Direct naar artikelinhoud

Democratisering is niet te stoppen

V

erbazing alom. De Arabische wereld is wel in staat tot revolutie. Niemand die het zag aankomen. En laat me meteen toegeven, ook ik niet. Althans niet het tijdstip. Wel dat het in de sterren geschreven stond dat de politieke situatie in de Arabische wereld en bij uitbreiding in alle autoritaire staten - gaande van Zimbabwe tot Noord-Korea - onhoudbaar is. En dit omwille van het simpele feit dat mensen niet gemaakt zijn om levenslang onvrij te zijn. Om levenslang hun mond te moeten houden, ondanks de dagelijkse confrontatie met corruptie, grootschalig machtsmisbruik, nepotisme en vriendjespolitiek. Zolang het sociaaleconomisch goed gaat, zal het gemopper de mond gesnoerd kunnen worden. Maar als de autoritaire regimes niet meer in staat zijn om hun - in de Arabische wereld meestal jonge - inwoners dezelfde levensstandaard te garanderen als hun ouders, of indien dat op die manier gepercipieerd wordt door bijvoorbeeld snel stijgende voedselprijzen, worden de kiemen gezaaid voor politieke onrust en revolutie. Voeg daar de nieuwe technologieën - internet, Facebook, Twitter - aan toe, die makkelijk over de grenzen doen kijken. Het gras aan de andere kant lijkt niet alleen groener, het is het ook.

Het Westen heeft sinds het verlichtingsdenken een nieuwe wereld zien opengaan. De Arabische wereld heeft dat jammer genoeg aan haar voorbij laten gaan. Met alle kwalijke gevolgen van dien. Natuurlijk moeten we ook in eigen boezem kijken: na deze landen gekoloniseerd te hebben, waarvan de gevolgen nog steeds merkbaar zijn, werden we, tegen onze eigen principes in, goede maatjes met de charlatans die aan het hoofd van deze landen de orde en stabiliteit, via een ongenadig repressief beleid, bewaakten. En dit om economische - lees: goedkope olie - en geopolitieke belangen. Egypte is bijvoorbeeld het land dat jaarlijks het meeste geld krijgt toegestopt van de VS, op Israël na. Het schoolvoorbeeld van schizofreen buitenlands beleid van het Westen, dat onverminderd doorgaat tot op de dag van vandaag, is de houding ten aanzien van Saoedi-Arabië, een land dat de mensenrechten aan zijn laars lapt. Maar er wel voor zorgt dat de prijs aan onze benzinestations betaalbaar blijft. Dat het rechtstreeks gevolg hiervan is dat de kloof tussen de alcohol-drinkende sjeiks en de man en verplicht gesluierde vrouw in de Arabische straat groter wordt, ontgaat ons blijkbaar. Of we doen alsof.

Achter de pessimistische gedachtegang van sommige observatoren - zoals Jef Lambrecht in De Morgen(DM 3/2) en Nadia Fadil in MO* - ligt blijkbaar de assumptie dat politieke bewindslui waar ook ter wereld altijd aan het langste eind trekken, zeker als ze een beroep kunnen doen op een uitgebreid repressief apparaat. Dat het volk met brood en spelen (belspelletjes en Slimste mens-afleveringen) eindeloos gepaaid kan worden, terwijl de prijzen van levensmiddelen en vastgoed de pan uitrijzen. Dat minder gegoeden omgekocht kunnen worden door het uitdelen van brood of eindeloze werkloosheidsuitkeringen. Als je dat allemaal gelooft, ja, dan zal er inderdaad niet veel veranderen. Onderliggend zit - zoals sommigen van deze experten ook toegeven - een fundamenteel politiek pessimisme verscholen. Dat laatste is bij veel intellectuelen, nog meer in Europa dan in de VS, diep geworteld en ironisch genoeg tegengesteld aan de vooruitgangsgedachte die ons gebracht heeft waar we nu staan. Herinner u bijvoorbeeld ook de commotie toen president Obama de Nobelprijs voor de Vrede kreeg. Hij had het niet verdiend. Meer woorden dan daden. Blablabla. Terwijl hij moedige speeches had gegeven in Istanbul en Caïro (!) ten aanzien van de moslimwereld, die, zo kan worden beargumenteerd, het gras voor de voeten van lokale extremisten heeft weggemaaid en een alternatief voorstelde. Soft power van de bovenste plank.

Dat politiek fatalisme in onze contreien is onterecht. Als we de geschiedenis van de internationale politiek van de laatste zestig jaar nagaan is er, althans volgens mijn lezing, een ondubbelzinnige tendens naar meer welvaart en een humanere samenleving. Alleen al in India en China zijn de voorbije decennia honderden miljoenen mensen uit de armoede gehaald. Meer wereldburgers leven in politieke systemen waarbij ze via verkiezingen aanduiden wie het beleid mag bepalen. Meer wereldburgers leven zonder de angst voor oorlog. Het aantal interstaatse oorlogen is nog nooit zo laag geweest, en zelfs het aantal intrastaatse oorlogen is sterk dalende. Meer nog, er zijn regio’s zoals de Europese Unie waar oorlogen niet meer denkbaar zijn, en waar dus een antioorlogsnorm gegroeid is die nog zeer moeilijk omver te stoten zal zijn. Persvrijheid bestaat in meer en meer landen. Zelfs de Chinese president geeft toe dat er zoiets bestaat als fundamentele mensenrechten. Genocidairs weten dat internationale straftribunalen hen met open armen zullen ontvangen. Vraag het maar aan Milosevic. De slavernij is afgeschaft. Gaskamers worden niet meer gebouwd. Landmijnen, clustermunitie, verarmd uranium, massavernietigingswapens zijn verboden, of toch goed op weg om verboden te worden. De geglobaliseerde wereld wordt gestuurd door tientallen internationale organisaties, met regels en afspraken die (meestal) nagekomen worden. Deze niet-exhaustieve lijst zou ons optimistisch in plaats van fatalistisch moeten stemmen. Het einde van de geschiedenis is nog niet in zicht, maar de combinatie van democratie en vrijemarkteconomie staat stevig in haar schoenen. Fukuyama boven.

Ik ben de eerste om toe te geven dat niets ten eeuwigen dage verworven is. Sceptici kunnen met talloze voorbeelden aan komen draven die aantonen dat deze vooruitgang niet lineair is, en dat sommige staten vals spelen. Bovendien zitten er addertjes onder het gras. Het is niet omdat ons economisch systeem het gehaald heeft van het communisme dat het het enige zaligmakende is. Getuige de voortdurende wereldwijde financieel-economische crisis. Nog fundamenteler is de vraag of de wereldwijde industrialisatie - los van de aard van het economisch systeem - te rijmen valt met het overleven van de biosfeer. Het hardop vragen stellen en de zoektocht naar oplossingen op deze vragen, zal echter het makkelijkst tot resultaat leiden in democratieën. En zo is de cirkel rond.

Voor het Westen zullen deze actuele omwentelingen misschien betekenen dat de olieprijs op termijn zal stijgen, aangezien de plaatselijke bevolking boter bij de vis zal willen. Het kan de gelijkheid in de wereld enkel ten goede komen. Een ander positief effect zal een afname van het aantal asielvragen uit deze landen betekenen. Deze ik-gerichte kosten-batenanalyse valt echter in het niet bij de kracht en menselijke energie die van deze nieuwe maatschappijen zullen uitgaan, en waarvan de tendens overwegend positief zal zijn.