Direct naar artikelinhoud

Koning Boudewijn tapte telefoon van Albert en Paola af

Koning Boudewijn liet telefoongesprekken van prins Albert en prinses Paola afleiden naar het Brusselse paleis, zodat hij kon controleren wie met ze belden. Dat onthulde het VTM-magazineRoyalty.

Royaltykreeg een document inhanden waaruit blijkt dat alle telefoonlijnen van de kastelen en binnenlandse verblijven van de koninklijke familie werden gecentraliseerd in Brussel. Die centrale was er al ten tijde van Leopold III, maar werd in de jaren zestig door wijlen koning Boudewijn handig gebruikt om bepaalde telefoontjes te blokkeren. "Zo besloot hij welke telefoontjes van de vrienden van Paola, maar ook van zijn broer Albert, al dan niet doorverbonden mochten worden", zegt koningskenner Mark Van den Wijngaert.

Albert en Paola gingen op dat moment door een huwelijkscrisis. In Belvédère in Laken, waar het koppel woonde, hadden ze elk een eigen vleugel van het kasteel. De twee gingen elk hun eigen weg en hielden er een eigen vriendenkring op na. "Niet lang daarna doken verhalen van buitenechtelijke romances op", vertelt Van den Wijngaert. "Societybladen publiceerden foto's van Paola in het nachtleven, op plezierjachten, arm in arm met mannen. Daarop besloot Boudewijn haar telefoonverkeer te screenen. Hij gaf de centrale operator of telefoniste een lijst nummers die geblokkeerd moesten worden als ze op het scherm verschenen."

Een wanhoopspoging van Boudewijn om romances in de kiem te smoren en het koppel weer bij elkaar te brengen. En om schandalen te vermijden. Paola wist dat telefoontjes werden onderschept, maar kon daar niets tegen beginnen. "In die tijd was je nog volledig aangewezen op de vaste lijn."

De zwarte telefoonlijst zou ook nummers van vrienden van Albert hebben bevat. Van den Wijngaert: "Of het nummer van Sybille de Selys Longchamps daarbij zat, weet ik niet. Boudewijn was zeer plichtsbewust. Hij zag Albert als troonopvolger en daar hoorde een bepaald gedrag bij. Hij was ook echt de pater familias, die de familie koste wat het kost bij elkaar wilde houden. In zijn ogen was de telefoonactie gewoon goed bedoeld."

Maar Boudewijn viseerde toch vooral Paola. Zij was het zwarte schaap, de frivole prinses. "Zijn broer hield hij steeds een hand boven het hoofd. Op een gegeven moment mocht zij naar buiten toe niet meer optreden als lid van de koninklijke familie. Ze werd de gevangene van Belvédère genoemd. Nu, de dag dat zij en Albert zich verzoenden, was Boudewijn dolgelukkig."