Direct naar artikelinhoud

'Ik wil de hoofden van de verraders afhakken'

Recep Tayyip Erdogan wil 'de hoofden afhakken van de verraders' die vorig jaar de mislukte staatsgreep hebben gepleegd. Dat zei de Turkse leider zaterdagavond in een emotionele speech ter nagedachtenis van de slachtoffers die exact een jaar geleden zijn gevallen.

Erdogan beloofde dat hij de herinvoering van de doodstraf "direct zijn zegen geeft", zodra het parlement hiermee akkoord gaat.

Tienduizenden mensen gingen zaterdagavond in Istanbul de straat op en liepen samen naar de brug over de Bosporus, waar vorig jaar 36 mensen omkwamen bij de couppoging. De massa juichte toen Erdogan zei dat alle verdachten die iets met de staatsgreep te maken hebben, voor de rechter moeten verschijnen "in pakken zoals in Guantanamo Bay". Er werden door de vijand machtige wapens ingezet, aldus de president. "Onze mensen hadden alleen vlaggen en, nog veel belangrijker, zij hadden hun geloof."

Na deze vlammende speech, en de onthulling van een monument ter nagedachtenis van de slachtoffers, trok Erdogan naar het parlement in Ankara voor een tweede toespraak. Hier werd eerst uit de Koran geciteerd: verzen over verraad, martelaarschap en verzet tegen vijanden. Vervolgens herhaalde Erdogan dat de terugkeer van de doodstraf mogelijk is, waarop een mensenmassa zong: "Wij willen executie!"

Permanente noodtoestand

De voorzitter van de Europese Commissie, Jean-Claude Juncker, waarschuwde dat Turkije onder geen beding nog lid kan worden van de Europese Unie als de doodstraf werkelijk weer wordt ingevoerd. "Daarmee slaat Turkije definitief de deur voor het lidmaatschap dicht", schreef hij in de Duitse krant Bild am Sonntag.

Andere politieke partijen dan de AK-partij van Erdogan werden volledig buiten de herdenking gehouden. Zaterdag uitte oppositieleider Kemal Kilicdaroglu scherpe kritiek op de regering. In plaats van een snelle normalisering na te streven, heeft deze "een permanente noodtoestand geschapen en de rechtspraak vernietigd", zei de voorman van de Republikeinse Volkspartij CHP.

Op 15 juli 2016 probeerde een groep militairen het regime van Erdogan omver te werpen door verschillende strategische plekken in te nemen. Er stonden tanks op de brug over de Bosporus, een aantal vliegvelden werden bezet, tv-stations waren in handen van de coupplegers en het parlement werd gebombardeerd. Erdogan zat op dat moment in het vakantieoord Marmaris, en riep de Turken via sociale media op om de straat op te gaan en de coupplegers tegen te houden. Daaraan werd massaal gehoor gegeven en uiteindelijk mislukte de staatsgreep. Volgens de officiële Turkse cijfers kwamen 250 mensen om het leven.

Volgens Erdogan is zijn grote politieke rivaal, de geestelijke Fethullah Gülen, het brein achter de coup, maar overtuigend bewijs hiervoor ontbreekt. Gülen woont sinds 1999 in zelfverkozen ballingschap in de Verenigde Staten en heeft vorige week nog eens herhaald dat hij zich niet zal verzetten als de VS hem willen uitleveren aan Turkije. De kans dat dit werkelijk gaat gebeuren is erg klein.

Heksenjacht

Sinds de couppoging is er een soort heksenjacht gaande in Turkije. De regering wil het overheidsapparaat zuiveren van iedereen die achter de coup zou kunnen zitten of met de daders zou kunnen sympathiseren. Dat zijn in eerste instantie gülenisten, maar andere opponenten van de president, zoals linkse activisten of sympathisanten van de Koerdische zaak, worden in één moeite meegenomen.

In een jaar tijd zijn 150.000 functionarissen op non-actief gesteld. Afgelopen vrijdag werden daar nog eens zevenduizend ambtenaren aan toegevoegd. Vijftigduizend anderen zijn achter de tralies verdwenen, onder wie veel militairen, ambtenaren, academici, journalisten, rechters en officieren van justitie.