Direct naar artikelinhoud

'Dat ik oud word? Af en toe een ontstekingsremmertje, hé'

Hij heeft het naar zijn zin bij Antwerp FC. Jelle Van Damme lacht luidop, jent én zwoegt op stage in Spanje. En straks met de Great Old naar play-off I? 'Als we het niet halen, hebben we het aan onszelf te wijten.'

Hij gaat ervoor zitten in de lobby van het hotel. Jelle Van Damme zakt wat weg in de oranje divan, slippers op de grond en voeten onder zijn benen gemoffeld. Het in Algorfa al ingeburgerde pokeravondje kan een uurtje wachten. "Ik ben moe, maar dat hoort bij een stage. Het is pittig. Lange, stevige trainingen. Bölöni staat erom gekend. Voetballers lopen altijd te zagen op zo'n stage, maar we weten wel waarom we dit allemaal doen."

In Los Angeles lag de trainingsintensiteit ongetwijfeld een stuk lager. Had je daardoor eventjes nodig om bij Antwerp echt aan de oppervlakte te komen?

Van Damme: "Ik heb een aanpassingsperiode nodig gehad en langer dan ik gedacht had. De trainingsarbeid, het klimaat, het is anders. In LA trainden we minder lang. Daar zaten we met veel ervaren spelers die zelf wel wisten wat ze moesten doen en laten. Ik heb wat gesukkeld in het begin bij Antwerp. Slechte velden, andere accommodatie ook. Ik kwam van biljartlakens en mooie faciliteiten. Eigenlijk besefte ik dat ik altijd verwend geweest ben op dat vlak. Die knop heb ik moeten omdraaien, maar ik ben er wel doorgekomen. Ik maal weer meer kilometers nu ik niet meer centraal maar op links speel. Ik ben sowieso fitter dan in Amerika."

Je kreeg al een staande ovatie nog voor je je eerste minuut had gespeeld. Dat moet leuk binnenkomen zijn.

"Tuurlijk. Dit is een club voor mij en de fans dachten waarschijnlijk ook: 'Dat is een speler die hier past.' Supporters zien heel snel dat ik mijn kop ervoor leg. Ik hoor weleens dat mensen denken dat ik een agressieveling of een arrogante kerel ben. Zo kom ik op het veld misschien soms over. Als ik een klootzak moet zijn om te winnen, zal ik dat zijn. Maar buiten het voetbal ben ik een joviale kerel en niet zo arrogant of agressief als ik eruitzie."

Bölöni zit er hier kort op, maar af en toe geeft hij jullie ook wat ruimte. Wat is volgens jou zijn sterkte?

"Zijn koppigheid en in tweede instantie zijn perfectionisme. Hij doet op training dingen die hij twintig jaar geleden ook al deed, maar hij wijkt er niet van af. Al die afzonderingen, is dat fijn? Neen, maar er is altijd wel een pipo die niet gezond eet of te laat gaat slapen en dus heeft hij gelijk dat hij het doet. Het feit dat we vierde staan, daar heeft hij toch veel mee te maken. Je mag het draaien of keren hoe je wilt, het is toch his way. Hij weet ook alles van iedere ploeg. Hij zet los alle rugnummers op het bord en is altijd heel voorbereid. Hij houdt vast aan zijn werkwijze. Heel fijne mens trouwens, buiten het voetbal."

Hij kiest voor realistisch voetbal, champagnevoetbal is geen optie.

"Wat is dat eigenlijk voor een flutterm? Ze zouden dat woord moeten schrappen. Welke ploeg speelt er in België champagnevoetbal? Genk staat voor verzorgd voetbal, maar waar staan ze? Brugge, dat is een machine, maar die spelen ook realistisch voetbal."

Jullie vierde plaats is onverhoopt. Is het een juiste weergave van de 21 wedstrijden die we achter de rug hebben?

"Ik denk dat we daar wel verdiend staan, ja. En er zit nog rek op. We mogen niet arrogant worden, maar bijna iedereen is al bezig met die wedstrijd van de 21ste tegen Club. Het enige wat we nog willen, is thuis vaker winnen.

"De meeste trainingen die we doen, zijn gericht op ons blok, maken dat iedereen goed staat. Tot in de perfectie soms, en het werkt. Als we straks met die snelle jongens ook nog efficiënt worden voorin, dan kunnen we dodelijk zijn. We hebben bovendien een fitte ploeg. We lopen meer in de tweede helft dan in de eerste."

Als het nog beter kan, dan mag play-off I halen geen probleem zijn.

"Dat is gazettenpraat. We kunnen ons wel niet meer wegsteken en dat zal misschien voor wat meer druk zorgen. Het zou toch dom zijn als we er nu niet voor uitkomen dat we voor play-off I gaan? Bijna iedereen is fit en dan komen die nieuwe gasten er straks bij. Luxeproblemen."

In Deurne wordt al van Europees voetbal gedroomd.

"Waarom niet? Dat zou toch sjiek zijn. Ik merk wel dat het leeft bij de mensen van de club en voel het ook in de spelersgroep. Niks is onmogelijk. En de honger is groot."

Je bent 34 intussen, maar dat is er niet aan te zien. Of voel jij dat wel?

"Natuurlijk voel ik dat. We hebben gelukkig een goede medische staf en die mensen staan 24 op 24 klaar. Ik ken mijn lichaam en weet wat ik moet doen en laten. (lacht) En af en toe knallen we er eens een ontstekingsremmertje tegenaan."

Hoeveel jaar heb je nog in de tank?

"De laatste jaren bekeek ik het jaar per jaar. Ik ben nog fit. Deze club past bij me en vice versa. Ik amuseer me nog elke dag en besef dat ik een luxeleven heb. Dat ik kan doen wat ik graag doe en daar nog goed mijn boterham mee verdien ook. Ik kan hier nog wel een paar jaar blijven. Eerst als voetballer en daarna zien we wel."