Ter gelegenheid van Koningsdag weerden alle leden van de koninklijke familie, behalve de koning en de koningin, verwacht op een eucharistieviering in de Sint-Michiels- en Sint-Goedelekathedraal in Brussel. Koning Albert en koningin Paola arriveerden als eersten in hun grijze BMW, direct gevolgd door prinses Astrid en haar man Lorenz.

De ontmoeting tussen Astrid en haar man en Albert en Paola was hartelijk. Ze namen elkaar vast en kusten elkaar. Daarna volgde prins Laurent. Hij was alleen, zonder Claire. Laurent had opvallend veel moeite om uit de Mercedes te geraken en stapte dan op de aartsbisschop af om hem te begroeten.

Hij negeerde zijn ouders en zus en schoonbroer. Paula probeerde hem nog bij de arm te grijpen, maar Laurent liep gewoon de trap op. Daarna probeerde ook Astrid haar broer aan te klampen, maar ook dat lukte niet.

Als een koppig kind liep Laurent naar binnen. In de kathedraal zat hij naast zijn moeder maar gunde haar ook daar geen blik en viel bovendien in slaap.

Waarom Laurent zo nukkig deed, is niet bekend. Na de viering vertrok hij snel met zijn hoedje op. Waarom Claire niet op de afspraak was, is evenmin duidelijk. Maar de vrouw van Laurent vergezelt haar man de jongste tijd weer minder en minder.