Direct naar artikelinhoud

Blijven wachten op Godot

Of Wachten op Godotvan Samuel Beckett nog wel relevant is anno 2013? De Belgisch-Iraakse Mokhallad Rasem antwoordt volmondig ja met de voorstelling Wachten. Want ja, ook in de 21ste eeuw vindt de meester van de ambiguïteit weerklank. En nee, ook in de 21ste eeuw komt Godot niet.

'Er gebeurt niks. Twee keer." Dat was het harde oordeel van criticus Vivian Mercier na de première van Wachten op Godot in 1956. In se klopt het. De eerste akte van de tragikomedie begint met twee dakloze mannen die wachten. En de tweede akte eindigt met twee dakloze mannen die wachten. Daar tussenin klooien Vladimir en Estragon (ook wel Didi en Gogo) wat, discussiëren ze over bijbelcitaten, vervelen ze zich, eten ze een wortel, verkondigen ze zelfmoord te willen plegen. Niks, dus.

Of alles. Want, zo zegt Gilles De Schryver, acteur en theatermaker bij het jonge gezelschap het KIP, "er is geen existentieel thema dat Beckett niet aanraakt in Wachten op Godot." Al denkt hij het ook, telkens wanneer hij het stuk begint te herlezen: "Waar gaat dit over?" Tot hij zo'n vijfde achter de kiezen heeft. Dan komt weer dat inzicht. Er gebeurt alles. Twee keer. Daarom zou De Schryver het stuk ooit zelf graag op de planken brengen.

Mokhallad Rasem koos voor een andere aanpak. Hij herlas het stuk en vroeg vier bevriende theatermakers (Lotte van den Berg, Kristian Al Droubi, Yousif Abbas en Gökhan Shapolski Girginol) hetzelfde te doen. Elk maakten ze een voorstelling van 20 minuten rond het thema 'wachten' en die bundelde Rasem tot het gelijknamige one-night festival. Wachten op Godot als vrije inspiratie dus. "Niet dat het stuk zelf iets van zijn relevantie heeft verloren", haast de theatermaker zich. "Integendeel. Het is relevanter dan ooit. Toen ik het stuk herlas, kreeg ik het gevoel dat Beckett net als ik de oorlog in Irak heeft meegemaakt."

"In tijden van sociale en politieke crisis lijkt Wachten op Godot een unieke weerklank te vinden", schreef David Smith in 2009 in The Guardian. Lees: in tijden van crisis zijn we teruggeworpen op onszelf, op de pure essentie. En om die pure essentie draait Wachten op Godot net: de zin en zinloosheid van ons bestaan. "Crisissen tonen hoe absurd de wereld waarin we leven is", zegt Rasem. "Om die absurditeit draait ook Wachten op Godot. Al is volgens mij de levenshouding die Beckett erin schetst, misschien nog belangrijker. Nee, het leven is niks, maar de mens betekent wel veel. Dat vind ik een mooie filosofie, die in tijden van oorlog of crisis ook een overlevingsstrategie kan worden."

Ieder zijn Godot

Door westerse ogen is nog een ander verhaal mogelijk. Jarenlang leek het kapitalisme een antwoord te bieden op de zinloosheid van ons bestaan, maar nu dat, samen met ons geloof erin, afbrokkelt, kan een Wachten op Godot van de eenentwintigste eeuw volgens Adriaan Van Aken, artistiek leider bij muziektheatergezelschap Braakland/ZheBilding, niet anders dan over de excessen van het hedendaagse consumentisme gaan. "Niets is meer aan de orde van de dag als je over zinloosheid praat. Als setting van een hedendaagse versie van het stuk lijkt het restaurant van de zopas vernieuwde Ikeavesting op de Boomsesteenweg in Wilrijk me wel wat. Eén groot feestpaleis voor de moderne consument."

Terug naar een abstracter niveau, want dat is het niveau waarop Beckett opereert, zo zegt Dirk Van Hulle, professor Engelse literatuur aan de Universiteit Antwerpen en Beckett-expert. In tijden waarin de grote verhalen hebben afgedaan en pasklare antwoorden helemaal niet meer zo pasklaar blijken, is Beckett, "de meester van de ambiguïteit", volgens hem relevanter dan ooit. "Niets is bij Beckett te reduceren tot één boodschap. Alles is het ene en tegelijk het andere. Alles is dubbelzinnig. Elke betekenis wilde hij open houden. Tekenend zijn de woorden van Didi als hij het over het kruisigingsverhaal van Jezus in de Bijbel heeft: 'Een van de dieven werd gered. (...) Het is een redelijk percentage.' In die doorgedreven ambiguïteit zit de kracht van Wachten op Godot. Beckett put er spanning uit."

Ook Godot zelf is door en door ambigu. Wie of wat Godot is? De vraag stellen, is even onzinnig als het menselijk bestaan zelf. Een anekdote van Van Aken is tekenend. "Hugo Boets, de leraar die mij het stuk leerde kennen, las het ooit met Afrikanen in Congo. Voor veel mensen daar was Godot een fiets. Gewoon, omdat veel mensen daar zo graag een fiets wilden hebben." Lees: Godot is wie of wat de toeschouwer wil dat hij is.

Wachten op subsidies

Ook Rasem beklemtoont dat Wachten op Godot"op een bijna beangstigende manier" projectie uitlokt. "Voor mijn voorstelling ben ik met mensen gaan praten die wachten op papieren, sommigen al dertien jaar. Het was alsof ik Beckett zelf aan het woord hoorde. Het immobilisme dat zij beschrijven, is hetzelfde dat Vladimir en Estragon gijzelt. Omdat ze veroordeeld zijn tot wachten, kunnen ze geen werk vinden, niet trouwen, geen leven opbouwen. Ik heb zelf vier jaar op papieren moeten wachten en in het asielcentrum zag ik overal Didi's en Gogo's."

Dat zijn voorstelling Wachten heet, geeft te denken. Want is het niet zoals De Schryver zegt? Dat "het wachten uit de titel belangrijker is dan Godot"? "Het wachten is het ultieme symbool van ons bestaan. We werken en werken maar naar de toekomst en gaan daarbij aan het nu voorbij." "Het is een elementaire menselijke conditie", vult Rasem aan. "Dat had Beckett goed begrepen. Iedereen wacht wel op iets. Op liefde, op roem, op papieren. Op subsidies desnoods. (lacht)"

Het is maar een van de bedenkingen die hij kwijt kon in de vrije interpretatie op Wachten op Godot die zijn voorstelling is geworden. Dat hij niet voor een enscenering van het stuk zelf koos, heeft ook een meer prozaïsche reden. De erven Beckett waken over het stuk als leeuwinnen over hun welpen. Elke regieaanwijzing dient gevolgd, geen enkele dichterlijke vrijheid is toegestaan.

Maar: kun je een toneelstuk wel onder een stolp plaatsen? Hoe kan een stuk anno 2013 relevant zijn als het in zijn evolutie belemmerd werd? "In principe is het inderdaad volstrekte onzin", reageert De Schryver. "Theater is een levende kunst en speelt zich bij uitstek in het hier en nu af." "Toch", zo pareert hij zichzelf, "vormt de aanpak van de erven voor dit stuk niet echt een belemmering. Het is zo tot de essentie herleid, zo zonder franje, dat het niet kan verouderen en dus relevant blijft, ook in deze tijd."

"Zowel de voor- als de tegenstanders van de aanpak van de erven Beckett hebben een punt", vindt professor Van Hulle. "Ik vind: Wachten op Godot zelf zal nooit meer zo avant-gardistisch zijn als het was, maar zou het wel moeten blijven. Ik zie wel heil in bewerkingen in de geest van Beckett. Die houden de erven niet tegen. Alleen mag je de titel Wachten op Godotdan niet gebruiken."

"Als je de thematiek te lijf wil gaan, vind je tonnen materiaal dat misschien zelfs beter is om een verhaal te vertellen dat nu relevant is", vindt Van Aken zelfs. "Ik denk maar aan Somewhere van Sofia Copolla." De verveling, het grote niets, het absurde: het komt inderdaad allemaal terug.

Zo zal ook Wachten op Godot steeds terugkomen. Een stuk dat de menselijke conditie zo krachtig samenbalt, kan niet anders dan de tand des tijds doorstaan. Of het nu in letterlijke vorm op de planken komt, of in de versie van een Belgisch-Iraakse theatermaker die er de demonen van zijn verleden in te lijf kan.

Wachten, een productie van Moussem in samenwerking met Toneelhuis en Association Kulturanova. Vanavond om 20 uur in de Bourla, Antwerpen (uitverkocht). www.toneelhuis.be