Direct naar artikelinhoud

Iedereen psychiatrisch patiënt

Rouwen, woede-uitbarstingen of vergeetachtigheid, volgens de DSM V, de nieuwste uitgave van het handboek voor psychiaters, zijn het allemaal stoornissen. Nonsens waarmee iedereen een etiket opgekleefd kan krijgen, menen vooraanstaande psychiaters in ons land.

In mei 2013 is het zover: dan komt DSM V uit, of de vijfde editie van het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders. Het handboek, ook wel de bijbel van de psychiatrie genoemd, biedt een overzicht van alle psychiatrische stoornissen. Afgelopen weekend gaf de American Psychiatric Association haar fiat voor de voorgestelde wijzigingen van het handboek. Maar die kunnen niet overal op goedkeuring rekenen.

DSM V telt namelijk heel wat nieuwe stoornissen, zo'n 150 in totaal. En daar zitten een aantal opmerkelijke tussen: woede-uitbarstingen bijvoorbeeld, worden vanaf mei een psychiatrische stoornis. Idem voor rouw. Wie na enkele maanden zijn verdriet nog niet heeft verwerkt, zit volgens DSM V met een probleem.

Niet alleen dreigen gigantisch veel mensen een etiket opgeplakt te krijgen, de diagnose is compleet zinloos want er valt helemaal niets aan te doen, zo luidt de kritiek. Vrouwen die wel eens last hebben van stemmingswisselingen, laten zich dan weer best onderzoeken. Mogelijk lijden ze aan 'premenstrueel dysfore stoornis'. Voor adhd en depressie worden de criteria dan weer soepeler en vager.

De zwaarste kritiek op die nieuwe labels komt wellicht van de Amerikaanse psychiater Allen J. Frances, bij de ontwikkeling van DSM-IV nog commissievoorzitter: "Dit is het meest trieste moment uit mijn carrière." Het handboek hangt met haken en ogen aan elkaar, zegt Stijn Vanheule, professor psychologie aan de UGent.

"DSM V is wetenschappelijk helemaal niet onderbouwd. Zorgvuldig onderzoek komt hier niet aan te pas: de experts beslissen per stemming en de dertien werkgroepen staan op geheimhouding. Bovendien weigert de American Psychiatric Association elke doorlichting van haar werk door onafhankelijke experts, waarmee ze lijnrecht ingaat tegen de essentie van wetenschappelijk onderzoek."

DSM mag dan wel een Amerikaans initiatief zijn, het handboek wordt wereldwijd gebruikt. Alle Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg baseren zich op de classificatie, wie hier subsidies wil voor een project of een onderzoek voorbereidt, vertrekt ook vanuit DSM. Om maar te zeggen: in de hedendaagse psychiatrie is DSM de bril waardoor we kijken.

De implicaties van de recente aanpassingen zijn dan ook niet min. "De normaliteit versmalt", vindt psychiater Dirk De Wachter. "Gewone mensen met gewone problemen - ze voelen zich wat ongelukkig, zijn een beetje triest omdat het moeilijk gaat met hun lief of werk - worden gepsychiatriseerd en gediagnosticeerd."

Of zoals de British Psychological Society fulmineerde: "DSM heeft zich duidelijk gebaseerd op sociale normen, met 'symptomen' die neerkomen op subjectieve beoordelingen die niet waardevrij zijn, maar eerder een weerspiegeling zijn van de heersende sociale normen en verwachtingen."

De Wachter: "Uiteindelijk zal het resultaat zijn dat de drempels voor een diagnose lager worden, en dat problemen sneller worden aangepakt met medicatie. Het voordeel is dat je inderdaad sneller hulp kan bieden, het nadeel is dat die hulp blijkbaar alleen kan als er een diagnose is. In Nederland gaat men daar nog verder in: je kan er enkel bij een therapeut terecht als er een diagnose bij je is gesteld. Dat is de wereld van managers die zorg willen stroomlijnen."

De American Psychiatric Association trekt zich weinig aan van alle kritiek, die al geruime tijd weerklinkt. "Het gaat hier natuurlijk om een prestigeproject waar veel geld mee gemoeid is", vertelt De Wachter.