Direct naar artikelinhoud

Roofvogels nemen sabbatjaar in Afrika

De populatiegrootte van drie roofvogelsoorten die trekken tussen Noordwest-Europa en West-Afrika wordt waarschijnlijk vooral bepaald door de sterfte gedurende hun verblijf in Europa. Om te overleven nemen steeds meer vogels een sabbatjaar in Afrika.

Dat blijkt uit onderzoek van Zweedse, Nederlandse en Duitse onderzoekers dat verschijnt in het Journal of Animal Ecology. Vooral in hun winterkwartieren aan de zuidrand van de Sahel hebben de vogels een goed leven. Zozeer zelfs dat ze er soms een sabbatical nemen en de trek naar hun noordelijke broedgebied een jaartje overslaan.

Dat is verrassend. Ongunstige omstandigheden in Afrika - veranderende landbouw, onregelmatige regenval - worden vaak aangewezen als belangrijk knelpunt voor roofvogels.

Voor het onderzoek combineerden de wetenschappers de gegevens van 34 grauwe kiekendieven , 18 visarenden en 17 bruine kiekendieven die de afgelopen vijftien jaar werden voorzien van een satellietzender. Daardoor zijn de roofvogels overal te volgen, wordt duidelijk welke trek-route ze nemen, hoe het ze de rest van het jaar vergaat en waar en wanneer ze doodgaan.

Tegenwind

Het is voor het eerst dat in Europa gegevens zijn verzameld over de sterfte gedurende de verschillende jaarfases van trekvogels, vertelt onderzoeker Raymond Klaassen, tot voor kort verboden aan de universiteit van Lund, in Zweden.

"Het is erg belangrijk om voor deze zeldzame soorten de bottlenecks te bepalen, zodat we daar bij de bescherming rekening mee kunnen houden", zegt Klaassen.

"Tijdens de voorjaarstrek leggen veel vogels het loodje, als ze met overwegend tegenwind de Sahara en de kurkdroge Sahel doorkruisen. Komen ze in de herfst terug, dan is die barrière minder groot: er is net regen gevallen en ze hebben doorgaans de wind in de rug. Tijdens de herfsttrek vallen de meeste doden in Europa."

Klaassen: "We denken dat dat een gevolg is van concurrentie om voedsel en ruimte, die eigenlijk al begint gedurende de broedtijd. Ook dan is de sterfte groot, ook omdat er dan veel nieuwe vogels zijn. Wij vermoeden dat de sterfte in Europa met name bepalend is voor de regulering van de populatie."

Dat de gegevens van drie vogelsoorten, die een vergelijkbare trekroute volgen, op een hoop zijn gegooid, was noodzakelijk om voldoende gegevens te krijgen. "Ik denk dat dat verantwoord is. We zien ook geen grote verschillen tussen de drie soorten", stelt Klaassen.

"Natuurlijk zouden we dolgraag diepere analyses maken, maar daarvoor is er te weinig data. Dit is ook duur onderzoek. Een zender kost 3.000 dollar en voor de satellietgegevens komt daar nog eens 1.000 dollar per jaar bij."