Direct naar artikelinhoud

Topbankiers lachen zich krom met de financiële crisis

Topbankiers die foute grappen maken over de financiële crisis en sketches waarin ze de draak steken met de Occupybeweging: dat ontdekte de Amerikaanse journalist Kevin Roose toen hij zich wist binnen te werken op een exclusief Wall Streetfeestje.

"Goeie avond, Edele Hoge Raad, voormalige Grand Swipes, Grand Swipes in spe, collega's Wall Street Kappa's, Kappa's van Spring Street en Montgomery Street, en waardeloze neofieten." Met deze nogal obscure begroeting verwelkomt de 75-jarige miljardeninvesteerder Wilbur Ross op een avond in januari een exclusief gezelschap van Wall Streettitanen.

Ross is gekleed in smoking en paarse mocassins waarin de initialen van het gezelschap verweven zitten, de rest van het gezelschap is uitgedost in niet minder luxueuze feestkledij. Alleen de nieuwkomers springen in het oog: zij werden bij wijze van grap verplicht zicht te verkleden in turnpak en goudkleurige rokken.

Geheim genootschap

Ze maken allen deel uit van de jaarlijkse bijeenkomst van een elitegezelschap met de naam Kappa Beta Phi - afdeling Wall Street, een club die topinvesteerders, kaderleden van bijna elke megagrote bank en andere financiële instellingen verenigt.

Onder hen Marty Lipton, topadvocaat van Wall Street, voormalige voorzitter van Bear Stearns Alan Greenberg, Joe Reece van Credit Suisse en Marc Lasry, miljardair en sponsor van Barack Obama, en Bob Benmosche, CEO van verzekeraar AIG. Of zoals journalist Kevin Roose het schrijft in zijn pas verschenen boek Young Money: er was zoveel rijkdom en kapitaal vertegenwoordigd dat wanneer er een bom zou vallen op de somptueus ingerichte St-Regisfeestzaal, de financiële wereld goeddeels weggevaagd zou worden.

"Ik had horen fluisteren dat Kappa Beta Phi bestaat, en dat hun leden bestonden uit ongelooflijk succesvolle financiers - toenmalig burgemeester van New York Michael Bloomberg, voormalig Goldman Sachs-voorzitter John Whitehead - maar ook mislukte financiers, onder wie Lehman Brothers-CEO Dick Fuld en Jimmy Cane, CEO van Bear Stearns", vertelt Roose in New York Magazine.

"Het is een geheim genootschap, opgericht in het begin van de Grote Depressie. Elk jaar wordt hun bijeenkomst opgeluisterd met comedy, muzikale acts met verkleedpartijen en vulgaire grappen. Het mantra van de groep luidt 'Wat er gebeurt in St. Regis, blijft in St. Regis'. Zo ging het acht decennia lang. Geen enkele buitenstaander maakte het feestje in al die tijd van op de eerste rij mee. Ik wist dat ik daar naar toe wou gaan. Telkens als ik CEO's en voorzitters van grote Wall Streetbedrijven interviewde, waren ze te alert en te veel op hun hoede om iets interessants los te laten over de psychologie van de ultrarijken. Als ik hen in hun natuurlijke omgeving kon bezig zien, terwijl ze niet of veel minder op hun hoede waren, wist ik dat het interessant zou kunnen worden."

Spotten met Occupy

Hoe interessant, dat kon Roose zich vooraf onmogelijk voorstellen. Hij woonde een opstapeling van homofobe, seksistische en racistische grappen bij die een niet zo fraai beeld scheppen van de haute finance. Bij een van de sketches staken twee topfinanciers vrolijk de draak met de Occupybeweging. Eén van hen was gekleed in sjofele voddenkleren, om de rol van de progressieveling te belichamen, zijn tegenspeler kroop in de huid van een rijke baron. Tijdens de sketch fingeerden ze een debat tussen de stinkende rijke 1 procent en de 99 procent anderen. "Bill, bekijk jezelf eens. Je ziet er lachwekkend uit, progressieveling. Je hebt een bad nodig", sneerde de baron.

Warren Stephens, CEO van een investeringsbank, klom het podium op met een vlag van de Geconfedereerde Staten van Amerika (een zeer controversieel statement in de VS, DSO) en zong een lied met onder meer volgende tekst: "In Wall Street komen we op voor onze mening, zeiden Morgan en Goldman. Maar eerst krijgen we maar beter een paar leningen, dus snel, we gaan naar de Federale Bank."

Er wordt ook een weinig smakelijk grapje gemaakt over Hillary Clinton ("Ze heeft snorharen en stinkt"), waarna de nieuwkomers zich verkleedden in mormonen en een parodie zongen op 'I believe', een bekende ballad uit The Book of Mormon, met een aangepaste tekst: "Ik geloof dat God een plan heeft voor ons allen. Ik geloof dat daar in mijn geval een bonus met zeven cijfers bij komt kijken." Een ontluisterend schouwspel.

"De hoogste regionen van de financiële wereld hebben geen enkele voeling met de realiteit", zegt Roose. "Geen enkele zelfbewuste of sociaal bewuste Wall Street-executive zou ooit willen deelnemen aan een bijeenkomst die lacherig doet over een wereldwijde crisis die hij zelf mee veroorzaakte. Zeker niet als die crisis miljoenen mensen zwaar geraakt heeft en een ongeziene werkloosheid veroorzaakte."

Angst regeert

Roose vervolgt: "Tegelijk is Kappa Beta Phi een grotendeels op angst gebaseerde vereniging van toplui die duidelijke visies hebben op politiek, samenleving en het werk van collega's, maar hun mening nooit publiek zouden durven uiten. Ze durven dat alleen in een afgesloten club, in een zorgvuldig geselecteerd gezelschap van mensen die hun ideeën delen. Ze kunnen alleen nog zichzelf zijn tussen andere prominente collega's, wat hen ook een beetje droevige figuren maakt."

Roose haalde het einde van het feest niet. Hij werd ontmaskerd toen hij zijn smartphone bovenhaalde om een van de sketches te filmen. Hij werd naar buiten begeleid, terwijl hij de paniek op de gezichten van de bankiers zag. "Het idee dat er een journalist aanwezig is, deed hen over de rooie gaan. Ik werd op het hart gedrukt dat het een bijeenkomst was van vrienden die goedaardig met elkaar de spot dreven en dat er niet meer aan de hand was. Maar ze waren in paniek. Ze boden zichzelf aan als bron voor verhalen die ik zou kunnen schrijven, op voorwaarde dat ik hun privacy zou respecteren. Een aanbod dat ik feestelijk aan mijn laars lapte."