Direct naar artikelinhoud

Iraanse tv beschuldigd van vervalsing

Op de tv was te zien hoe foto’s van Ayatollah Khomeini, de vader van de Islamitische Revolutie van 1979, werden verbrand, wat gelijkstaat met heiligschennis.

“Ze schenden openlijk de wet, ze vallen Imam Khomeini aan. De verkiezingen waren legaal en ze konden hun beweringen van fraude niet hard maken”, zo stelde de opperste leider Ali Khamenei gisteren in een tv-speech die duidelijk werd geïnterpreteerd als het startschot voor nieuwe overheidsrepressie, luttele dagen voor het religieuze Moharramfeest, waarop de marteldood van de Derde Imam wordt herdacht.Na de demonstratie op de Dag van de Student vorige maandag werden op de staats-tv Irib herhaaldelijk beelden getoond van de verbranding van de beeltenis van ayatollah Ruhollah Khomeini. Volgens het station waren de beelden afkomstig van de demonstratie van maandag maar dat valt niet met zekerheid te zeggen aangezien het close-up-beelden zijn waarbij alleen de handen van onbekenden zichtbaar zijn. De studenten zeggen dat het om fake opnames gaat, bedoeld om hen in diskrediet te brengen.

Repressie justifiëren

“Ik ben zeker dat de studenten dit niet hebben gedaan”, aldus Mir Hossein Moussavi, presidentskandidaat bij de verkiezingen van juni en boegbeeld van de oppositie, in de krant Jomhouri Eslami. Mehdi Karroubi, een andere kandidaat die net als Moussavi volhoudt dat de uitslagen van de stembusgang werden vervalst om huidig president Ahmadinejad een nieuw mandaat te bezorgen, schreef op zijn website Tagheer dat “sommigen bij Irib geloven dat ze repressie kunnen justifiëren door de naam en de reputatie van de imam te gebruiken”. Volgens het Instituut voor het Publiceren van de Werken van Khomeini is het verbranden van foto’s van de vader van de revolutie nog nooit voorgekomen. “En zelfs als mensen met slechte bedoelingen dat zouden doen, dan nog is de voorstelling ervan als betrof het de algemene teneur bij de protesten een regelrechte leugen”, aldus de vicevoorzitter van de organisatie, Hamid Ansari, in een open brief aan de overheid. Zaterdag en gisteren demonstreerden de studenten op hun omsingelde campus in Teheran om met klem te ontkennen dat ze beeltenissen van Khomeini hadden verbrand. Voor vandaag hebben ze opgeroepen tot grote demonstraties, maar aangezien ze hun universiteiten niet uit kunnen en de betogingen al op voorhand illegaal zijn verklaard en dus erg risicovol, is het afwachten hoe er wordt gereageerd. In een sarcastische brief heeft de voormalige hoofdredacteur van de regeringskrant Kayhan het verbranden van de Khomeinifoto opgeëist. “Ik beken. Ik heb een fout gemaakt, ik was emotioneel. Toen ik zag hoe elk van jullie het symbool van Khomeini verscheurt, deed ik iets onvolwassens. Ik scheurde een foto van hem. Ik was er getuige van hoe jullie de waardigheid van Khomeini verscheurden en ik beperkte me tot het vernielen van zijn foto”, aldus Mohammad Nourizadeh. En hij stelde ook nog dat het Khomeini zelf was die hem vanuit de hemel had toegeroepen, hem aanmanend zo te handelen. “Ga en verscheur mijn beeltenis, zodat God, de rationaliteit, de geschiedenis en de toekomst getuige zijn van het geklooi van een groep mensen die niet eens voldoende talent hebben om een simpele leugen te verzinnen.”

Focus op Khamenei

Waarnemers brengen de scherpe uitval van Khamenei en de verkettering van de oppositie als anti-Khomeini in verband met de evolutie die de protestbeweging heeft gekend sinds de verkiezingen van juni. Toen was haar woede vooral gericht tegen de president, de demonstranten van afgelopen maandag daarentegen focusten op Khamenei. Ze scandeerden duidelijk slogans als ‘dood aan de dictator’, een slagzin die erg populair was bij de manifestaties die leidden tot de val van de sjah in 1979. Foto’s van Khamenei, alsook van Ahmadinejad werden maandag wél verbrand. Zolang Khamenei en Ahmadinejad het leger achter zich hebben, is er geen acuut gevaar voor het regime, zo menen waarnemers. Maar het valt niet te ontkennen dat de verdeeldheid binnen het establishment erg groot is en steeds verder uitdijt. Kunstenaars en schrijvers hebben al tal van culturele happenings van de overheid geboycot, vooraanstaande zakenlui adverteren niet langer op de staatstelevisie en ook binnen de machtige clerus is het enthousiasme voor Khamenei en Ahmadinejad erg klein. In juli al stelde ayatollah Montazeri, de gedoodverfde opvolger van Khomeini die in ongenade viel vanwege zijn kritiek op de golf van executies net voor Khomeini’s dood, dat Khamenei “zijn legitimiteit had verloren”. Hij verwees daarmee naar het feit dat de opperste leider meteen na de stembusgang de overwinning van Ahmadinejad bekrachtigde, ondanks de contestatie door de andere kandidaten. Een opperste leider moet zich normaal boven het politieke en electorale gekrakeel verheven weten. Later weigerden de religieuze leiders in de heilige stad Qom Khameneis datumkeuze voor het einde van de ramadan te bekrachtigen. Ze beslisten dat het een dag later moest zijn. En onlangs gaf ayatollah Abdullah Javadi Amoli, die als een van de ‘pilaren van het seminarie van Qom’ wordt beschouwd, er de brui aan als leider van het vrijdaggebed. Hij zei dat hij “de problemen van de mensen niet vanop een dergelijk platform kan aanpakken”.