onderzoek spitst zich toe op 'netwerkeffecten': hoe het netwerk van deze bedrijven in elke afzonderlijke stad van cruciaal belang is om te overleven.

"Om restaurants te overtuigen zich bij een koerierdienst aan te sluiten, heeft een bedrijf een groot netwerk van klanten en koeriers nodig", legt hij uit. "En uiteraard: hoe meer koeriers en restaurants, hoe sneller de service naar de klanten toe. De bedrijven zijn bereid om eerst onder de kostprijs te werken en grote verliezen te maken om de ander uit de markt te duwen."

Hoever ze daarin gaan hangt af van het bedrijf, en de aanpak heeft weer een directe invloed op hoe ze omgaan met het personeel. Alle bieden ze hun koeriers zoveel mogelijk flexibiliteit en vrijheid aan, maar er staat telkens iets anders tegenover. Zo heeft het Amerikaanse UberEATS, dat enkel met zelfstandigen werkt, geen minimumprijzen ingesteld.

Maar Takeaway, zoals gezegd een Nederlands bedrijf, vaart een sterk afwijkende koers door zijn koeriers in loondienst te laten rijden. Om marktaandeel op te bouwen - met een intense marketingcampagne - was Takeaway bereid om flink wat verlies te slikken. "Als wij nu zouden stoppen met marketing en reclame, zouden we meteen winstgevend zijn", zegt Groen. "Maar dan zouden we ook over vijf jaar niet meer bestaan."

Onduidelijk is momenteel nog hoe de overheid met deze deelplatformen moet omgaan. Omdat minister van Werk Kris Peeters (CD&V) ook niet weet of Deliveroo alles volgens het boekje doet, heeft hij er de Sociale Inspectie en de RSZ op afgestuurd.

Werkgeversorganisatie Voka heeft ondertussen al geopperd om in ons land een statuut tussen werknemer en zelfstandige in het leven te roepen. Een zogenaamd 'derde statuut', naar het Nederlandse model van de ZZP'er of freelancer.

Maar daar creëert dit statuut meer problemen dan het oplost voor fietskoeriers. "Als je maar een aantal uur werkt, levert dat nauwelijks iets op, als je er de kosten voor je verzekering en je belastingen van aftrekt", zegt Martijn Arets, een expert op het gebied van online deelplatformen. "Omdat de verzekering duur is en optioneel, laat toch niemand zich verzekeren."

De discussie rond hoe we omgaan met deelplatformen raakt volgens Arets de fundamenten aan van de economie in de 21ste eeuw. Kernvraag: als onze sociale zekerheid afhangt van werknemers met vaste contracten, hoe kun je dan een andere arbeidsrelatie creëren zonder die sociale zekerheid in gevaar te brengen? "We zien duidelijk dat in de deeleconomie de huidige statuten niet werken", zegt Arets. "Maar een oplossing vinden is niet iets wat je zomaar op zondagmiddag doet."