Direct naar artikelinhoud

Brussel verarmt: inkomens 17 procent lager dan nationaal gemiddelde

De armste twee gemeenten van het land liggen in het Brussels Gewest: Sint-Joost-ten-Node en Sint-Jans-Molenbeek. Dat blijkt uit onderzoek door de FOD Economie. Ook voor de drie grootste Brusselse gemeenten - Brussel-stad, Schaarbeek en Anderlecht - knipperen de alarmlichten.

De inwoners van Sint-Joost-ten-Node zijn gemiddeld 47 procent armer dan de rest van België. Dat leidt de FOD Economie af uit de fiscale inkomens van 2008. Het netto belastbaar jaarinkomen per inwoner komt in de Brusselse gemeente uit op amper 8.090 euro, tegenover een gemiddelde van 15.266 euro voor het hele land. Daarmee is Sint-Joost-ten-Node net als de voorbije jaren de armste gemeente van België, voor Sint-Jans-Molenbeek en Farciennes bij Charleroi.

De rijkste Belgen wonen al even traditiegetrouw in Sint-Martens-Latem, Keerbergen en het Waals-Brabantse Lasne. Het gemiddelde inkomen in Sint-Martens-Latem klokte af op 22.786 euro, of bijna drie keer meer dan hekkensluiter Sint-Joost.

De inkomens in het Brussels Gewest liggen gemiddeld 17 procent lager dan het nationale gemiddelde en stijgen ook trager dan in Vlaanderen en Wallonië. In het Brussels Gewest ging het inkomen per inwoner tussen 2007 en 2008 maar met 3,8 procent omhoog, tegenover een stijging met 4,2 procent in Vlaanderen en met 4,8 procent in Wallonië. Omdat de inflatie over dezelfde periode een forse 4,5 procent bedroeg, wil dat zeggen dat de koopkracht van de Brusselaars - en in mindere mate van de Vlamingen - erop achteruit ging.

Voedingsbodem voor spanningen

Het is niet zo dat alle negentien Brusselse gemeenten onder het nationale gemiddelde liggen. Ukkel, Watermaal-Bosvoorde en Sint-Pieters-Woluwe gaan daar zelfs minstens 10 procent boven. De laagste inkomens zijn zoals verwacht vooral te vinden in de gemeenten met hoge werkloosheid. In Sint-Joost en Molenbeek ligt de werkloosheidsgraad rond een dramatische 30 procent. Het gaat ook om Brussel-stad, Anderlecht en Schaarbeek, gemeenten waar de werkloosheid tussen 22 en 25 procent ligt. In Brussel-stad ligt het gemiddelde inkomen intussen een kwart lager dan het nationale gemiddelde.

Nog opvallend: de drie armste Brusselse gemeenten hebben ook de jongste bevolking van het land, wat duidt op grote en jonge gezinnen. In Sint-Joost zijn de inwoners gemiddeld 33 jaar, in Schaarbeek en Molenbeek is dat 34.

Zowel experts als beleidsmakers waarschuwen al jaren voor de toenemende inkomensongelijkheid binnen de Brusselse samenleving, die een voedingsbodem kan vormen voor sociale spanningen. De studiedienst van de bank Dexia becijferde vorige week nog dat de OCMW-kosten in de negentien Brusselse gemeenten vorig jaar opliepen tot 749 euro per inwoner, een stijging met 9 procent op jaarbasis. De Brusselse OCMW-kosten liggen fors hoger dan in Vlaanderen (540 euro per inwoner) en Wallonië (512 euro).

De inkomenspositie van de hoofdstad tegenover de rest van België is in enkele decennia helemaal op zijn kop gezet. Vroeger was Brussel beduidend rijker dan de rest van het land. Uit cijfers van nieuwssite brusselnieuws.be blijkt dat de inkomens in het Brussels Gewest in 1977 nog 18 procent hoger lagen dan het nationale gemiddelde.

Vandaag zijn de hoge inkomens niet meer in het Hoofdstedelijk Gewest zelf, maar errond te vinden. De twee Belgische provincies met een gemiddeld inkomen per inwoner van meer dan 17.000 euro zijn Vlaams-Brabant (17.954 euro) en Waals-Brabant (17.512 euro). De inwoners van het arrondissement Halle-Vilvoorde zijn gemiddeld 42 procent rijker dan de Brusselaars. (EV)