Direct naar artikelinhoud

Voor een jaarlijkse Derby der Lage Landen

Laat naast sport ook ambiance en solidariteit zegevieren op het voetbalveld

Kijkt u ook uit naar een duel tussen Kompany en Van Persie? U houdt van de snelheid van Robben versus de sliding van Vertonghen? Van de dribbel van Dembélé of de steekbal van Sneijder? Dan bent u, zonder het te beseffen, ook een Vriend van de Derby.

"Derby der Lage Landen: Rode Duivels versus Oranje Leeuwen. Op 15 augustus 2012 staat de feestelijke editie op het programma: aflevering 125. Daarmee bezet België-Nederland de tweede plaats van het Europese interlandvoetbal, na Oostenrijk-Hongarije, en zelfs de derde op wereldschaal want enkel Uruguay en Argentinië speelden vaker tegen elkaar. Tradities moet men koesteren, ze mogen niet in de vergeethoek belanden: ook in het voetbal bestaat erfgoed, sportief en cultureel. Weg met overbodige vriendschappelijke interlandwedstrijden die niemand boeien, kies voor 'de derby', afwisselend in België en Nederland. Combineer het met jeugd- en vrouwenwedstrijden, een veelkleurige culturele en culinaire uitwisseling en een dag van diplomatiek overleg. Breng de Lage Landen dichter bij elkaar via de Derby! En doe verder... zoals de Duitsers! Financier de sociale projecten in het voetbal via een tweejaarlijkse oefeninterland. Het ene jaar in België, het andere jaar in Nederland: dankzij de Derby der Lage Landen, vol voetbal, ambiance en solidariteit. Ziehier een oproep van de Vrienden van de Derby, wordt u er zelf ook een?"

Dit verhaaltje debiteerde ik op 17 juli 2012 tegenover presentator Robbert Meeder van het programma Vrienden van de Avond van NOS Radio 1 Sportzomer. Ik was er praatgast bij de wedstrijden van Duitsland tijdens het EK Voetbal, naar aanleiding van mijn boek Het Mannschaftswunder. Het idee sluimerde al wat langer in mijn hoofd. Omdat ik dus met eigen ogen had vastgesteld hoe de Duitse voetbalbond DFB stevige fondsen vrijmaakte voor haar sociaal engagement via een vriendschappelijke interland. Ook omdat ik, als mede-auteur van het boek 100 Jaar Derby der Lage Landen, een fascinatie had ontwikkeld voor deze wedstrijd. Nog meer omdat ik al tien jaar de Europese voetbalmetropolen afreisde om de 'maatschappelijke kracht van de bal' te bestuderen.

Ik schreef er destijds het cultboek Kan voetbal de wereld redden? Pleidooi voor ambiance & solidariteit over: niemand heeft het gekocht. Toch oefende het invloed uit op zowel de Stichting Meer dan Voetbal (Nederland) als Open Stadion (België). Daarom verheugde het me zeer dat Robbert Meeder vanuit zijn programma besloot om de gedachte écht leven in te blazen en zich als mede-initiatiefnemer aandiende: de Vrienden van de Derby waren geboren.

'Brave Belgenburen'

De Derby der Lage Landen begon officieel in 1905, nog zeer bescheiden op het veld van Beerschot. Veertien dagen later stroomde de massa toe in Rotterdam, dankzij de nochtans ernstige krant Rotterdams Nieuwschblad van de deftige uitgeversfamilie Sijthoff. De belangstelling was zo groot dat zelfs de daken van de omliggende huizen als tribunes werden gebruikt. De helden werden in open wagens naar het veld gebracht. In de lange reeks toespraken benadrukte men de "verbroedering van de twee volkeren". Op de Olympische Spelen van 1920 in Antwerpen schoot de Derby (halve finale, 3-0 voor goudenmedaillewinnaar België) het openbare leven na de Eerste Wereldoorlog op gang.

De ontroerendste editie was zonder twijfel die van 12 mei 1946, toen volwassen mensen met tranen in de ogen in het Olympische Stadion van Amsterdam naar de eerste naoorlogse Derby keken. Honderdduizenden aanvragers voor kaartjes, records op de zwarte markt. Deze Derby werd gebruikt om de door de oorlog verscheurde banden tussen de twee naties te versterken. De Hollandse voetbaldichter Phida Wolff schreef 'Welkom brave Belgenburen, Holland reikt u graag de hand!'

Tijdens de jaren vijftig klom de populariteit van de wedstrijd naar ongekende hoogten. In België identificeerde vooral de geniale dribbelaar Rik Coppens zich met de Derby. Hij was met telkens twee goals het brein achter de drieklapper 4-2, 4-0 en 4-3 in de 'Hel van Deurne' (Bosuil) tussen 1952 en 1954. De jazzkenner en literatuurliefhebber schermde schertsend met zijn achterwerk de bal af, tikte de tegenstander op de vierkante meter tot drie keer uit, passeerde de doelman maar wachtte tot die terugkeerde om dan pas te scoren. Op zijn best als het publiek hem uitschold voor 'neus' - vanwege zijn reukorgaan -, 'visboer' - vanwege zijn afkomst - of 'dikke kont' - vanwege zijn achterwerk. Coppens lag altijd in de clinch met scheidsrechters en selectieheren. In 1959 werd hij het slachtoffer van de Feyemoord, de beruchtste aller Derby's. Na de 9-1 liep hij lachend het veld af. Met Coppens verdween ook de schalkse charme van het amateurisme. De Derby had zijn beste tijd gehad.

Tussen 1905 en 1914 en van 1920 tot 1964 liep het aantal dubbele duels op tot 99. Dan was het vet van de soep, vanwege de concurrentie van de Europacup en de kwalificatiematchen voor de internationale toernooien. In de jaren twintig tot vijftig was de Derby het belangrijkste sportevenement in de Lage Landen. Bij elke editie trokken duizenden Nederlanders/Belgen met toeters en bellen de grens over en zorgden voor een aimabele voetbalgekte zonder incidenten.

Zou het daarom niet mooi zijn dat we opnieuw kunnen genieten van deze match?

De Vrienden van de Derby willen van de wedstrijd tussen België en Nederland een jaarlijkse traditie maken, waarin naast voetbal ook ambiance en solidariteit een voorname rol spelen. Vandaar onze oproep: steun ons programma en maak u zelf tot een Vriend van de Derby!