Direct naar artikelinhoud

Bloed geven is helpen, laat ook homo's dat doen

Professor dokter Piet Hoebeke is diensthoofd Urologie aan het UZ Gent en gewoon hoogleraar aan de UGent.

Als homoseksueel verbaas ik mij er telkens opnieuw over, dat een eenvoudig menselijk kenmerk zoals homoseksualiteit tot commotie blijft leiden. Na het debat over de oorzaak van homoseksualiteit woensdag (DM 04/11), waren gisteren de homoseksuele bloeddonoren aan de beurt. De Franse minister van Volksgezondheid kondigde aan dat homoseksuelen in Frankrijk vanaf de lente van 2016 bloed mogen geven. Hopelijk volgt ons land snel, met een ondersteunend in plaats van een repressief beleid.

Het Franse voorstel is hopelijk de start om ook bij ons bloeddonatie open te stellen voor iedereen, en niet langer te discrimineren op basis van seksuele voorkeur. De ban bestaat sinds eind jaren 70, toen aids nog gids (gay immune deficiency syndrome) werd genoemd. Men had geen enkele betrouwbare test om de ziekte op te sporen, en ging ervan uit dat enkel homoseksuele mannen konden worden besmet.

Ondertussen weten we wel beter. Hiv is, onder andere door onbeschermd seksueel contact, overdraagbaar bij zowel mannen als vrouwen. Frequent onbeschermd seksueel contact verhoogt het risico op overdracht.

De betrouwbare testen voor hiv die in de jaren 70 ontbraken, zijn er vandaag wel. Er is één kanttekening: tijdens de zogenaamde 'vensterperiode' kan de test het virus nog niet opsporen. Maar dat risico is er bij élke seksueel actieve donor, of die nu hetero of homo, man, vrouw of transgender is. Zelfs bij monogame donoren kan het risico niet worden uitgesloten, zolang er geen zicht is op een eventuele besmetting van de partner.

Studies tonen aan dat een deel van de homoseksuele mannen minder monogaam is. Alle homomannen uitsluiten van bloeddonatie is echter te kort door de bocht. Bloed geven is een uiting van burgerzin en maatschappelijke betrokkenheid en vertrekt steeds vanuit een positieve ingesteldheid ten opzichte van de medemens. Bloed geven is mensen helpen, en is gebaseerd op dat unieke menselijke kenmerk dat 'weldoen' heet. De Fransen hebben daar een nog mooier woord voor: bienfaisance. Als we van dit uitgangspunt vertrekken, dat de donor een persoon is met burgerzin en een positieve motivatie om zijn of haar bloed te doneren ('doneren' betekent niet voor niets gratis geven), dan moet een eenvoudige screening van elke bloeddonor toch tot een waterdicht en veilig systeem leiden?

Aan elke donor kan dan worden gevraagd of hij de laatste maanden seksueel risicogedrag heeft gelopen. Indien nodig wordt een hiv-test afgenomen. Wie negatief test en geen nieuw seksueel risicogedrag vertoont, is meer dan welkom om bloed te geven. We mogen niet uit het oog verliezen dat elke dag honderden mensen bloed nodig hebben.

Ik hoop dat de Belgische autoriteiten het Franse voorbeeld volgen. Onze minister van Volksgezondheid gaf enkele maanden terug aan dat ook zij plannen heeft om dit te herbekijken, hopelijk werkt het Franse voorbeeld katalyserend.

Zoals de regels vandaag zijn, houden ze discriminatie op basis van seksuele voorkeur in. Dat komt, net zoals alle andere vormen van discriminatie, neer op uitsluiting op basis van emotie, vaak ingegeven door niet-objectieve angst.