Direct naar artikelinhoud

Gran Canaria is meer dan clichés

Het eiland staat synoniem voor massatoerisme op propvolle stranden. Dat klopt als een bus Maar er is ook een ander Gran Canaria met prachtig natuurschoon, charmante bergdorpjes en idyllische havenstadjes.

Argwanende blikken in de lobby, neuzen die ostentatief de lucht ingaan in de lift en geroezemoes bij het betreden van het hotel-restaurant. Gran Canaria staat voor eeuwig in mijn geheugen gegrift als mijn gigoloperiode, toen ik - rosse schurk - de oudjes van dagen probeerde geld afhandig te maken met mijn charmes. We schrijven 2000. De Spaanse dienst voor toerisme had me, in een poging om aan te tonen dat het eiland meer om het lijf had dan de overbevolkte badplaats Playa del Inglés, ondergebracht in een hotel in het nabijgelegen, zuidwestelijke Meloneras. Het zou sjieker zijn. Rustiger ook.

Het hotel bleek echter net iets té rustig. De hotelgasten bestonden enkel en alleen uit gepensioneerden. Vergissinkje, zo wist de dienst toerisme achteraf. Het hotel zou omgebouwd moeten zijn tot een trendy viersterrenhotel, maar meer dan een bouwvergunning was er op dat moment nog niet.

Met een van de hotelgasten, de trotse Berlijnse weduwe Helga die er jaarlijks tot vier weken overwinterde, sloot ik vrijwel meteen vriendschap. We dineerden samen, wandelden 's avonds de boulevard af en gingen overdag voor koffie. "Je weet toch waarom de andere hotelgasten je zo vies bekijken", grijnsde ze op dag vier. Ik had geen idee. "Ze denken dat je een jonge gigolo bent die op mijn centen uit is." Ze was er die dag over benaderd door enkele toeristen. Oppassen met die rosse, klonk het berispend. Het hele plaatje klopte plots, van de bijna agressieve blik van de geblokte man die ik een verleden als hooggeplaatste in de het leger toedichtte, tot zijn uit enkele giftige dames bestaande gevolg waarvoor hij, zodra de kans zich voordeed, de macho in zichzelf naar boven haalde.

Vijftien jaar later sta ik hier terug. Het hotel heeft zijn vier sterren, trendy interieur en jonge publiek gekregen. Maar ook Meloneras zelf is veranderd. En hoe! Moest je rond de eeuwwisseling nog naar Playa del Inglés om te feesten of te shoppen, dan is deze badplaats in het zuiden van Gran Canaria nu uitgegroeid tot een publiekstrekker voor de meerwaarde-toerist.

Terwijl menige Belg het volgebouwde Playa del Inglés laconiek het Blankenberge van Gran Canaria noemt, wordt het verderop gelegen mondaine Meloneras omschreven als het Knokke-Zoute van het eiland. Playa del Inglés - met stip dé place to be voor het merendeel van de toeristen - telt zo'n honderd hotels, maar vele hebben nood aan renovatie, terwijl er slechts een handvol viersterrenhotels en één vijfsterrenhotel te vinden is.

In Meloneras is er daarentegen slechts één driesterrenhotel te vinden. De rest bestaat uit vier- en vijfsterrenhotels. Eentje daarvan, Grand Hotel Residencia, is zelfs een zogenaamde vijfsterren 'Gran Lujo' en het enige hotel op het eiland dat behoort tot de Leading Hotels of the World. De keuken wordt uitgebaat door een sterrenchef en Orlando Bloom en Bruce Springsteen behoren tot de bekendste gasten. Voor de rest bestaat dit streepje Gran Canaria uit golfterreinen, spa's, degelijke restaurants, een mooi aangelegde zeedijk net naast het strand, een indrukwekkende congresruimte en een shoppingboulevard met bekende modemerken als Tommy Hilfinger, Banana Republic of Guess. Le grand chic, dus.

In de lift

"Niet te geloven, hè", blaast Lelianne Bakens, de 43-jarige Vlaamse directeursassistente van Palm Beach, een vijfsterrenhotel in retrostijl van ontwerper Alberto Pinto, dat in 1975 werd geopend en geldt als een van de oudste van dit district. "Toen ik hier 25 jaar geleden begon te werken, bestond dit hele gebied, heel Meloneras, nog uit tomatenvelden, zover als je kon kijken. Er was welgeteld één restaurant, de vuurtoren stond er al en wat nu de zeedijk is, bestond uit stenen en opeengestapelde rotsblokken."

Nu wordt er een bittere strijd gevoerd om de grootste en de mooiste te zijn. De concurrentie heeft tot gevolg dat elk hotel er totaal anders uitziet. Palm Beach baseert zich op de retrostijl van de jaren zeventig, Baobab Resort (geopend in 2009) knipoogt naar Afrika en Costa Meloneras Resort (geopend in 2000) is een mastodont in koloniale stijl. De tuinen annex zwembaden zijn enorm. Idem voor de spa- en wellnessruimtes, die hier steeds belangrijker worden.

Gran Canaria zit in de lift, zoveel is zeker. Sinds de Arabische Lente van 2010 weken heel wat toeristen die vasthielden aan Egypte en Tunesië uit naar hier. In 2014 zakten meer dan 3,5 miljoen toeristen af naar dit tweede grootste eiland van de Canarische archipel. Slechts zo'n 450.000 daarvan waren Spanjaarden. Niet slecht voor een eiland met een inwonersaantal van 851.000 (cijfer uit 2014).

"And still counting", klinkt het hier met enige fierheid. De luchthaven groeide uit tot een van de vijf drukste van heel Spanje, terwijl de haven van hoofdstad Las Palmas in geen tijd een plaatsje wist te veroveren in de top honderd van drukste toerismehavens ter wereld. Jaarlijks groeit ook het aantal cruisetoeristen. In 2013 meerden er zo'n 830.000 passagiers aan.

Redenen te over voor die populariteit. Het subtropische eiland ligt op zo'n 200 kilometer van de Afrikaanse westkust en staat bijna garant voor het hele jaar door zon. De jaarlijkse gemiddelde temperatuur is 24 graden, terwijl het zeewater schommelt tussen 18 en 22 graden. Het regent er amper.

Miniwoestijn

Gran Canaria is ook het enige van de acht eilanden van de archipel met wit zandstrand. Grote concurrent Tenerife moet het doen met zogenaamde zwartstranden, op één kunstmatig aangelegd 'witstrand' na. Dat steekt, naar verluidt. Nog een troef: van de 236 kilometer kustlijn bestaat 60 kilometer uit strand. Daarbij komt nog de vliegduur: net iets meer dan vier uur. En het is Spaans grondgebied.

Playa del Inglés en Meloneras zijn van elkaar gescheiden door een van de drukst bezochte toeristische bestemmingen van Spanje: het 400 hectare grote Dunas de Maspalomas. Een uniek natuurreservaat van honderden duinen in beweging, samengesteld uit fijn zand dat in een ver verleden nog bestond uit verpulverde zeeschelpen die met de branding werden meegevoerd.

Zes kilometer lang en twee kilometer breed is het. Wie er van het sober gemarkeerde wandelpad afraakt, doet er zonder enige twijfel langer over dan het vooropgestelde uurtje. Door de hoogte van de duinen heb je immers amper oriëntatiepunten. Je kunt te voet van de ene naar de andere badplaats, maar daarvoor moet je wel beschikken over genoeg energie, zonnecrème en - tenzij je kunt leven met verbrande voetzolen - vast schoeisel.

Hoewel Dunas de Maspalomas geldt als een precair natuurreservaat waar geologische en ecologische processen op de voet worden gevolgd, is het tevens een van de tien meest bezochte toeristische plaatsen van heel Spanje. Dat leidde in het verleden al tot een voortdurend schipperen tussen toerisme en ecologie. Het eilandbestuur hanteert een wat dubieuze houding tegenover deze - het moet gezegd - fantastische plek.

Het staat toe dat honderden toeristen dagelijks de Dunas doorkruisen om bij de mooiste kuststrook van het eiland te geraken, waar twee familiestranden, een holebistrand en een nudistenstrand probleemloos in elkaar overgaan. Ook het sekstoerisme wordt getolereerd in de Dunas. Aan de ene kant is er een enorme swingersclub voor hetero's, terwijl homo's de centraal gelegen bosjes en struiken benutten als cruisegebied. Gevolg: een hoop afval. Het is nog maar een paar jaar dat vrijwilligers grote zwarte vuilniszakken aan palen of rond palmbomen knopen in de hoop dat toeristen het respect kunnen opbrengen daarin hun vuiligheid te dumpen.

Bij het Centro de Interpretación, een klein museum annex educatief centrum naast het sneeuwwitte Hotel Riu Palace, het enige oriëntatiepunt voor wie midden in de duinenzee staat, reageert men schouderophalend op de vraag of dat geen hommeles oplevert met de milieuorganisaties. De dame achter de balie houdt het op een droog: "Het is wat het is, meneer."

Grote projecten worden in de Dunas nooit toegestaan, tenzij voor wetenschappelijke of educatieve doeleinden. Of beter: door de band genomen niet. Want in mei 2013 slaagde het Franse modehuis Louis Vuitton er niettemin in het als decor te gebruiken voor een fotoshoot van de zomercatalogus. Niet vanzelfsprekend. Arevalo, de toenmalige minister van Milieu, moest zich in bochten wringen. Hij benadrukte dat de milieu-impact van de fotoshoot 'minimaal' was en dat het modehuis juist zou helpen om de waardering voor 'een dergelijke waardevolle omgeving als Gran Canaria' te vergroten.

Homotoerisme

De Dunas is slechts een van de redenen voor holebi's om naar het eiland af te zakken. Een homo-eiland wordt het genoemd. Zowel in Playa del Inglés als in Maspalomas (waartoe ook Meloneras behoort) werden in de loop der jaren 'gay resorts' uit de grond gestampt. In Maspalomas zijn die net iets stijlvoller. Zo'n vijftien jaar geleden verscheen de eerste, nu zijn het er een stuk of tien.

Een van de meest succesvolle is Villas Blancas, dat met een eigen restaurant, grote whirlpool, sauna, twee zwembaden en een twintigtal stijlvolle bungalows naar mannelijke gasten lonkt. "Overwegend bestaat ons cliënteel naast jonge mensen vooral uit veertigers die hier komen voor de rust en niet iedere avond willen uitgaan in Yumbo in Playa del Inglés verderop", zegt de Belgische manager Laszlo Kiss.

Die Yumbo is een openluchtshoppingcenter waar het holebi-uitgaansleven van Playa del Inglés en bij nader inzien van heel Gran Canaria zich afspeelt. Homo's en dragqueens zwaaien hier de plak. Naast enkele bars die dagelijks dragshows brengen valt ook de leerscene op, met zijn stoere bars en talloze darkrooms.

Alles kan en mag in Gran Canaria, zo blijkt. Toeristen, hetero én homo, laten het zich welgevallen. Of ze nu worden uitgescholden door enkele vuilbekkende Britse dragqueens, de alcoholbom 'Betsy's screamin' orgasm' achteroverslaan in de plaatselijke cocktailbar of nagefloten worden door verwijfde types: niemand die ervan opkijkt.

Natuureiland

Wie enkel een reis naar de drukke zuidkust boekt, heeft er vaak geen weet van. Volgens de toeristische dienst verlaat 80 procent van de zonnekloppers dat gedeelte niet. Maar landinwaarts en in het noorden is de diversiteit groot. Dat had tot gevolg dat Unesco het eiland tien jaar geleden labelde als Biosphere Reserve.

Zowel Lelianne Bakens van Palm Beach als Laszlo Kiss van Villas Blancas fronsen de wenkbrauwen wanneer het binnenland ter sprake komt. "Het blijft me verbazen", zegt Bakens. "De meeste mensen komen voor de zon, de zee en het strand. Begrijpelijk, daar hebben we hier veel van. Maar als je de moeite neemt de wijngaarden of de valleien te bezoeken, dan kun je toch niet anders dan concluderen dat dit eiland zoveel meer biedt."

We besluiten een wagen te huren om een en ander te checken. Een gps is niet eens nodig. De westelijke autoroute loopt zowel landinwaarts als langs de kliffen die het eiland beschermen tegen de Atlantische Oceaan. Je mag wel geen last hebben van hoogtevrees. Wie naar het midden van het eiland wil, moet tientallen kilometers haarspeldbochten doorstaan. Maar het uitzicht is vaak wel spectaculair.

De Canarische archipel is van vulkanische oorsprong en wordt beïnvloed door een vochtige passaatwind en de zogenaamde Canarische stroom, een aftakking van de Golfstroom. De combinatie zorgt ervoor dat Gran Canaria een miniatuurcontinent wordt genoemd, met in elke windrichting totaal andere taferelen. Het noorden verschilt opvallend van het zonnige zuiden. Hier geen duinen en palmbomen, maar vulkanisch zand, groene ravijnen, een ondoordringbaar bos van lindebomen, langs de zee aangelegde bananenplantages en indrukwekkende klippen. En een beduidend kouder en droger klimaat, waar cactussen, vetplanten en reusachtige drakenbomen gedijen.

Columbus

Het Parque Natural de Tamadaba, het grootste natuurpark van het eiland, is uitzonderlijk mooi. Kers op de taart zijn de enorme dennen rond de Tamadaba-berg. Het plateau eindigt in loodrechte kliffen die als miradors (balkonnen) fungeren. Spectaculaire uitzichten gegarandeerd.

Het eiland herbergt ook enkele unieke dorpjes. Zoals Firgas, in het uiterste noorden, bekend om zijn kerk van San Roque en de kunstmatige waterval die een hele straat inneemt. Talloze natuurlijke bronnen leveren overigens het drinkwater op het eiland.

Nog indrukwekkender en idyllischer is het daaronder gelegen Teror, waar de Basílica de Nuestra Señora del Pino staat. Het dorpje Telde ligt in het zuidoosten. Ook daar domineert de koloniale stijl. Het zijn misschien geen plaatsen om uren te verblijven, maar als onderdeel van een roadtrip van een dag zijn ze perfect.

Van Maspalomas is het slechts een half uur rijden naar Mogan, het pittoreske havenstadje dat als Klein Venetië door het leven gaat, dankzij de kanalen die onder de bruggen en langs de sneeuwwitte, met kleurrijke bloemen uitgedoste huizen lopen. De verplichte laagbouw geeft het zijn typische karakter, al wordt verderop duidelijk dat ook de grote hotels hier hun weg vonden.

De hoofdstad Las Palmas is eerder teleurstellend. Het oude stadsgedeelte met zijn historische gebouwen en kerken is bloedmooi en niet voor niets Unesco Werelderfgoed. Maar een namiddag volstaat hier.

Het mooiste museum is Columbus House. Christoffel Columbus zou hier verbleven hebben toen zijn schip in 1492 in de haven verderop werd gerepareerd. Columbus staat zelfs hoog op een sokkel op een rond punt wanneer je Maspalomas binnenrijdt, wijzend in de richting van zijn Amerika. De link naar Columbus is evenwel net te geforceerd, wellicht omdat Gran Canaria zo weinig culturele of historische gebeurtenissen kent.

Maar hoe mooi en authentiek de haven en berg-dorpjes ook zijn, het is het zuiden dat toeristen als een magneet blijft aantrekken. Terecht wel. Wie geen moeite heeft met drukte gaat als vanouds naar Playa del Inglés; wie het wat luxueuzer wil, zakt af naar Meloneras. Het is duurder, maar je krijgt wel waar voor je geld. Ach, was ik maar een gigolo.

Praktisch

Vliegen: Jetairfly vliegt tijdens de winter drie keer per week rechtstreeks vanuit Brussel naar Gran Canaria. Twee maal wekelijks wordt gevlogen vanuit Charleroi, Oostende en Luik. Prijzen vanaf 49,90 euro. Info: jetairfly.com.

Hotel: Wij verbleven in Palm Beach (www.hotel-palm-beach.co.uk), te boeken bij Jetair via jetair.be of bij uw reisagent.

Vervoer ter plaatse: Een taxirit van de luchthaven naar Playa del Inglés of Maspalomas kost zo'n 50 euro. Met de bus kun je er rechtstreeks naartoe voor zo'n 4 euro. Wie boekt bij Jetair wordt aan de luchthaven opgewacht door een hostess. Zij kent je een bus toe die je vervolgens voor de deur van je hotel afzet.

Algemene info: grancanaria.com