Direct naar artikelinhoud

What's in a name?

De kruisdraging in het Gentse Museum voor Schone Kunsten zou geen werk van Jeroen Bosch zijn. En ook over De zeven hoofdzonden in het Prado bestaan er twijfels. Dat Gent een Bosch minder zou hebben, is jammer. En toch ook weer niet.

Mag ik, om te beginnen, een anekdote vertellen? In de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw was het Rembrandt Research Project RRP actief. Het liep menig directeur dun door de broek als het RRP in zijn of haar museum neerstreek. Want het RRP had een missie: échte Rembrandts opsporen. Het had ook een reputatie: genadeloos verwees de ploeg experts Rembrandts naar de prullenbak omdat het atelierstukken zouden zijn of werken van navolgers. Zo slonk het aantal 'echte' Rembrandts van 714 (in de jaren 60) tot minder dan 300 (in de jaren 80).

Maar toen in 2014 het laatste boekdeel van het RRP werd gepubliceerd, was Rembrandt-specialist Willem van de Wetering minder streng geworden: hij schreef 70 werken wel toe aan Rembrandt, waaronder 44 die hij ooit, met het RRP, had afgekeurd. Met die hertoeschrijvingen heeft hij veel musea én privécollectioneurs gelukkig gemaakt, want op een veiling maakt zoiets meteen een handvol nullen verschil. Toch waren die werken in de loop der tijden niet veranderd, wel de blik van de experts erop.

Moeten we daaruit concluderen dat het RRP een stelletje beunhazen was? Zeker niet. De toeschrijving van schilderijen is immers geen exacte wetenschap. Zelfs de meest geavanceerde technologie waarmee schilderijen materiaaltechnisch worden onderzocht - en waarvan het Bosch Research and Conservation Project gebruik maakt - geeft niet altijd uitsluitsel. Er blijven vaak veel twijfels, waardoor men toch moet terugvallen op het oog en oordeel van de kenner. En niet alle kenners zijn het met elkaar eens.

Voor alle duidelijkheid: een groot deel van de kunstgeschiedenis bestaat uit toeschrijvingen -van de vroege Italiaanse en Vlaamse meesters tot een eind in de 17de eeuw. Dat betekent dus dat de meeste kenners het erover eens zijn dat een bepaald werk aan die éne schilder kan worden toegeschreven. Over nogal wat werk blijft discussie en onenigheid bestaan. Daaronder zitten de allergrootsten: Van Eyck, Caravaggio, Rubens, Rembrandt, Vermeer, Bruegel... Maar dat er twijfels zijn, hangen musea liever niet aan de neus van de argeloze bezoeker.

Zo blijft de Galleria Doria Pamphilj in Rome Zeeslag in de baai van Napels voorstellen als een Pieter Bruegel de Oude, hoewel er bij kenners grote twijfels zijn. En ook de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van Brussel blijven De val van Icarus als een Bruegel presenteren, hoewel technisch onderzoek heeft uitgewezen dat het werk van na de dood van de schilder dateert. Toch moeten musea daar helemaal niet krampachtig over doen. En natuurlijk moeten die werken blijven hangen, want het zijn allebei knappe, aparte, boeiende schilderijen. Maar waarom informeert zo'n museum de bezoeker niet grondig?

Haal alle labels weg

En zo komen we tot het cruciale punt. Het gaat om kijken: goed en traag kijken. Het gaat niet om naamfetisjisme. Ik kan u verzekeren dat ik al heel zwakke Botticelli's heb gezien (ja, in een wereldvermaard museum), povere Rembrandts en ellendige Rubensen. Terwijl er onder de zogeheten meesters met een noodnaam - schilders die we niet eens bij naam kennen - pareltjes te ontdekken zijn.

Soms denk ik weleens: haal al die labels dan maar weg, zodat de toeschouwer echt leert kijken. Naar het schilderij, niet naar het tekstbordje, en liefst langer dan enkele milliseconden. Misschien kunnen we zo de ergerlijke praktijk stoppen van het 'nameshoppen', een selfie nemen en oprukken naar de volgende zaal vol Bekende Namen.

Gent is een Bosch kwijt. Maakt dat het schilderij nu minder waard of minderwaardig? Geenszins. Het stond decennia geleden in mijn schoolboek geschiedenis en ik blijf het fascinerend vinden, met zijn groteske koppen en serene Christus. Het is een bijzonder sterk, merkwaardig en uitzonderlijk werk. Als het niet van Bosch is, dan van een andere visionaire schilder uit het begin van de 16de eeuw. Laat de zoektocht naar hem of haar maar beginnen. Misschien wordt een stukje kunstgeschiedenis herschreven. Kijk eens wat voor perspectieven dit opent.

Gent heeft nog altijd een prachtwerk. Dat ze het daar vooral koesteren en op zaal laten hangen.