Direct naar artikelinhoud

Wet die fietsers door het rood laat rijden, roept veel weerstand op

Steeds meer specialisten en politici trekken de nieuwe verkeerswet in twijfel. Die laat fietsers toe om op sommige kruispunten het rode licht te passeren. 'Rood betekent altijd stoppen. Die ijzeren wet wordt uitgehold', waarschuwt Sofie Van Damme van het BIVV.

Als het verkeerslicht op rood staat, moet je stoppen. De kans is groot dat u die regel met de paplepel kreeg ingelepeld. Maar binnenkort geldt dat dus niet langer, want dan gaat het nieuwe verkeersreglement van kracht. Daarin staat dat fietsers door het rode licht mogen rijden, om rechts af te slaan of rechtdoor te rijden.

Voorwaarde is dat die toelating uitdrukkelijk wordt gegeven met het nieuwe verkeersbord 'B22', een omgekeerde rode driehoek, met daarin een knalgele fiets en een pijl die rechts of rechtdoor wijst. Daarnaast moet de fietser altijd voorrang geven aan de andere weggebruikers, omdat de verschillende verkeersstromen anders in conflict raken. Zo verwachten bestuurders die van links komen zich gewoonlijk niet aan dwarsend verkeer.

De maatregel werd door het parlement opgesteld en goedgekeurd in 2011. Onder impuls van Karin Temmerman (sp.a) hoopten de parlementsleden fietsen aantrekkelijker te maken door een inkorting van de rijtijd. Ook de Fietsersbond schaart zich daarom achter de nieuwe wet. "Een fietser verliest gemiddeld een vijfde van zijn tijd aan het rode licht. Vooral in stedelijke gebieden zal het concurrentievoordeel van de fiets tegenover de wagen toenemen", zegt Eva Van Eenoo van de bond.

Maar de uitzonderingsregel kan op steeds minder bijval rekenen. Probleem is niet zozeer de veiligheid, want het ongevallenrisico blijft beperkt, maar de verwarring die ontstaat door de uitholling van de oeroude regel 'rood = stoppen'. "De verandering gaat in tegen de verkeerstradities in ons land, waar het rode licht als een absolute stop- en wachtverplichting geldt", verklaart Sofie Van Damme van het Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid (BIVV). Daarnaast vreest het BIVV dat de maatregel kritiek zal oogsten bij de burger, aangezien "fietsers toch alles mogen" of "het rode licht tegenwoordig niet meer gerespecteerd moet worden." Het Instituut pleit daarom voor andere constructies om het fietsverkeer vlotter te laten verlopen, zoals een fietspad rechts van de verkeerslichten, of pijlvormige verkeerslichten die voor alle bestuurders gelden.

Duidelijk communiceren

Ook voormalig staatssecretaris voor Mobiliteit Etienne Schouppe (CD&V), huidig staatssecretaris Melchior Wathelet (cdH) en Vlaams minister van Mobiliteit Hilde Crevits (CD&V) zien de maatregel liever niet in de nieuwe verkeerswet. "Ik ben niet tegen, maar ik heb wel mijn twijfels", nuanceert Wathelet. "De maatregel zet de deur open voor verwarring, en in het verkeer is dat gevaarlijk. We zullen erg duidelijk moeten communiceren, zodat jong en oud begrijpt hoe de vork in de steel zit."

De gewesten en gemeenten kunnen binnenkort zelf beslissen welke kruispunten ze uitrusten met het B22-verkeersbord. In praktijk zal dat vooral op gemeentelijke en stedelijke wegen het geval zijn. Minister Crevits liet vorige week al verstaan dat ze door het rood afslaan te gevaarlijk vindt op gewestwegen.