Direct naar artikelinhoud

Anselm Kiefer: materie en magie in Antwerpen

Uiterst zelden is het werk van de Duitse schilder Anselm Kiefer in ons land te zien. Morgen opent in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen een tentoonstelling met maar liefst 35 werken van een van de belangrijkste naoorlogse Duitse kunstenaars. De Antwerpse schepen van Cultuur Heylen wil dat Antwerpen om de twee jaar zo’n ‘klassiek hedendaags’ kunstenaar brengt. door Eric Rinckhout

ANTWERPEN

Anselm Kiefer maakt materieschilderijen van enorme afmetingen. In Antwerpen is er oud en zeer recent werk te zien, zelfs een première: Der fruchtbare Halbmond is een gloednieuw werk van 4,6 bij 7,6 meter. De schilderijen krijgen in de grote museumzalen alle ademruimte.

Ze overrompelen en ontroeren. De verwoestingen van de oorlog zijn nooit ver weg. En toch is er hoop.

Anselm Kiefer, geboren in het laatste oorlogsjaar 1945, heeft zich al sinds 1993 in Frankrijk teruggetrokken. Hij blijft het nog altijd moeilijk hebben met zijn vaderland en de manier waarop het omgaat met zijn geschiedenis. Dat is ook aan zijn werk af te lezen. Kiefer behoort, samen met Gerhard Richter, Sigmar Polke en Georg Baselitz tot de grote hedendaagse Duitse kunstenaars. Toch is zijn werk, in binnen- en buitenland, niet zo vaak te zien. De expositie in Antwerpen toont aan dat het nog niets van zijn kracht verloren heeft.

Het begint meteen indrukwekkend met het reusachtige werk Grosse Fracht (1981-’96). Een groot loden gevechtsvliegtuig bengelt voor een geschilderde achtergrond met een zeezicht. De vleugels van het aan alle kanten gedeukte militaire toestel zijn beladen met een enorme vracht grote gedroogde zonnebloemen. Het is, zoals vaker bij Kiefer, een werk vol paradoxen. Er is de oorlog, maar er zijn ook de zonnebloemen. Op de achtergrond deint de eeuwige zee, maar ze is gestold, geboetseerd in klompige klei. Levend en dood tegelijk. Nog een paradox zit in de kleur van het werk: het lijkt gezet in alleen maar grauwe grijstonen, maar hoe dichter je het werk nadert hoe meer kleuren het blijkt te bevatten. Grosse Fracht is ook de titel van een gedicht van Ingeborg Bachmann, een van Kiefers lievelingsauteurs. Net als Kiefer staat Bachmann wantrouwig tegenover de taal van het Derde Rijk en zoekt ze een nieuw, vaak hermetisch idioom. Anderzijds bevat haar werk wel de hoop op een beter, utopisch bestaan. Grosse Fracht zet meteen de toon voor de hele tentoonstelling.

Vaak combineert Kiefer het kleine met het grote, het lage met het hoge. In een van de werken uit de serie The Secret Life of Plants verbindt hij gedroogde wortels met de sterren, die allemaal hun ‘catalogusnummer’ krijgen. Kiefer verbaast zich over de oneindigheid die ons omringt en die blijkbaar toch berekend kan worden. Tegelijk doen die nummers ons denken aan de gruwelijke identificatienummers van gevangenen in de naziconcentratiekampen.

Topwerken

Kiefer blijft het indrukwekkendst in zijn apocalyptische taferelen. Voyage au bout de la nuit (2002) toont een vloot van roestige oorlogsschepen, her en der beladen met bakstenen. Die bakstenen komen terug in het grootste werk, het nieuwe Der fruchtbare Halbmond: Kiefer boetseert in klei, stro en cement de ruïne van de toren van Babel. Op de honderden uit elkaar gespatte bakstenen staan namen als Persepolis en Jerzualem, steden uit de bakermat van de beschaving. Is dit de kapotte droom of net de ruïne die toch weer hoop in zich draagt?

Wat verderop hangt een gigantisch uitgebrand landschap, het veld na de laatste slag, met verkoolde takken die aan runetekens en oorlogsgraven doen denken. Misschien is Lilith (1987-’90) nog het indrukwekkendste werk: een schitterend geschilderde stad duikt op uit de mist. Is het een stad na de apocalyps of in het ochtendgloren? Zelden werd dode materie als verf, klei, hars, haar, as en lood zo tot leven gebracht. Kiefer is dan ook een magiër, een kluizenaar in de smidse van de kunst.

Al de werken die hier getoond worden zijn afkomstig uit de Duitse privécollectie van Hans Grothe. De werken werden eerder al in bruikleen afgestaan aan musea als Reina Sofia in Madrid, maar het is nu voor het eerst dat de volledige privécollectie in een museum te zien is. De Kiefertentoonstelling in Antwerpen is dus in alle opzichten een buitenkans.